10.9 Voorstellen normering observatiemethoden
De commissie verzoekt de Kamer een oordeel uit te spraken over
alle navolgende aanbevelingen voor de normering van
opsporingsmethoden.
A. Aftappen telecommunicatie
Voor het aftappen van telecommunicatie (telefoontap, fax,
semafoons) volgt de commissie in grote lijnen het
wetsvoorstel herziening gerechtelijk vooronderzoek. Noodzakelijk is
+een redelijk vermoeden van een gepleegd ernstig misdrijf, waarvoor
voorlopige hechtenis is toegelaten en dat gezien zijn aard of het
georganiseerd verband waarin het is begaan een ernstige inbreuk op
de rechtsorde oplevert;. Wel meent de commissie dat het vermoeden
dient te bestaan dat de verdachte aan de telecommunicatie deelneemt
(fasen III B en C). Tevens acht de commissie het mogelijk dat
tappen van telecommunicatie toegestaan wordt in fase II, als er
sprake is van feiten en omstandigheden die een redelijk vermoeden
opleveren van een te plegen ernstig misdrijf, en dan alleen tegen
de personen tegen wie dit vermoeden zich richt. Deze voorwaarden
zijn strenger dan voorgesteld in het oorspronkelijk wetsvoorstel
herziening gerechtelijk vooronderzoek. De rechter-commissaris moet
toestemming geven voor het aftappen van telecommunicatie voor een
periode van vier weken. Op vordering van de officier van justitie
kan deze termijn verlengd worden. Het gebruik van gegevens in
andere zaken of tegen andere personen is slechts mogelijk met
toestemming van de rechter-commissaris. In de politieregisters
moeten gegevens met bronvermelding worden opgeslagen. Zij kunnen
niet als CID-informatie versluierd worden. Gezien de voorgestelde
regeling voor het telecommunicatieonderzoek kan de
rechter-commissaris ook bij inzage in computerbestanden beslissen
dat gegevens ten behoeve van andere onderzoeken gebruikt kunnen
worden.
Alle telecommunicatieverkeer via de ether dat niet bestemd is
voor vrije ontvangst, dus ook scannen, autotelefoons en dergelijke,
valt onder de regeling van de telecommunicatietap. Het zogeheten
+printen;, het opvragen van telefoon-, fax- en andere
telecommunicatienummers, is toegestaan onder dezelfde voorwaarden
als de telecommunicatietap, met dien verstande dat de officier van
justitie in eerste instantie toestemming geeft voor vier weken. Na
vier weken dienen de gegevens vernietigd te worden of dient een
rechter-commissaris een vordering tot verlenging van het printen te
toetsen.
B. Direct afluisteren
Bij het direct afluisteren als methode dient een onderscheid
gemaakt te worden tussen het direct afluisteren +met goedkeuring
van een van de deelnemers aan het gesprek; en direct afluisteren
zonder meer. Beide methoden vormen een inbreuk op de privacy van
betrokkenen. Ook het heimelijk afluisteren en opnemen van
gesprekken +met goedkeuring van een van de deelnemers aan een
gesprek; acht de commissie onrechtmatig indien het vertrouwen van
betrokkenen wordt geschaad, ook al is deze vorm van afluisteren
niet strafbaar. Dit ligt niet anders bij het door de overheid
zonder wettelijke basis opnemen van gevoerde telefoongesprekken.
Voor direct afluisteren zonder meer wil de commissie het ingediende
wetsvoorstel volgen met de volgende toevoegingen. Direct
afluisteren is alleen mogelijk in fasen III B en III C. Er moet
sprake zijn van een redelijk vermoeden van een gepleegd ernstig
misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en dat gezien
zijn aard of het georganiseerd verband waarin het is begaan, een
ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. Het vermoeden dient te
bestaan dat de verdachte aan de afgeluisterde gesprekken deelneemt.
Direct afluisteren in een woning is conform het wetsvoorstel
slechts mogelijk bij misdrijven waarop een strafmaximum van acht
jaar of meer staat.
De commissie meent dat direct afluisteren niet moet worden
toegestaan in fase II, omdat het een zwaardere inbreuk is dan het
tappen van telecommunicatie en omdat het gepaard kan gaan met het
heimelijk betreden van afgesloten ruimten en woningen. Daarvoor
acht de commissie het bestaan van een verdenking noodzakelijk.
Direct afluisteren op basis van alleen duidelijke aanwijzingen van
een gepleegd strafbaar feit (fase III A) is evenmin toegestaan.
De vordering van de officier van justitie tot direct afluisteren
dient ter goedkeuring aan het College van procureurs-generaal te
worden voorgelegd. De rechter-commissaris dient vervolgens te
beoordelen of hij een machtiging tot direct afluisteren afgeeft. De
machtiging van de rechter-commissaris geldt voor maximaal vier
weken. Verlengingen dienen ter goedkeuring aan zowel het College
van procureurs-generaal als aan de rechter-commissaris te worden
voorgelegd.
Direct afluisteren +met goedkeuring van een van de deelnemers;
is een andere zaak. Deze methode wordt vaak gebruikt bij politikle
infiltratie. Deze methode en het door de overheid opnemen van
gevoerde telefoongesprekken als methode mogen worden toegepast
onder dezelfde voorwaarden als gelden voor het aftappen van
telecommunicatie. Deze vorm van direct afluisteren is daarmee wel
mogelijk in fase II. Het nu voorkomende direct afluisteren in
huizen van bewaring en gevangenissen dient onder het hier
beschreven regime gebracht te worden.
C. Observeren en volgen
De methode observatie is in het geheel niet geregeld in de wet. De
commissie wil een onderscheid aanbrengen tussen kortstondige
observatie en intensieve observatie, waarbij langer op bepaalde
personen uring van de officier van justitie vereist; duurt zij
langer dan een maand, dan is tevens goedkeuring van de
rechter-commissaris vereist.
Voor het gebruik van andere technische hulpmiddelen (in de
toekomst ook satellieten) dan verrekijkers en handmatig bediende
fototoestellen is altijd toestemming vereist van de officier van
justitie. Video-apparatuur kan geplaatst worden indien zich
situaties voordoen als omschreven in fasen II en III. De officier
van justitie moet daarvoor toestemming verlenen gewerkt wordt. Zij
acht de inbreuk op de grondrechten van burgers in beide gevallen
van verschillende aard. Korte observatie van zes uur of minder
behoeft geen toestemming en kan ook toegepast worden in fase I.
Langere observatie van hoogstens een week kan worden toegepast in
fasen II en III. Goedkeuring van de hulpofficier van justitie is
voldoende. Observatie van langer dan een week is ook mogelijk in
fasen II en III. Voor deze methode is goedkevoor maximaal 4 weken.
Video-apparatuur mag niet geplaatst worden in woningen dan met
toestemming van de daadwerkelijke bewoner. Gericht op een woning is
video-apparatuur toegestaan in de proactieve fase II, en in fasen
III B en C indien sprake is van een verdenking van een misdrijf
waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten). Opnames/banden
verkregen door technische hulpmiddelen worden vernietigd na iin
maand of na bekindiging van een zaak. Ook hier kan de
rechter-commissaris toestemming verlenen om deze gegevens in andere
zaken te gebruiken c.q. op te slaan in andere registers.
Scan-apparatuur mag gebruikt worden voor observatiedoeleinden in
fasen II, III B en C onder dezelfde voorwaarden als het aftappen
van telecommunicatie.
D. Plaatsbepalingsapparatuur
Hierbij gaat het om de zogenaamde peilbakens die aan of in voer-
en vaartuigen worden aangebracht. Te denken valt aan plakzenders,
geotach en dergelijke. Deze technische middelen mogen niet worden
aangebracht op, aan of in personen.
Aan en in voertuigen op de openbare weg is plaatsing toegestaan
in de fasen II en III en bij verdenking van misdrijven waarvoor
voorlopige hechtenis is toegestaan. Toestemming van de officier van
justitie is vereist voor maximaal 4 weken, waarna de officier van
justitie over verlenging dient te beslissen. Het aanbrengen van
deze apparatuur door middel van betreden van erven, loodsen en
garages zijnde geen woningen is alleen mogelijk bij verdenking van
ernstige misdrijven in georganiseerd verband (alleen in fasen III B
en C). Deze methode is te beschouwen als inkijkoperatie en wordt
daar genormeerd. Voor het aanbrengen van plaatsbepalingsapparatuur
op en in vaartuigen en vliegtuigen dienen vergelijkbare regels te
gelden.
E. Inkijkoperaties
De commissie is van oordeel dat inkijkoperaties, dat wil zeggen
het heimelijk betreden van afgesloten ruimtes, erven en dergelijke
met het doel de situatie te gaan bekijken om later in de wet
geregelde dwangmiddelen eventueel te gaan toepassen, onvoldoende
basis in de huidige wet vinden. Ook de toepassing van artikel 9
Opiumwet als wettelijke basis voor een inkijkoperatie, door de
jurisprudentie gebillijkt, acht de commissie niet bevredigend. De
wetgever heeft bij het redigeren van dit artikel niet gedacht aan
het doel inkijkoperatie. De schouw, die nu geregeld is in artikel
150 Sv, is niet voor inkijken geschreven. De doelstelling van een
inkijkoperatie moet worden genormeerd.
De commissie ziet twee mogelijke varianten van de
inkijkoperatie.
a. Het heimelijk betreden van afgesloten ruimten zoals loodsen,
erven en garages, niet zijnde woonruimten om
plaatsbepalingsapparatuur aan te brengen is mogelijk bij verdenking
van ernstige misdrijven, gepleegd in georganiseerd verband (fasen
III B en C). De officier van justitie dient toestemming te geven en
de rechter-commissaris dient, nadat de plaatsbepalingsapparatuur
iin maand is ingezet, toestemming te verlenen voor een nader te
bepalen periode.
b. Het heimelijk betreden van afgesloten ruimten zoals loodsen,
erven en garages, zijnde niet-woonruimten, ter opneming van de
situatie is mogelijk op grond van een verdenking van misdrijven
zoals genoemd in de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. In dit
geval zijn toestemming van de officier van justitie en de
machtiging van de rechter-commissaris vereist. Ook dienen
inkijkoperaties in de processtukken vermeld te worden, zoals volgt
uit het vereiste van het opmaken van proces-verbaal.
Inkijkoperaties in woningen en vergelijkbare ruimten zijn in elk
geval niet toegestaan. Daarvoor gelden de bepalingen van de
Algemene wet binnentreden. Tevens is te overwegen duidelijker in de
desbetreffende bijzondere wetten aan te geven welk doel
betredingsbepalingen hebben en of bij de betredingsbepalingen in
bijzondere wetten toestemming van een hogere autoriteit
noodzakelijk is.
Voorwaarden observatiemethoden
Fase | Ernst | Autoriteit | Termijn | Aanvullende voorwaarden | |
---|---|---|---|---|---|
Aftappen telecommunicatie | II en III B en C | – voorlopige hechtenis – door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris |
4 weken | – vermoeden moet bestaan dat persoon op wie onderzoek is gericht aan telecommunicatie deelneemt – gebruik van gegevens in andere zaken of tegen andere personen alleen na toestemming rechter-commissaris |
Printen nummers | II en III C | – voorlopige hechtenis – door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
officier van justitie | 4 weken, voor verlenging goedkeuring rechter -commissaris nodig |
|
Direct afluisteren | III B en C | – voorlopige hechtenis – door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris/ college van procureurs- generaal |
4 weken | het vermoeden dient te bestaan dat de verdachte aan de afgeluisterde gesprekken deelneemt |
Direct afluisteren in woning | III B en C | – voorlopige hechtenis – door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde – misdrijven met strafmaximum van acht jaar en meer |
rechter- commissaris/ college van procureurs- generaal |
4 weken | het vermoeden dient te bestaan dat de verdachte aan de afgeluisterde gesprekken deelneemt |
Direct afluisteren met medeweten van een van de deelnemers | II en III B en C | – voorlopige hechtenis – door aard en georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris |
4 weken | – vermoeden moet bestaan dat persoon op wie onderzoek is gericht aan telecommunicatie deelneemt – gebruik van gegevens in andere zaken of tegen andere personen alleen na toestemming rechter-commissaris |
Korte observatie (korter dan zes uur) | I, II en III | geen aanvullende voorwaarden | politie | maximaal 6 uur | |
Observatie (korter dan een week) | II en III | geen aanvullende voorwaarden | hulpofficier van justitie | maximaal een week | |
Observatie (korter dan een maand) | II en III | geen aanvullende voorwaarden | officier van justitie | 4 weken | |
Observatie (langer dan een maand) | II en III | geen aanvullende voorwaarden | rechter- commissaris |
na 4 weken | |
Video- apparatuur |
II en III | geen aanvullende voorwaarden officier van justitie | 4 weken | video-apparatuur in woningen niet dan na toestemming van de daadwerkelijke bewoner |
|
Video- apparatuur op woning |
II en III B en C | voorlopige hechtenis | officier van justitie | 4 weken | |
Scannen | II en III B en C | – voorlopige hechtenis – door aard en georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris |
4 weken | |
Plaatsbepalingsapparatuur aan of in voertuigen op de openbare weg |
II en III | voorlopige hechtenis | officier van justitie | 4 weken | deze middelen mogen niet worden aangebracht op, aan of in personen |
Inkijken t.b.v. plakken plaatsbepalings- apparatuur |
III B en C | – voorlopige hechtenis – georganiseerd verband |
officier van justitie | 4 weken | – inkijken alleen in afgesloten ruimten zoals loodsen, erven en garages – in woningen en vergelijkbare ruimten is inkijken niet toegestaan |
Inkijken ter opneming situatie | III B en C | alleen verdenking misdrijven Opiumwet en Wet Wapen en munitie |
officier van justitie en rechter- commissaris |
eenmalig | – inkijken alleen in afgesloten ruimten zoals loodsen, erven en garages – in woningen en vergelijkbare ruimten is inkijken niet toegestaan |