4.3. Soorten verzekeringen en fraudes
In hoofdstuk 2 hebben we de volgende typen verzekeringen
onderscheiden: levensverzekeringen en hypotheken,
motorrijtuigenverzekeringen, zorgverzekeringen zoals verzekeringen
tegen ongevallen en ziekte, transportverzekeringen voor zee-, wegen
luchtvaarttransport, brandverzekeringen, inboedelverzekeringen en
reisverzekeringen. Van al deze typen verzekeringen zullen we hierna
aangeven wat er op basis van de literatuur, de zaakanalyses en de
interviews bekend is over de omvang van fraude en de eventuele
betrokkenheid van criminele groepen hierbij.
Levensverzekeringen en hypotheken
Wat betreft de levensverzekeringen is sprake van een zeer gering
fraudepercentage. Mensen brengen niet zelden hun partner, vriend of
anderen om met het doel de verzekeringspenningen op te strijken
(Cressey en Sutherland, 1967), maar zulke zaken spelen zich in
Nederland slechts sporadisch af. Er is n fraudezaak bekend waarbij
de betrokkenheid van frauderende dokters is vastgesteld om een
claim te ondersteunen voor een valse aangifte van het overlijden
van diverse personen in n familie. Deze Surinaamse artsen leverden
valse overlijdensaktes voor een in Nederland wonende vriend met het
doel de verzekeringspenningen op te strijken. Met betrekking tot
hypotheken is ook n zaak bekend waarbij een persoon is betrokken
die een lang strafblad had. Het ging hier om een zaak met de omvang
van enkele tientallen miljoenen aan hypotheken die niet door
waardevaste panden werden gezekerd. Over eventuele activiteiten van
de georganiseerde misdaad is niets bekend.
Motorrijtuigenverzekering
De motorrijtuigenverzekering wordt zowel in de literatuur als
tijdens de interviews met experts verschillende keren een
fraudegevoelige verzekering genoemd. De aangeleverde zaken
bevestigen dat beeld. Enkele dossiers van het CIS gaan over fraudes
van deze verzekering door mannen en vrouwen. Mensen ensceneren,
majoreren en fingeren om een claim uitbetaald te krijgen. Ook
hiervoor geldt weer dat over de werkelijke omvang geen feitelijke
en openbare gegevens bestaan. In n dossier wordt melding gemaakt
van een zogenaamde autocarrousel die als volgt werkt.
- koop op legale wijze een (nieuwe of gebruikte) auto in,
bijvoorbeeld, Engeland; - exporteer deze auto naar Nederland; laat de auto daar
registreren en verzeker de auto bij een Nederlandse
verzekeraar;
verzekeringsmaatschappij;
– laat in Engeland weten dat de auto in dat land is gestolen en
dien een claim in bij de Engelse
- exporteer de auto ondertussen van Nederland naar Duitsland en
laat hem daar registreren en verzekeren; - meldt de auto gestolen in Nederland en dien een claim bij de
Nederlandse verzekeringsmaatschappij; - exporteer de auto naar Frankrijk, enz.
In principe kan deze carrousel lang doorgaan omdat de nationale
verzekeringsmaatschappijen in Europa van elkaar niet weten welke
auto zij verzekeren. De criminele groep moet alleen in de gaten
houden dat zij in n land op een zeker moment slechts n claim
indient. De winst van deze carrousel bestaat uit de
verzekeringsuitkeringen van de diverse landen waar men de truc
heeft uitgehaald. (Hinchcliff, 1994, p. 44). Hoewel vrijwel alle
verzekeringsmaatschappijen telkens op de proppen komen met deze
carrousel als voorbeeld van een georganiseerde verzekeringsfraude
waarbij meer personen zijn betrokken, bestaan er geen concrete
gegevens over hoe vaak dergelijke carrousels worden uitgevoerd, en
over de betrokkenheid van de georganiseerde misdaad hierbij.
Over andere schadeverzekeringen als de zorgverzekeringen,
transportverzekeringen, brandverzekeringen, inboedelverzekeringen
en reisverzekeringen bestaat geen inzicht over de aard en de omvang
van de fraudes daarvan en ook niet over de daders. Of, en zo ja, in
hoeverre criminele groepen met deze schadeverzekeringen frauderen
is niets bekend.
Concluderend kan worden gesteld dat er weinig zicht is op de
eventuele betrokkenheid van criminele groepen bij
verzekeringsfraude. Een probleem waar de onderzoeker tegenaan is
gelopen is dat door de meest belanghebbenden, de
verzekeringsmaatschappijen, telkens wordt gemeld dat er geen
enkele analyse van fraudezaken wordt uitgevoerd! De reden van
deze op het eerste gezicht onbegrijpelijke zaak, is gelegen in het
feit dat fraudes nog altijd door de maatschappijen als iets
vanzelfsprekends worden geaccepteerd, dat inherent is aan de
branche. Eventuele tekorten kunnen toch op alle premiebetalers
worden verhaald. Premiestijgingen zijn in de schadebranche om die
reden aan de orde van de dag. Deze worden meestal aan de klant
verkocht met als reden dat de georganiseerde misdaad op grote
schaal steelt en fraudeert of dat zeer veel burgers in Nederland
frauderen met hun reisverzekeringen. Deze beweringen zijn niet op
enige openbare empirische analyse gebaseerd.
Omdat zowel wetenschappelijke gegevens ontbreken, er vanuit de
verzekeringsbranche zelf geen relevante informatie kan worden
verkregen, er in de Nederlandse politiegegevens geen
verzekeringsfraudes voorkomen (althans niet op grote schaal en met
grote bedragen) kan de vraag of georganiseerde misdaadgroepen
betrokken zijn bij verzekeringsfraudes niet door de onderzoeker
worden beantwoord.