• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De verzekeringsbranche – 1. INLEIDING

    1. INLEIDING:

    ACHTERGROND EN OPZET VAN DE STUDIE

    In Nederland komen de materile lasten van de criminaliteit voor
    het grootste deel voor rekening van de verzekeringsmaatschappijen.
    Burgers, bedrijven en instellingen verzekeren zich om schades te
    herstellen en om verdwenen spullen te vervangen. De
    verzekeringsmaatschappijen hebben in de loop van tientallen jaren
    een zeer groot kapitaal aan verzekeringsgelden opgebouwd ter
    dekking van de verzekeringsuitkeringen. Dit grote kapitaal vormt in
    principe een aantrekkelijk doelwit voor criminele groepen. Door
    middel van allerlei fraudes of door afpersing en intimidatie zouden
    criminele groepen zich een deel van dat kapitaal op illegale wijze
    kunnen toeigenen. Diverse, door de verzekeringsmaatschappijen zelf
    in wereld gebrachte persberichten maken melding van grote verliezen
    die verzekeringsmaatschappijen met enige regelmaat lijden als
    gevolg van de (inter)nationale georganiseerde misdaad. Recentelijk
    stelde een bestuurder van de ING-bank in een toelichting op de
    presentatie van het jaarverslag: Het is een nationale sport
    geworden om de verzekeringen op te lichten. Niet alleen door
    individueel verzekerden, maar ook door de georganiseerde
    misdaad
    (De

    Volkskrant, 20 april 1995) Noot . Om een goed beeld van
    de Nederlandse situatie te krijgen is het dus van belang een aparte
    studie te verrichten naar de eventuele relatie tussen
    georganiseerde misdaad en de verzekeringsbranche.

    In de Nederlandse criminologie is geen empirisch onderzoek
    bekend naar de aard en de omvang van de georganiseerde
    criminaliteit in de verzekeringsbranche. De meeste handboeken op
    criminologisch gebied bieden geen of zeer weinig kennis op dit
    gebied. Op congressen is door diverse sprekers melding gemaakt van
    het feit dat over dit onderwerp zo weinig bekend is (Fijnaut en
    Wansink, 1989; Van Schie en Nas, 1995). Ondanks dit kennistekort
    was in eerste instantie de opzet de volgende bekende hoofdvragen te
    beantwoorden: 1. Welke criminele groepen zijn actief in de
    verzekeringsbranche?

    2. Met wat voor soort criminele activiteiten houden deze groepen
    zich bezig? 3. Hoe doen zij dat?
    4. Op welke wijze worden de met criminele activiteiten behaalde
    opbrengsten besteed? Gaandeweg het onderzoek is, om redenen die in
    deze rapportage nog duidelijk worden, besloten deze vragen niet
    meer centraal te stellen maar te kiezen voor een zeer beperkte
    opdracht. We komen hierop later terug.
    Om het onderzoek te verrichten is gebruik gemaakt van verschillende
    bronnen. Met experts op het gebied van de verzekeringscriminaliteit
    en van de verzekeringsbranche zijn eerst orinterende gesprekken
    gevoerd. Vervolgens zijn diverse overzichten met statistisch
    materiaal op het terrein van verzekeringen geraadpleegd alsmede de
    jaarverslagen van diverse verzekeringsmaatschappijen. Ook zijn
    enkele grote verzekeringsmaatschappijen telefonisch benaderd met de
    vraag of zij beschikten over rapportages, berichten of analyses
    over verzekeringsfraudes. Tevens zijn door de Stichting CIS uit
    Rotterdam, een instantie die alle schadegevallen van de
    gezamenlijke verzekeringsmaatschappijen registreert, een selectie
    van (35) originele dossiers van fraudezaken uit de voorbije jaren
    aan de onderzoeker ter beschikking gesteld. Ook zijn door Centraal
    Beheer twee fraudezaken aangeleverd. Verder is door de Economische
    Controle Dienst, in het bijzonder het WABB-team Noot ,
    informatie verstrekt over het afgesloten en het thans lopende
    opsporingsonderzoek tegen frauderende tussenpersonen en
    verzekeringsmaatschappijen. Tenslotte is in alle dossiers van
    recherchezaken die wij van de regiokorpsen en andere
    opsporingsdiensten hebben ontvangen, nagegaan of er sprake was van
    gevallen van verzekeringsfraude. Vanzelfsprekend is de spaarzame
    wetenschappelijke literatuur op dit terrein bestudeerd.

    De opzet van dit beperkte deelrapport is als volgt. In het
    tweede hoofdstuk wordt een schets gegeven van de
    verzekeringsbranche. Zowel de organisatie van de branche als de
    ontwikkelingen daarin worden kort toegelicht. Vervolgens worden in
    hoofdstuk drie de soorten fraudes besproken waarvan
    verzekeringsmaatschappijen nadeel ondervinden. Er wordt niet
    ingegaan op de schadeclaims die als gevolg van de veel voorkomende
    criminaliteit in Nederland worden ingediend bij de
    verzekeringsmaatschappijen. Waar het hier om gaat zijn die
    georganiseerde, parasitaire fraudes in kaart te brengen, waarbij
    het doel van de handelingen is op illegale wijze een (hogere)
    uitkering van een verzekeringsmaatschappij te verkrijgen. Tevens
    komen in dit hoofdstuk de problemen aan de orde die er zijn in de
    aanpak van verzekeringsfraude. Vervolgens wordt in het vierde
    hoofdstuk de eventuele betrokkenheid van criminele groepen bij
    verzekeringsfraude nagegaan, voor zover die op grond van het
    aangeboden materiaal kan worden vastgesteld. In dat hoofdstuk wordt
    tevens uiteengezet waarom de beantwoording van de eerder vermelde
    hoofdvragen vrijwel onmogelijk is. De studie wordt afgerond met
    enkele evaluerende opmerkingen en een opgave van de gebruikte
    literatuur.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken