4.2. Soorten milieucriminaliteit: de officile cijfers
Om de aard en de omvang van milieucriminaliteit in kaart te
brengen kan men te rade gaan bij de officile statistieken die door
het CBS jaarlijks worden gepubliceerd. Verdeeld over de diverse
soorten milieuwetten is in tabel 4 van de bijlage te zien dat de
meeste overtredingen van de milieuwetten onder de
Bestrijdingsmiddelenwet vallen. Het minste aantal zaken staat
vermeld onder de Wet inzake de luchtverontreiniging. Er kan worden
aangenomen dat de door de CBS gepresenteerde cijfers nauwelijks een
betrouwbare en valide afspiegeling van het werkelijke aantal
overtredingen van milieuwetten bieden. Ook de stijging van het
aantal milieudelicten van het jaar 1993 ten opzichte van de
voorafgaande jaren hoeft niet in overeenstemming te zijn met een
werkelijke stijging. Het is aannemelijk te veronderstellen dat die
stijging voor het grootste deel is toe te schrijven aan een
registratie-effect als gevolg van een grotere aandacht van politie
en justitie voor milieuzaken. Het is ook mogelijk dat feitelijk een
toename in wetsovertredingen ten opzichte van het milieu heeft
plaatsgevonden, maar dit is niet uit de cijfers af te leiden.
Voorts is uit deze officile cijfers van het CBS niet op te maken of
er sprake is van lichte of van zware milieucriminaliteit. Deze
vermenging van kleine en grote milieudelicten maakt deze cijfers
voor dit deelrapport al direct ongeschikt als maat voor de aard en
de omvang van zware milieucriminaliteit.
Maar er is meer aan de hand. Een belangrijke tekortkoming in
deze CBS-gegevens is dat vrijwel zeker de meeste milieudelicten
berhaupt niet in de statistieken terecht komen. De belangrijkste
redenen voor dit dark number van milieucriminaliteit zijn de
omvang van dit relatief recent onderscheiden rechtsgebied, de vage
afbakening van de wetgeving en de praktijk dat het OM milieuzaken
vaak vervolgt langs de weg van het commune strafrecht (zoals
oplichting, valsheid in geschrifte, fraude). De belangrijkste
oorzaken van dit hoge dark number betreffen de relatieve
onbekendheid van politie en politie tot voor kort met dergelijke
delicten en met de opsporing en de bestrijding daarvan. De
bewijsvoering blijkt in milieuzaken uitermate ingewikkeld te zijn
(zie verder .5.2). Ook zijn vergelijkingen van andere jaren met het
jaar 1993 moeilijk omdat voor een deel de wetten zijn veranderd
waaronder bepaalde activiteiten vallen (CBS, 1995). Het
bovenstaande impliceert wel dat op grond van deze
CBS-cijfers geen conclusies kunnen worden getrokken over de ernst,
de aard en de omvang van de zware milieucriminaliteit in Nederland.
In hoofdstuk zes gaan wij hier dieper op in.