3.3. De economische situatie van de
afvalverwerkingsbranche
In de afvalbranche bestaan grote verschillen tussen de
hoeveelheid aangeboden soorten afval en de verwerkingscapaciteit
van de afvalverwerkingsbranche (VROM, 1995, 20). In deze vrij jonge
economische sector is er ook nog geen evenwicht tussen vraag en
aanbod. Enerzijds leiden deze verschillen tot fricties in de markt
die illegale verwerking van afval in de hand werken, anderzijds tot
grotere winstmogelijkheden voor bedrijven die van die fricties
handig gebruik weten te maken. Zo sluit de verwijderingscapaciteit
nog steeds niet aan op het afvalaanbod, waardoor niet altijd de
meest geigende wijze van verwijdering wordt of kan worden
toegepast. Als gevolg daarvan moeten ook grote hoeveelheden afval
worden gexporteerd naar het buitenland. Maar het omgekeerde is ook
het geval. De capaciteit voor het schoonmaken van verontreinigende
grond is groter dan het binnenlandse aanbod vervuilde grond. Deze
frictie leidt derhalve tot de invoer van verontreinigende grond uit
het buitenland. Een overcapaciteit van stort in de afvalbranche en
een tekort aan reinigingsinstallaties kan leiden tot een grotere
stort in plaats van een noodzakelijke verbranding of destillatie.
Als laatste kan worden genoemd dat voor diverse soorten afval niet
of nauwelijks verwerkingstechnieken operationeel zijn (batterijen)
waardoor noodgedwongen naar een andere, minder geschikte
verwerkingstechniek moet worden uitgezien. Zo wordt vliegas
verwerkt in beton of asfalt, maar omdat het aanbod de vraag
overtreft blijft stort als enig alternatief over. De afvalmarkt is
sterk in beweging. De kleinere, van oudsher familiebedrijven zullen
steeds grotere concurrentie gaan ondervinden van kapitaalkrachtige
bedrijven, die proberen monopolieposities in de afvalketen te
krijgen (zie ook .5.8). Hoe meer onderdelen van die afvalketen een
bedrijf in bezit heeft, des te groter zijn de winstkansen voor het
bedrijf en des te moeilijker dat bedrijf door de overheid is te
controleren. De grote bedrijven zullen de kleinere na verloop van
tijd uit de markt drukken omdat de afvalverwerking aan steeds
hogere milieu-eisen moet voldoen. En die eisen in de
milieuwetgeving hebben tot gevolg dat grotere investeringen nodig
zijn om verwerkingsinstallaties te laten bouwen. De overheid kan
daaraan tegemoet komen door via allerlei subsidies te verstrekken
de kleinere bedrijven te steunen, maar deze praktijk zal als gevolg
van de TCR/TCA-affaire in de toekomst vermoedelijk minder vaak
voorkomen.
Voorts zal de internationale concurrentie sterker worden. Vele
afvalverwerkingsbedrijven zullen zich op internationale
afvalmarkten begeven om daar hun graantje mee te pikken. Dus ook
buitenlandse bedrijven zullen in Nederland actief worden, al was
het alleen maar om reden dat in Nederland in vergelijking met
andere Europese landen per hoofd van de bevolking het meeste afval
wordt geproduceerd en in ons land de wetgeving de meeste
mogelijkheden biedt om zich hier te vestigen als bedrijf. De
prijsverschillen tussen landen en tussen de regio’s binnen landen
houden in dat afval over grotere afstanden worden vervoerd en in
grotere hoeveelheden tegelijkertijd.
De totale hoeveelheid afval zal echter in toekomst afnemen zoals
de AOO in april van dit jaar heeft voorspeld. Maar dat afval is wel
veel moeilijker te verwerken. De prijzen zullen in ieder geval
sterk stijgen omdat de eisen van de overheid aan afvalverwerking
scherper zullen worden en het afval in de toekomst niet of
nauwelijks meer mag worden gestort, omdat stort de grootste
vervuiling oplevert. Dit betekent dat meer
afvalverwerkingsbedrijven op termijn in de financile moeilijkheden
zullen komen. De druk van de overheid om schoner te werken neemt
verder toe, terwijl de verwerkingscapaciteit nog niet aanwezig is,
de noodzakelijke technologien (nog) niet altijd toepasbaar zijn en
slechts met zeer hoge investeringen kunnen worden aangelegd en
ontwikkeld. Kleinere ondernemingen kunnen deze investeringen
vermoedelijk niet opbrengen. De keerzijde van deze druk is dat een
aantal afvalverwerkingsbedrijven meer winstmogelijkheden ziet door
op een illegale wijze dat afval te verwerken.