5.9. Samenvatting van risico’s van de afvalbranche voor
criminaliteit
Het is tegen de in dit hoofdstuk beschreven achtergrond dat
zware milieucriminaliteit plaatsvindt. Het is dus niet zo, wellicht
ten overvloede, dat deze condities dwingend naar criminaliteit
leiden, maar dat zij de gelegenheid daartoe bieden aan die
afvalverwerkers die op illegale wijze en ten koste van het milieu
hoge verdiensten willen behalen. In deze jonge economische sector
die zo’n sterke groei heeft doorgemaakt, zijn blijkbaar nog geen
mechanismen werkzaam die als barrires fungeren om criminaliteit
binnen de branche te beperken. Aangezien de overheid juist in deze
bedrijfstak een beleid van zelfregulering, privatisering en sturen
op afstand heeft toegepast is deze branche bijzonder kwetsbaar voor
zware vormen van milieucriminaliteit. In deze afsluitende pagina
vatten wij de risico’s nog eens samen. De lezer is dan beter in
staat het behandelde in de volgende hoofdstuk in de juiste context
te plaatsen. Enkele risico’s van het optreden van
milieucriminaliteit in afvalketen zijn (zie ook CRI, 1992):
1. door een sterk toegenomen produktdiversificatie en
complexiteit binnen de afvalketen is de branche zeer
onoverzichtelijk en moeilijk controleerbaar geworden;
2. in de afvalbranche bestaat een sterke tendens tot
schaalvergroting en monopolie- en kartelvorming
(machtsconcentratie) waarmee de overheid buiten spel kan worden
gezet, de prijzen kunnen worden opgevoerd en de overheidscontrole
op eventuele illegale activiteiten kan worden verhinderd;
3. het kostenniveau van diverse activiteiten uit de afvalketen
zal verder stijgen door het opleggen van aangescherpte milieunormen
en kostbare technieken (dure afvalscheiding, stringente
emissienormen). Hoe hoger de kosten zullen zijn, des te
aantrekkelijker zal illegale stort of verwerking voor
afvalverwerkingsbedrijven worden;
4. door een hoge mate van regeldichtheid en complexiteit van de
milieuwetgeving bestaan veel mazen in de wet die door malafide
bedrijven in hun voordeel kunnen worden uitgebuit. Tevens dragen
deze twee factoren bij aan een praktisch onuitvoerbare handhaving
van de bedoelde wetgeving;
5. branche-organisaties hebben grote invloed op het milieubeleid
van de overheid en op de vergunningverstrekking aan
afvalverwerkers;
6. qua internationale wetgeving, qua handhavingsambitie en qua
handhavingscapaciteit binnen Europa bestaan discrepanties waarvan
malafide afvalverwerkers en afvalmakelaars gebruik kunnen maken ten
koste van het milieu;
7. in Nederland bestaat een geringe pakkans en een bescheiden
strafmaat;
8. in de (inter)nationale afvalketens bestaan diverse kwetsbare
schakels; 9. zeer hoge winstmarges zijn te behalen door illegale
verwerking;
10. een groot aantal zelfstandige en onafhankelijk opererende
bestuurslagen, ambtenaren en (opsporings)instanties is bij de
afvalverwerking betrokken die binnen de afvalketen vanuit
deelbelangen handelen en tegen elkaar worden uitgespeeld door
machtige
branche-organisaties en sturings-NV’s;
11. de internationale samenwerking tussen nationale
opsporingsinstanties is gering, juist in een periode dat de
controles aan de landsgrenzen zijn afgeschaft en de afvalverwerking
meer op Europese en mondiale schaal plaatsvindt;
13. in veel segmenten van het milieu is de overheid in een soort
wurggreeppositie terecht gekomen waardoor zij als het ware wordt
gedwongen te kiezen voor pragmatische oplossingen zoals het gedogen
van situaties die uit milieuhyginisch perspectief onaanvaardbaar
zijn (zie hierover later meer) Noot .
14. als laatste genoemd maar zeker niet in de laatste plaats, is
het grootste risico voor zware milieucriminaliteit gelegen in het
gegeven dat het onopgemerkt kan blijven voor opsporingsinstanties
omdat illegale activiteiten worden gemengd met of zich afspelen
onder de dekmantel van legale activiteiten. Ook zijn de gevolgen
voor het milieu en voor de volksgezondheid pas op lange termijn
zichtbaar.