• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De afvalverwerkingsbranche – 5.9. Samenvatting van risico’s van de afvalbranche voor criminaliteit

    5.9. Samenvatting van risico’s van de afvalbranche voor
    criminaliteit

    Het is tegen de in dit hoofdstuk beschreven achtergrond dat
    zware milieucriminaliteit plaatsvindt. Het is dus niet zo, wellicht
    ten overvloede, dat deze condities dwingend naar criminaliteit
    leiden, maar dat zij de gelegenheid daartoe bieden aan die
    afvalverwerkers die op illegale wijze en ten koste van het milieu
    hoge verdiensten willen behalen. In deze jonge economische sector
    die zo’n sterke groei heeft doorgemaakt, zijn blijkbaar nog geen
    mechanismen werkzaam die als barrires fungeren om criminaliteit
    binnen de branche te beperken. Aangezien de overheid juist in deze
    bedrijfstak een beleid van zelfregulering, privatisering en sturen
    op afstand heeft toegepast is deze branche bijzonder kwetsbaar voor
    zware vormen van milieucriminaliteit. In deze afsluitende pagina
    vatten wij de risico’s nog eens samen. De lezer is dan beter in
    staat het behandelde in de volgende hoofdstuk in de juiste context
    te plaatsen. Enkele risico’s van het optreden van
    milieucriminaliteit in afvalketen zijn (zie ook CRI, 1992):

    1. door een sterk toegenomen produktdiversificatie en
    complexiteit binnen de afvalketen is de branche zeer
    onoverzichtelijk en moeilijk controleerbaar geworden;
    2. in de afvalbranche bestaat een sterke tendens tot
    schaalvergroting en monopolie- en kartelvorming
    (machtsconcentratie) waarmee de overheid buiten spel kan worden
    gezet, de prijzen kunnen worden opgevoerd en de overheidscontrole
    op eventuele illegale activiteiten kan worden verhinderd;

    3. het kostenniveau van diverse activiteiten uit de afvalketen
    zal verder stijgen door het opleggen van aangescherpte milieunormen
    en kostbare technieken (dure afvalscheiding, stringente
    emissienormen). Hoe hoger de kosten zullen zijn, des te
    aantrekkelijker zal illegale stort of verwerking voor
    afvalverwerkingsbedrijven worden;

    4. door een hoge mate van regeldichtheid en complexiteit van de
    milieuwetgeving bestaan veel mazen in de wet die door malafide
    bedrijven in hun voordeel kunnen worden uitgebuit. Tevens dragen
    deze twee factoren bij aan een praktisch onuitvoerbare handhaving
    van de bedoelde wetgeving;

    5. branche-organisaties hebben grote invloed op het milieubeleid
    van de overheid en op de vergunningverstrekking aan
    afvalverwerkers;
    6. qua internationale wetgeving, qua handhavingsambitie en qua
    handhavingscapaciteit binnen Europa bestaan discrepanties waarvan
    malafide afvalverwerkers en afvalmakelaars gebruik kunnen maken ten
    koste van het milieu;

    7. in Nederland bestaat een geringe pakkans en een bescheiden
    strafmaat;
    8. in de (inter)nationale afvalketens bestaan diverse kwetsbare
    schakels; 9. zeer hoge winstmarges zijn te behalen door illegale
    verwerking;
    10. een groot aantal zelfstandige en onafhankelijk opererende
    bestuurslagen, ambtenaren en (opsporings)instanties is bij de
    afvalverwerking betrokken die binnen de afvalketen vanuit
    deelbelangen handelen en tegen elkaar worden uitgespeeld door
    machtige

    branche-organisaties en sturings-NV’s;
    11. de internationale samenwerking tussen nationale
    opsporingsinstanties is gering, juist in een periode dat de
    controles aan de landsgrenzen zijn afgeschaft en de afvalverwerking
    meer op Europese en mondiale schaal plaatsvindt;

    13. in veel segmenten van het milieu is de overheid in een soort
    wurggreeppositie terecht gekomen waardoor zij als het ware wordt
    gedwongen te kiezen voor pragmatische oplossingen zoals het gedogen
    van situaties die uit milieuhyginisch perspectief onaanvaardbaar
    zijn (zie hierover later meer) Noot .

    14. als laatste genoemd maar zeker niet in de laatste plaats, is
    het grootste risico voor zware milieucriminaliteit gelegen in het
    gegeven dat het onopgemerkt kan blijven voor opsporingsinstanties
    omdat illegale activiteiten worden gemengd met of zich afspelen
    onder de dekmantel van legale activiteiten. Ook zijn de gevolgen
    voor het milieu en voor de volksgezondheid pas op lange termijn
    zichtbaar.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken