Gerben Bruinsma Universiteit Twente
VOORWOORD
De grote hoeveelheden afval die wij met z’n allen produceren
moet op de een of andere manier worden verwerkt en onschadelijk
gemaakt. De vrij jonge branche die in korte tijd heeft kunnen
uitgroeien tot een krachtige economische sector, wordt er al langer
van beschuldigd dat zich daar onoirbare praktijken voordoen die
ernstige gevolgen hebben voor het fysieke milieu en voor de
volksgezondheid. In het buitenland wordt er in diverse bronnen op
gewezen dat de georganiseerde misdaad bij de afvalverwerking
betrokken is. De markt is kwetsbaar voor infiltratie en het vele
geld dat in die branche omgaat maakt deze branche aantrekkelijk
voor criminele groepen. De opbrengsten kunnen met illegale
activiteiten nog verder worden vergroot. In dit deelrapport wordt
onder andere de vraag gesteld wat de aard en de omvang van de zware
milieucriminaliteit in Nederland is en wie voor deze vorm van
criminaliteit verantwoordelijk kunnen worden gesteld.
Aan deze deelstudie hebben de volgende personen een bijdrage
voor geleverd. Ik dank met name M. Arentsen van het Centrum voor
Schone Technologie en Milieubeleid (CSTM) van de Universiteit
Twente, de heer A. Hooimeijer van BDO CampsObers, de heer D. J. van
Zeben van het Milieu Bijstands Team, de heren B. Bruin, J. van
Doorn, F. den Hartog van de CRI, de heren H. Janssen en P. Tromp
van de regiopolitie Gelderland-Zuid, dat zij hun kennis en
expertise van de milieubranche met mij hebben willen delen.