4.1. Internationale smokkelroutes
Om de internationale smokkelroutes te beschrijven is het van
belang onderscheid aan te brengen tussen de soorten goederen. Voor
de aanvoerroutes van de drugs moet een onderscheid naar de soort
drug worden aangebracht.
De herone wordt grosso modo uit twee gebieden in de
wereld gexporteerd. Het eerste gebied is het meest bekende: de
Gouden Driehoek. In dit gebied dat is gelegen tussen Thailand,
Birma en Cambodja, worden de papaverplanten verbouwd en de herone
vervolgens uit opium gewonnen in kleine laboratoria. Het grootste
deel van deze herone wordt naar andere Aziatische landen
getransporteerd of naar Australi, de Verenigde Staten, Canada. Het
vervoer gaat over het algemeen per boot. Een ander deel wordt met
behulp van koeriers in kleine hoeveelheden per vliegtuig naar
Europa gebracht. Het zijn met name Chinese en Nigeriaanse criminele
groepen die achter deze smokkel van herone zitten, maar ook
Pakistani en Ghanezen zijn erbij betrokken.
Het tweede gebied waar de grondstoffen voor herone vandaan komen
is de Gouden Sikkel. Dit gebied is grofweg gelegen tussen
Afghanistan, Irak en Iran. Omdat de grenzen van Rusland gedurende
het communistische regime gesloten waren en de toegangswegen
slecht, verliep het transport van de herone voornamelijk via
Turkije. De Koerden controleerden en controleren nog altijd de
eerste aanvoerlijnen van de ruwe opium die in laboratoria in de
nabije omgeving van Istanbul wordt omgezet in herone. De smokkel
vindt
zelden per vliegtuig plaats maar gaat veeleer met behulp van
vrachtwagens via Griekenland, Joegoslavi, Oostenrijk en Duitsland
naar Nederland (Balkanroute). Als gevolg van de oorlog tussen de
Moslims, Servirs en Kroaten in het voormalige Joegoslavi moest de
smokkelroute worden verlegd. Vandaag de dag zijn er drie
aanvoerroutes: (1) via Griekenland per boot naar Itali en
vervolgens over de weg naar Nederland; (2) via Griekenland,
Roemeni, Bulgarije, Sloveni naar Oostenrijk en daarna via Duitsland
naar Nederland; (3) via de Kaukasus (Tsjetsjeni) door Rusland,
Polen en Duitsland naar Nederland. Deze laatste route brengt voor
de smokkelaars een groot risico met zich mee, omdat de kans te
worden geript of om protectiegeld te moeten betalen in die
doorvoerlanden heel groot is geworden.
Door het wegvallen van de controles aan de binnengrenzen van de
Europese Unie is de pakkans aanzienlijk gereduceerd. Vanuit Turkije
vertrekken per jaar 4.5 miljoen personenauto’s en 400.000
vrachtwagens naar Europa, waardoor effectieve controle van alle
auto’s praktisch onmogelijk is. Omdat ongeveer 85% van de herone in
Nederland afkomstig is van Koerden/Turken mag worden aangenomen dat
het merendeel daarvan met vrachtwagens naar Nederland wordt
gebracht en niet via de luchthaven Schiphol of de Rotterdamse
haven. Deze heronehandelaren bedienen zich derhalve niet van de
havens om hun illegale goederen naar Nederland te vervoeren maar
maken gebruik van de transportbranche (zie ook het hoofdstuk van
Bovenkerk en Lempens over de transportbranche).
De cocane is vrijwel geheel afkomstig van landen uit
Zuid-Amerika. Colombia is de grootste producent, maar ook Peru is
als producerend land in opkomst. Het Cali-kartel en het
Medelln-kartel voorzien vanuit Colombia vrijwel de gehele vraag
naar cocane in de wereld. Naast de Verenigde Staten zijn de
Europese landen de grootste afnemers. De smokkel wordt
hoofdzakelijk op twee manieren uitgevoerd. In de eerste plaats
wordt de cocane rechtstreeks met (container)schepen naar de havens
in Europa vervoerd. De cocane bevindt zich in containers die in de
haven Buenaventura worden geladen op eigen of andere schepen. De
tweede manier van smokkel van cocane gaat via (kleine) vliegtuigjes
naar de Bahama’s om vervolgens in kleinere hoeveelheden per bootje
of per vliegtuig naar de USA te worden vervoerd. Tussenstops voor
de vliegtuigen worden ook gemaakt in Suriname en de Nederlandse
Antillen. Vandaar wordt de cocane in grote hoeveelheden (100 kilo
of meer) ofwel in containers per boot naar de Nederlandse havens
gesmokkeld, ofwel via koeriers (waarover later meer) in kleinere
hoeveelheden per vliegtuig naar Schiphol. Omdat de diverse
opsporingsinstanties in Europa tegenwoordig schepen uit Colombia
strenger controleren, maken de Colombiaanse kartels steeds vaker
gebruik van ingewikkelde routes via andere landen of van schepen
onder andere vlag om de cocane naar Spanje of Nederland te bengen.
De Rotterdamse haven (en Schiphol) is voor de kartels een
belangrijke haven voor de aanvoer van cocane naar Europa, aldus
Bettien Martens aan Bovenkerk (Bovenkerk, 1995). Spanje wordt
tegenwoordig steeds vaker benut als aanvoer- en transitogebied voor
cocane. Marbella is uitgegroeid tot een internationale
ontmoetingsplaats voor internationale drugshandelaren en
Zuidamerikaanse cocane wordt daar tegen Turkse herone geruild.
Colombianen zijn op smokkelgebied zeer inventief en pakken alles
aan: elke mogelijkheid cocane te smokkelen, van klein (een pond)
tot groot (honderden kilo’s), wordt aangegrepen. De Colombianen
zijn ware meesters in het bedenken van (nieuwe) manieren waarop
wordt gesmokkeld (Bovenkerk, 1995). Eventuele verliezen als gevolg
van opsporingsactiviteiten worden voor lief genomen. Het aanbod van
cocane is zo enorm dat verliezen kunnen worden ingecalculeerd.
Van de softdrugs is de marihuana eveneens voor een zeer
groot deel afkomstig uit Colombia. Andere kleine exporterende
landen van marihuana zijn Nigeria, Ghana, Libanon en Jamaica
(Boekhoorn, e.a., 1995). Vanuit Colombia worden grote hoeveelheden
(5-15.000 kilo) per keer per container over zee vervoerd naar
Nederland. De prijs maakt de smokkel van kleine hoeveelheden
marihuana – dit in tegenstelling tot cocane of herone –
onaantrekkelijk.
De meeste marihuana is voor doorvoer naar andere landen bestemd,
slechts een zeer klein deel voor de Nederlandse markt. De routes
van marihuana vanuit Colombia zijn vrijwel dezelfde als die van
cocane. De meeste marihuana wordt per schip vervoerd. Per vliegtuig
wordt nauwelijks marihuana gesmokkeld. De marihuana moet goed
worden verpakt om de sterke geur tegen te gaan en om te voorkomen
dat vocht de marihuana aantast.
De hash is afkomstig van Pakistan (donkere of zwarte
soorten), Afghanistan, Nepal of India en Marokko (gele en bruine
soorten) en Libanon (gele of rode). De Marokkaanse hash vindt in
Nederland gretig aftrek en wordt op verschillende manieren naar
Nederland gesmokkeld. Vanuit het Rifgebergte wordt de hash in
kleine, luchtdichte verpakkingen per ezel naar de kust vervoerd.
Daar vindt centraal de eerste opslag plaats. Vandaar wordt met
kleine bootjes de hash naar zeilschepen voor de kust gebracht die
naar Spanje of Zuid-Frankrijk varen waar vrachtwagens de lading
overnemen. Een deel wordt in containers per zeeschip naar Nederland
gebracht (voornamelijk Rotterdam), een deel via de ferry per
vrachtauto door Spanje. De vrachtauto’s zijn van Nederlandse
transportondernemingen of van Nederlandse criminele groepen. De
Pakistaanse hash wordt hoofdzakelijk per zeeschip naar de
Rotterdamse haven gesmokkeld en is voor een deel voor de
Nederlandse markt bestemd. Veel wordt er verder getransporteerd
naar Noord-Amerika waar Canada een goede afnemer
blijkt te zijn.
Via de zeehavens worden ook gestolen auto’s naar diverse
werelddelen gesmokkeld. Het gaat hierbij niet zozeer om de import
van gestolen personenauto’s maar om de export ervan. Om meer auto’s
tegelijk te vervoeren is een schip goedkoper en efficinter dan het
aantrekken van vele koeriers die de gestolen exemplaren persoonlijk
naar de plaats van bestemming rijden. Uit het deelrapport over de
autobranche is naar voren gekomen dat sommige criminele groepen van
de haven gebruik maken om gestolen auto’s naar Letland, Litouwen en
Rusland te vervoeren Noot , naar landen in Afrika
(Marokko, Ghana) of naar het Midden-Oosten. De gestolen exemplaren
worden geplaatst tussen legale en het gehele transport vindt plaats
onder de supervisie van im- en exportbedrijven voor
automobielbedrijven die soms speciaal voor dit doel zijn opgericht.
De route gaat via de Noordzee naar de Oostzee of via de Atlantische
Oceaan en de Middellandse Zee. Wapens worden in de wereld op
alle mogelijke manieren gesmokkeld. De zware wapens worden per boot
vervoerd en de lichtere wapens per (vracht)auto en per vliegtuig.
Er zijn diverse berichten dat veel wapens (ook automatische) uit
Oosteuropese landen naar landen in Europa worden gesmokkeld.
Mensensmokkel vindt voornamelijk plaats per auto en per
vliegtuig. Vanuit Oost-Europa worden de meeste illegalen of anderen
met kleine busjes naar het westen vervoerd. Afhankelijk van het
land van herkomst wordt gebruik gemaakt van de grote doorlaatposten
aan de oostgrens van Duitsland en Oostenrijk. Niet alle gesmokkelde
mensen hebben Nederland als eindbestemming. Vanuit Nederland wordt,
bijvoorbeeld, met kleine zeescheepjes de overtocht naar Engeland
gemaakt of per vliegtuig naar de Verenigde Staten of Canada. De
mensensmokkel vanuit Azi (in het bijzonder Chinezen), Afrika of
Zuid-Amerika vindt vrijwel uitsluitend per vliegtuig plaats. Vaak
worden allerlei overstaps gemaakt om de herkomst van betrokkenen te
verdoezelen (meer over dit onderwerp in .4.3.2).
Een relatief nieuwe soort smokkel is het illegale vervoer van,
meestal gevaarlijk, afval. Om elders in de wereld goedkoper
afval te kunnen verwerken maken bedrijven in de afvalbranche
gebruik van de transportfaciliteiten in Nederland. Naast de
illegale transporten over de weg, maken malafide afvalverwerkers of
afvalmakelaars gebruik van containers voor vervoer overzee om
elders in de wereld illegaal te storten of tegen een veel lagere
prijs te verwerken. De zeeroutes lopen voornamelijk naar landen in
Afrika en naar landen in Oost-Europa, waar via de havens aldaar de
containers naar legale en illegale stortplaatsen worden vervoerd.
Omdat veelal met vervalste laadbrieven voor containers wordt
gewerkt (zie hierover meer in het deelrapport over de
afvalverwerkingsbranche), is de aard van de lading niet in alle
gevallen bij de kapiteins van de betrokken schepen bekend.
Tenslotte kan worden vermeld dat beschermde en uitheemse dier-
en plantensoorten per vliegtuig en per boot vanuit tropische
gebieden naar de westerse wereld, Japan en het Midden-Oosten worden
getransporteerd (zie het hoofdstuk over de wildlifebranche van
Bruinsma). Levende dieren worden om voor de hand liggende redenen
altijd per vliegtuig gesmokkeld, planten alsmede kadavers per
schip. Ook hiervoor worden de havens in Nederland gebruikt,
voornamelijk in verband met het feit dat Nederland over vitale
transportknooppunten beschikt.