4.3. De luchthaven Schiphol
4.3.1. De aard en omvang van smokkel van drugs
Om het opsporen van drugsdelicten in de passagierslijn beter te
organiseren is een samenwerkingsverband met de naam Schipholteam
opgericht bestaande uit leden van de Marechaussee en de douane post
surveillance Hoofddorp. Dit team heeft ook tot taak de nationale en
internationale opsporingsinstanties assistentie te verlenen. Het
team bestaat uit twee teamleiders, twee cordinatoren en 24
rechercheurs. De hoeveelheden onderschepte drugs zijn op Schiphol
beduidend lager dan in Rotterdam, voornamelijk in verband met het
feit dat containersmokkel in grotere hoeveelheden plaatsvindt. Werd
in Rotterdam in 1994
ruim 188.000 kilo aangetroffen, in Schiphol werd ruim 2.000 kilo
drugs onderschept. Kijken wij naar de soorten drugs die worden
ontdekt dan komt het volgende beeld naar voren.
Op Schiphol werd in het jaar 1994 ruim 705 kilogram
marihuana in beslag genomen (in 1993: 1.068) kg. Vergeleken
met de enorme hoeveelheden die in de Rotterdamse haven in
containers worden aangetroffen vallen deze kilo’s in het niet. Dit
bevestigt de veronderstelling dat in geval van marihuana, mede door
de omvang, vervoer over zee de meest gekozen vervoersvorm is. De
aangetroffen marihuana is afkomstig van landen als Nigeria en
Jamaica. In 1994 waren in 51 van de 66 smokkelzaken met betrekking
tot marihuana vluchten uit Nigeria betrokken. De meeste
aanhoudingen vinden plaats in de maanden april/mei en oktober en
december. In totaal zijn 35 (in 1993: 77) personen aangehouden
waarvan 12 Engelsen, 8 Nigerianen, 7 Nederlanders en 2 Jamaicanen.
De hashsmokkel via Schiphol kan worden vergeleken met die
van marihuana. In 1994 werd 496 kilo in beslag genomen (in 1993:
1.543 kg). De landen waarvan de hash afkomstig is, zijn Marokko,
India en Pakistan. Er zijn in 1994 59 (in 1993: 69) verdachten
aangehouden: uit Duitsland (11), Engeland (11), Marokko (10) en
Nederland (5).
Het grote aantal aangehouden verdachten rechtvaardigt de
veronderstelling dat het hier gaat om gebruikers die vanuit hun
vakantieland softdrugs voor eigen gebruik importeren dan wel om
kleine handelaars die zelf per vliegtuig kleine hoeveelheden
importeren. Voor de veronderstelling dat grote georganiseerde
criminele groepen bij deze vormen van smokkel zijn betrokken, zijn
geen aanwijzingen gevonden. De heronesmokkel via Schiphol
blijkt volgens een analyse van het Schipholteam voor het merendeel
te gaan om transito naar elders in de wereld. Het waren
voornamelijk transitoreizigers die met herone werden aangetroffen.
De 95.5 kilo die de Marechaussee en de douane in 1994 (in 1993: 78
kg) hebben ontdekt waren afkomstig van Pakistan, Turkije en
Nigeria. Opvallend is dat geen Chinezen werden aangehouden, terwijl
deze groep actief bij de smokkel per vliegtuig is betrokken (zie
het rapport van Fijnaut over Chinese triades). De 29 aangehouden
verdachten (1993: 31) zijn voornamelijk Nederlanders (5),
Nigerianen (5), Turken (4) en Duitsers (4). De meeste aanhoudingen
vonden plaats in de maanden februari, mei en augustus. Op grond van
de hoeveelheid inbeslaggenomen cocane en het aantal
aangehouden verdachten kan worden gesteld dat voor wat betreft
Schiphol cocane de meest gesmokkelde drug is. In totaal werd in
1994.782 kilo (1993: 914 kg) in beslaggenomen, met als topmaanden
juli, augustus en september (de vakantiemaanden). De cocane is
afkomstig van Colombia, de Nederlandse Antillen en Suriname. Er
zijn 210 verdachten aangehouden (1993: 277). De meesten zijn
Antillianen (44), Nederlanders van Surinaamse herkomst (30) en
Surinamers (17), Engelsen (13) en Colombianen (12). In 44 gevallen
heeft het Schipholteam de cocane gecontroleerd afgeleverd,
waarvan slechts in n zaak binnen Nederland en in de overige
gevallen naar Europese landen Noot . In 1993 bedroeg dit
aantal gecontroleerde doorleveringen 22 zendingen, waarvan 14
zendingen met een onbekende hoeveelheid cocane en n met 107 kilo.
Bij marihuana werd eenmaal gecontroleerd doorgeleverd (ruim 1.800
kilo) en twee keer met onbekende hoeveelheid; bij hash betrof het
een zending van 600 kg en drie zendingen waarvan de omvang onbekend
was.
De meeste aangehouden verdachten zijn koeriers die in opdracht
van criminele groepen in de bronlanden of uit Nederland cocane op
of in hun lichaam of in hun bagage meenemen. Meestal gaat het per
keer om niet meer dan een paar kilo (maximaal zes). Het
Schipholteam heeft meer tactische opsporingsonderzoeken verricht
naar de groepen die voor deze smokkel verantwoordelijk kunnen
worden gesteld. Antilliaanse en Surinaamse groepen en personen
vormen hiervan de hoofdmoot. In .4.3.1.3 worden deze groepen nader
bestudeerd aan de hand van ons analyseschema.
4.3.1.1. De smokkel via koeriers
Veel internationaal opererende criminele groepen maken gebruik van
koeriers om de drugs per vliegtuig naar de plaats van bestemming te
brengen. Deze drugs zijn vrijwel altijd harddrugs als cocane en
herone omdat de winsten ook bij kleine hoeveelheden nog
aantrekkelijk zijn. Een paar kilo levert op straat al snel
tienduizenden guldens op. De kosten die moeten worden gemaakt, de
vergoeding voor de koeriers, de vliegtickets en de verblijfskosten,
zijn daarmee vergeleken laag. Bovendien wordt het risico van
ontdekking in zijn geheel gelegd bij de koerier waardoor de
criminele groep, afgezien van het verlies van de drug, buiten schot
blijft. Tegen een relatief lage vergoeding worden de
strafrechtelijke risico’s door de koerier gedragen. Dat die
risico’s veelal zeer hoog zijn, is onlangs in de zaak van een
Nederlandse zakenman in Singapore weer gebleken. De volgende casus
geeft een doorsnee geval in Nederland aan. Het voorbeeld is
afkomstig uit een dossier van een van de regiokorpsen van
Nederland. Het betreft een zaak van twee Nederlandse koeriersters
die met zes kilo cocane werden aangehouden op Schiphol.Op een
verjaardagsfeestje werd een van beide vrouwen (midden twintig) door
een onbekende aangesproken met het verzoek iets te smokkelen. In
ruil daarvoor kregen de vrouwen f.7.000,- en een gratis 10-daagse
vliegreis naar de Antillen aangeboden. Bij belangstelling moesten
zij een bepaald semanummer bellen. De ene vrouw vroeg bedenktijd en
overlegde de maand daarna
met haar vriendin. Het geld en de reis waren uiteindelijk
aantrekkelijker dan de eventuele risico’s. Na contact te hebben
gezocht werden zij op een openbare plaats door dezelfde persoon
benaderd en vervolgens naar een hen onbekende woning gebracht waar
zij van een ander instructies kregen. De datum van de reis werd
vastgelegd en zij ontvingen geld voor tickets. Naast de 10-daagse
vliegreis werd ook een hotel geboekt. Na aankomst werden de twee
vrouwen op het vliegveld afgehaald door een onbekende die hen met
een busje naar het hotel bracht. Na een aantal dagen werden zij in
het hotel door een onbekend meisje benaderd die hen meedeelde dat
zij ‘s avonds op een bepaalde plaats moesten zijn voor verdere
afspraken. Daar kregen zij te horen dat zij op hun hotelkamer
moesten blijven omdat hen daar aangepaste kleding zou worden
gebracht. De cocane diende onder de geprepareerde kleding op het
lichaam te worden bevestigd. De terugreis geschiedde onder
begeleiding op afstand. Deze begeleiding diende ter controle van
beide dames. In de aankomsthal in Schiphol werden de vrouwen
benaderd door een hen onbekende man die voor vervoer naar Amsterdam
zorg droeg. Daar kregen zij op een werderom onbekend adres het
restant van het hun beloofde geld en werd de cocane van hun lichaam
verwijderd.
Uit dit voorbeeld blijkt wel dat koeriers door criminele groepen
worden gebruikt, of beter gezegd misbruikt, om de cocane of een
andere drug te smokkelen. Het is vrijwel uitgesloten dat zij deel
uitmaken van de smokkelende criminele groep. Alle
voorzorgsmaatregelen zijn er op gericht de koerier zo min mogelijk
te laten weten. Zij krijgen steeds met wisselende personen te maken
die hun deelopdrachten geven en informatie verstrekken hoe in
bepaalde situaties te handelen. De kennis die zij krijgen is
gefragmenteerd en wordt door de organisatie bewust beperkt
gehouden. Voor het werken met koeriers worden meerdere groepsleden
ingeschakeld: voor de werving, de opdrachtgever in het land van
werving, voor de betalingen en afspraken voor het transport, het
controleren van de koeriers en het waken voor politie-infiltratie,
de opvang in land van verzending, de opdrachten aldaar, de
overdracht van de drugs, de begeleiding op het vliegveld en de
begeleiding tijdens de vlucht, de opvang in Nederland, de
uitbetaling. Smokkel door middel van koeriers is voor criminele
groepen derhalve een arbeidsintensieve aangelegenheid.
Er zijn vijf soorten smokkelmethoden waarvan koeriers die per
vliegtuig reizen zich bedienen: 1. De slikkers, die cocane in de
vorm van bolletjes inslikken. De cocane verlaat het lichaam langs
natuurlijke weg;
2. de duwers, die de cocane anaal dan wel vaginaal
vervoeren.
Voor methode 1 en 2 geldt dat deze moeilijk door de
opsporingsinstanties te ontdekken is. Meestal is de hoeveelheid
gesmokkelde drugs niet erg groot (tot 1 2 kilo).
3. Drugs kunnen via speciaal geprepareerde kleding en ondergoed op
het lichaam van koeriers worden gesmokkeld. Bijvoorbeeld door
middel van een luier of een spijkerbroek; daarnaast wordt de herone
of cocane ook wel direkt op het lichaam geplakt;
4. in de bagage (koffers of handbagage) van de koeriers;
5. drugssmokkel door de bemanning van vliegtuigen (piloten,
werktuigbouwkundige, purser, sterwardess, en dergelijke). Omdat zij
minder aan inspecties worden onderworpen en het controlerend
personeel na verloop van tijd vaak persoonlijk kennen, lopen zij
minder kans op luchthavens te worden aangehouden. Een aantal
aanhoudingen op Schiphol van piloten, stewardessen en pursers in de
afgelopen jaren heeft de opsporingsdiensten overigens weer op deze
smokkelvariant attent gemaakt.
Er bestaat geen wetenschappelijk onderzoek naar de achtergronden
en de kenmerken van drugskoeriers, met uitzondering van de
publikatie van Janssen (1994, p. 56-60). Zij rapporteert over een
klein aantal Latijnsamerikaanse koeriersters die in Nederland zijn
gedetineerd in de Bijlmerbajes. De meeste koeriersters komen uit
Colombia en zijn of tussen de twintig en dertig jaar f tussen de
veertig en de vijftig jaar oud, zij zijn veelal ongehuwd of gehuwd
geweest, laag geschoold en hadden in het verleden voor hun detentie
ooit wel eigen handeltjes in kleding of stoffen gehad. De
Marechaussee heeft een beperkte analyse gemaakt van een aantal,
niet representatieve, zaken waarin koeriers zijn aangehouden
(Koninklijke Marechaussee, 1994). Er zijn 27 koeriers onderzocht om
na te gaan of er speciale herkenbare eigenschappen hebben. Onder
deze 27 koeriers, aangehouden in de periode van 1 januari 1994 tot
en met augustus 1994, zijn 22 mannen en 5 vrouwen. De gemiddelde
leeftijd was bijna 30 jaar, met als jongste 18 jaar en als oudste
51 jaar. Bijna al deze koeriers vlogen met de KLM. Dit zegt
overigens meer over de selectieve controle van de Marechaussee dan
van de keuze van de koeriers voor een bepaalde maatschappij. Van de
aangehouden koeriers vervoerde de grote meerderheid cocane en een
klein deel herone. Cannabisprodukten werden niet aangetroffen.
Twaalf vervoerden de drugs oraal, vier vaginaal, twee anaal en twee
koeriers plakten bolletjes op hun lichaam. Van de aangehouden
koeriers waren er slechts negen op doorvlucht naar andere
bestemmingen. Koeriers werken vaak
met tween en met een voor hen onbekende controleur die de smokkel
in de gaten houdt en voorkomt dat de koerier verdwijnt met de
drugs. Verdere achtergrondkenmerken werden niet onderzocht. De
Engelse luchthavenpolitie van Heathrow onderzocht 55 Engelse zaken
voor de Marechaussee. Opvallend bij dat onderzoek was dat het
hierbij in de meeste gevallen cannabis betrof; 16 keer betrof het
cocane. De meeste koeriers slikten (33x), gevolgd door anaal
vervoer (19x). De meeste koeriers hebben weinig bagage bij zich en
hebben een beroep dat niet bij de reis en de bestemming past
respectievelijk zijn zonder beroep. De Engelse luchthavenpolitie
pretendeert aan het gedrag van mensen betrokkenheid bij
drugssmokkel te herkennen. Uit het feit dat de Engelsen India als
meest voorkomende bronland noemen, Engelse staatsburgers de
grootste groep aangehoudenen vormen en het de smokkel van cannabis
betreft, kan worden afgeleid dat het voornamelijk gaat om
gebruikers die voor eigen gebruik drugs meenemen. Professionele
koeriers lijken in het Engelse onderzoek op Heatrow niet voor te
komen.
Dit laatste geldt ook voor de opsporingsdiensten op Schiphol.
Behalve het gebruik van honden die zijn getraind op de herkenning
van drugs, worden de observaties van passagiers uit bronlanden nog
altijd op grond van intutie (verwoord in instructies) uitgevoerd.
Zenuwachtig kijkende passagiers, of passagiers die wachten op
onbekenden kunnen wijzen op drugsmokkel. Er is een Profilingsysteem
van tickets, maar dat is zo ruim dat heel veel passagiers daaronder
vallen (Koninklijke Marechaussee, 1995).
Professionele criminele organisaties wisselen voortdurend van
type koerier. Op grond van hun ervaringen met de opsporing zullen
zij steeds een ander type koerier inzetten: de ene keer een jonge
vrouw, dan weer een zakenman en het liefst hele gezinnen met kleine
kinderen.
4.3.1.2. De smokkel via vrachten en bagage
Een andere smokkelmethode met betrekking tot cocane via Schiphol is
het verstoppen van cocane tussen legale vrachten of in koffers van
onwetende passagiers of van medeplichtigen. In principe alle
soorten vracht kunnen bij de smokkel worden gebruikt. Zo werd op
Schiphol een groep Surinamers aangehouden omdat zij tussen groenten
een jaar lang cocane hadden gesmokkeld. Bovenkerk (1995, p. 167)
beschreef op grond van het levensverhaal van Bettien M. onder
andere hoe bedrijven worden ingeschakeld voor de smokkel van
drugs:
1. volkomen legale bedrijven die door criminele groepen,
overigens zonder dat de bedrijfsleiding dat weet, worden gebruikt
om drugs te verbergen tussen de vrachten van deze bedrijven; 2.
legale bedrijven die door de eigenaren of bedrijfsleiding welbewust
worden gebruikt voor smokkel (het voorbeeld van de groentehandel
hiervoor);
3. illegale bedrijven waarvan de winsten worden gebruikt om
speciale legale faades op te bouwen; 4. volkomen illegale bedrijven
die door criminele groepen zijn opgericht om te kunnen smokkelen.
De grote hoeveelheden vracht die dagelijks op Schiphol aankomen
maken een intensieve controle op de aanwezigheid van drugs vrijwel
onmogelijk. De snelheid waarmee de goederen het terrein van
Schiphol af moeten om te worden getransporteerd naar de afnemer,
maakt het heel moeilijk voor de opsporingsinstanties alle vracht te
inspecteren. De ervaring leert wel dat vrachten uit bepaalde landen
of voor bepaalde bedrijven drugsgevoeliger zijn. De frequentie en
de intensiteit van de inspecties zijn daarop wel afgestemd. Meestal
bestaat de controle uit inspectie met drugshonden, maar die zijn
niet langer dan 4 tot 5 uur per dag beschikbaar.
Naast smokkelwaar tussen legale vracht kunnen drugs in de bagage
van passagiers worden verborgen. Daarvoor hebben criminele groepen
hulp nodig van binnenuit. Koffers van onwetende passagiers moeten
in het land van vertrek worden opengemaakt om de drugs te plaatsen.
Onwetende passagiers houden voor smokkelaars altijd een risico in,
omdat nooit bekend is wat zij gaan doen, waar zij naar toegaan en
hoe zij moeten worden gevolgd. Daarom wordt vaker een andere
werkwijze toegepast. Op naam van passagiers die geen of heel weinig
bagage hebben, wordt een koffer op de band gezet waarin drugs zijn
verstopt. De koffer krijgt een vals bagagelabel en
identificatienummer en wordt van een opvallende sticker voorzien.
In het land van bestemming wordt de koffer door een andere
medewerker van de groep van de band gehaald en met behulp van een
pasje buiten de douane om naar buiten gebracht. Deze manier van
smokkelen houdt wel in dat er luchthavenpersoneel op minimaal twee
vliegvelden voor de smokkelaars werkzaam moeten zijn (zie verder
hoofdstuk 5).
4.3.1.3. Dossieranalyse: criminele groepen
De dossiers van de Koninklijke Marechaussee die voor dit
deelonderzoek ter beschikking zijn gesteld, maken na het nodige
lees- en analysewerk duidelijk dat slechts de onderkant van de
criminele netwerken door de
Marechaussee (en vroeger de rijkspolitie) kan worden getraceerd.
Het betreffen voornamelijk tactische opsporingsonderzoeken naar
koeriers en medeplichtigen die werkzaam zijn op Schiphol en
diensten verlenen aan criminele groepen. De criminele groepen die
op de achtergrond aan de touwtjes trekken en de transporten
organiseren blijven vrijwel altijd buiten het zicht van de
Marechaussee. Dit zegt minder over de werkwijze van de Marechaussee
(al heeft die er wel mee te maken), dan over de werkwijze van
criminele groepen. Leidende figuren in die groepen of netwerken
verzorgen nooit transporten maar laten dat over aan tijdelijk
ingehuurde koeriers of kwetsbare personen met vitale functies op
een vliegveld, waardoor met hun medewerking de smokkel soepel kan
verlopen.
De smokkel die de rijkspolitie en later de Marechaussee in het
vizier krijgt, betreft voornamelijk cocane. De verdachten zijn
vrijwel allemaal Surinamers en Antillianen. De verdachte
medeplichtigen hebben dezelfde achtergrond. Dit beeld komt overeen
met dat wat Bovenkerk en Fijnaut in hun deelrapport over etnische
en buitenlandse groepen hebben geschreven. De koeriers en het
luchthavenpersoneel worden in een aantal gevallen aangestuurd
vanuit het land van oorsprong en wel door mensen uit het leger en
de politie en in een klein aantal gevallen door in Nederland
actieve criminele groepen. Vrijwel alle opgespoorde smokkellijnen
op Schiphol lopen vanuit Suriname en de Nederlandse Antillen, die
de cocane vanuit Colombia ontvangen. In vrijwel alle dossiers van
de luchthaveninstanties en die van de regiokorpsen wordt melding
gemaakt van corrupte douaniers, ambtenaren, inladers,
luchthavenpersoneel en personeel van luchtvaartmaatschappijen
uit deze twee bronlanden. Op de achtergrond zijn criminele
groepen actief die verder onzichtbaar blijven voor de Marechaussee
en de rijkspolitie. Een meer gedetailleerde kijk op de dossiers
levert het volgende beeld op. Van de vijf dossiers van de
Koninklijke Marechaussee die gaan over drugs smokkelende criminele
groepen was er een ongeschikt voor dit deelrapport omdat het een
zaak betreft van een groep Amsterdammers (13 mannen en vrouwen) en
een Italiaan die cocane per auto smokkelden naar Itali. Schiphol
had daarmee geen directe relatie. De andere dossiers betreffen
allemaal zaken van Surinamers en Antillianen die cocane via
Schiphol naar Nederland importeerden. En zaak speelde in 1992. De
betreffende groep bestond uit acht Ghanezen en drie Surinamers die
betrokken waren bij de smokkel van meerdere kilo’s cocane. De
mannen waren in de leeftijd tussen de 22 en 39 jaar. Een Ghanees
organiseerde vanuit Amsterdam de smokkel. De feitelijke regie vond
plaats vanuit Suriname waar werd bepaald wanneer en hoeveel cocane
werd gesmokkeld. De groep werkte met zes koeriers die de drugs
vanuit Suriname of de Antillen (Aruba) meenamen en met een aantal
Ghanezen die op Schiphol als schoonmaker of -maakster werkzaam
waren. De laatsten verzorgden de opvang van de koeriers en het
buiten Schiphol brengen van de cocane en de koeriers. De zaak kwam
aan het rollen toen een Ghanese schoonmaakster met twee koeriers
bij toeval door een particuliere beveligingsbeambte op een
beschermd deel van het terrein op Schiphol werd aangetroffen
terwijl alleen zij over een pas beschikte. Met deze pas kon zij
deuren naar buiten openen. Bij een andere vlucht uit Suriname kon
van deze groep een Surinamer worden aangehouden komende uit
Paramaribo die in de aankomsthal 11 kilo cocane overhandigde aan
een vrouw met een drie-jarig kind.
In een zaak uit 1993 en 1994 speelde een KLM-loodsmedewerker van
Surinaamse origine een hoofdrol Noot . Met behulp van
twee Surinaamse medeplichtigen van 30 en 35 jaar oud smokkelde hij
vanuit Curaao diverse kilo’s cocane. De cocane werd verstopt in een
houten kist die door de verzender werd gemerkt. De loodsmedewerker
haalde de kist van de pallet en bracht de drugs naar een handlanger
buiten de luchthaven. In hetzelfde jaar werden tussen groenten, die
uit Suriname naar Nederland werden gemporteerd, hoeveelheden cocane
ontdekt. Achteraf bleek het te gaan om geregelde zendingen uit
Suriname naar Surinaamse toko’s in Amsterdam. De winkels haalden de
groenten op en moesten op een parkeerplaats langs de snelweg
parkeren, waar medeplichtigen de cocane tussen de groenten vandaan
haalden. Onbekend is wie de cocane in Suriname tussen de groenten
plaatste. In Amsterdam zijn verscheidene Surinamers aangehouden in
de leeftijd van rond de vijfendertig jaar oud.
Een grote zaak kwam recentelijk in het nieuws toen de
Marechaussee een smokkellijn vanuit Zuid-Amerika naar Amsterdam
oprolde. De groep bestond uit een aantal Surinamers werkzaam in de
KLM-bagagekelder op Schiphol en in Suriname en Curaao. Veel leden
hadden antecendenten op het gebied van verdovende middelen. De
koffers met cocane werden gemerkt verzonden vanuit die landen en in
Nederland uit de bagageruimte verwijderd. In totaal schat de
Koninklijke Marechaussee dat ongeveer 1.500 kilo cocane Nederland
is binnengesmokkeld in zendingen van 15 kilo per keer. De methodiek
was dat de koffer met cocane werd ingecheckt op naam van een
passagier die geen bagage had. Dat viel niemand op en ook de
betreffende passagier wist van niets aangezien de koffer tijdig van
de band werd gehaald. De koffer kon worden herkend aan bepaald
vrachtlabel. In andere gevallen werd met postzakken gewerkt of met
koeriers (familieleden op vakantiereis). De groep smokkelaars had
diverse medeplichtigen in de genoemde landen. De hoofdrolspeler op
Schiphol beschikte over diverse corrupte contacten te Suriname,
Curaao en Colombia. De cocane werd betrokken van het Medellnkartel.
Per schip werd de cocane van Colombia naar Curaao vervoerd, alwaar
de drugs in een hotel werden opgeslagen. Een enkele keer werd via
Miami gevlogen om geen aandacht te trekken. In Curaao was een
corrupte douanier voor de groep werkzaam en een medewerkster aan
de
incheckbalie (die wist welke passagier geen of weinig bagage bij
zich had). Verder hielpen transportmedewerkers en familieleden die
in de catering van een luchtvaartmaatschappij werkzaam waren. De
groep had de hele vrachtketen vanuit Curaao tot op Schiphol in haar
greep doordat overal medeplichtigen meewerkten zodat de drugs op
cruciale momenten buiten de controle van politie en particuliere
beveiliging kon blijven. Geweld werd niet geschuwd om groepsleden
in het gareel te houden. Een groepslid dat voor zichzelf een
smokkellijn wilde beginnen werd op hardhandige wijze afgestraft.
Eenmaal buiten Schiphol werd de koffer naar een parkeerplaats
gebracht, waar een handlanger van de groep die de bagage van de
vliegtuigbemanningen afhandelde, de coke overnam. Vervolgens werd
een deel van de cocane naar coffeeshops in Amsterdam gebracht dan
wel naar Rotterdam. De verdiensten werden onder andere besteed aan
het kopen van onroerend goed in Suriname of het daar laten bouwen
van een woning. Verder werden mooie auto’s gekocht en werd met de
opbrengsten een uitbundige levensstijl gevoerd. Uit de
beschrijvingen van de analyse kan worden opgemaakt dat de zaken
vooral betrekking hebben op verdachten die op Schiphol werkzaam
zijn. Het gaat om smokkel van cocane. Schipholpersoneel speelt een
ondergeschikte rol. De regie achter de schermen vindt vanuit
Suriname plaats. De groepen maken gebruik van corrupte
medeplichtigen die toegang hebben tot bepaalde gebieden en kennis
hebben van de faciliteiten die de luchthaven biedt.
4.3.2. De aard en omvang van mensensmokkel
Noot
De smokkel van mensen is voor criminele groepen aantrekkelijk om
meer redenen. De betalingen die van wanhopige mensen kunnen worden
verlangd zijn aanzienlijk. Doorgaans leggen mensen tussen de 5.000
en 20.000 gulden neer om naar een land te worden gesmokkeld. De
pakkans van smokkelaars is internationaal gezien zeer laag en de
straffen die op mensensmokkel staan zijn bescheiden te noemen. (In
Nederland is het fenomeen mensensmokkel aan de Koninklijke
Marechaussee toegewezen in het kader van haar grensbewakingstaak.)
Mensensmokkel vindt niet alleen via Schiphol plaats, maar ook via
de weg per auto(bus). Van de totale omvang van mensensmokkel schat
de Koninklijke Marechaussee dat een klein deel daarvan via Schiphol
gaat.
In een aantal gevallen worden illegalen eerst naar luchthavens
in andere landen gevlogen om vervolgens via de weg Nederland binnen
te komen. De Koninklijke Marechaussee heeft het Sluisteam op
Schiphol opgericht dat de aard en de omvang van de mensensmokkel in
het eerste jaar (1994) waarin de wet in werking is getreden in
kaart heeft proberen te brengen (1995). Het team bestaat uit leden
van de Marechaussee en de douane.
Het Sluisteam geeft in zijn rapportage over 1994 aan dat op
grote schaal mensensmokkel heeft plaats gevonden. Per dag werden
ongeveer 10 tot 25 mensen illegaal Schiphol binnengesluisd (vandaar
de naam van het team). De landen waarvan de illegalen afkomstig
zijn, zijn China, het voormalig Joegoslavi, Roemeni, Ghana, Zare,
Indonesi, Filippijnen, Rusland, Peru, Iran, Irak, Pakistan en
India. De smokkel van mensen is niet alleen gericht op binnenkomst
in Nederland, maar ook op vervoer door Nederland naar Canada en de
Verenigde Staten. Schiphol fungeert in dat geval als transitohaven.
Het Sluisteam heeft thans 775 personen in het politieregister
opgenomen die op de een of andere manier iets met mensensmokkel te
maken hebben. Ongeveer 325 daarvan zijn actief geweest op Schiphol.
In een periode van 5 maanden (1 oktober 1994 tot en met 28 februari
1995) zijn er door het rechercheteam 169 (waarvan 85% op Schiphol)
onderzoeken verricht die hebben geleid tot 34 aanhoudingen. Tegen
17 verdachten is het onderzoek nog gaande.
Bij de Marechaussee is een groep bekend die in Twente actief was
op het gebied van mensensmokkel. Deze groep heeft ook een tak die
zich met de import van marihuana heeft beziggehouden (zie het
deelrapport over de lokale situatie in Enschede). Het betrof een
Pakistaan die samen met een groep andere Pakistaanse Sikhs uit
India via Nederland over land en vervolgens per vliegtuig naar
Engeland, de Verenigde Staten of Canada transporteerde. De
asielzoekers waren afkomstig uit Duitsland, Belgi en Nederland. Zij
betaalden flinke prijzen om naar het land van bestemming te worden
gebracht. Voor het transport van illegalen kreeg de groep
assistentie van personeel op Schiphol. Vanuit Sikhtempels in
Rotterdam en Keulen werden valse en vervalste paspoorten naar
Schiphol gebracht en ter plekke overhandigd aan de illegalen; of
zij werden ook gebruikt om tickets te kopen en vluchten te boeken.
Vanuit de lounge van Schiphol werden de Sikhs naar de vliegtuigen
begeleid. Enkele groepsleden beschikten over een luchthavenpasje
waardoor zij ongestoord in de beschermde gebieden van Schiphol
konden komen. Zij begeleidden de Sikhs buiten de paspoortcontrole
om. Onduidelijk is hoe de criminele groep was georganiseerd en wat
de kenmerken van de leden waren. Behalve op deze ene groep heeft de
Koninklijke Marechaussee weinig zicht op criminele groepen die
achter de mensensmokkel zitten. Zo is geen enkele Chinese groep bij
het rechercheteam bekend, terwijl uit diverse
rapportages van de regiokorpsen in Nederland naar voren komt dat
Chinezen zich actief met mensensmokkel zouden bezighouden om hen
als illegale arbeidskrachten in de keukens van de Chinese
restaurants in te zetten (zie het deelrapport van Fijnaut in
verband met de Chinese groepen). De omstandigheden waaronder
illegale Chinezen moeten werken zijn erbarmelijk en het kan jaren
duren voordat zij hun schuld aan de criminele groepen hebben
terugbetaald. Ook worden zij als verklikker ingezet om Chinese
restauranthouders af te persen. In Duitsland is door het
Bundeskriminalamt meer onderzoek verricht naar groepen die zich met
mensensmokkel bezig houden (Sieber en Bgel, 1993). Om de smokkel
van mensen te kunnen regelen moeten criminele groepen beschikken
over een logistiek netwerk. Dit netwerk van medeplichtigen heeft
men nodig om de vluchtelingen of de vrouwen voor de prostitutie te
ronselen, om de reisroute uit te stippelen en te organiseren, het
transport en de begeleiding van de reis, om de benodigde
reispapieren, persoonsdocumenten te leveren en om de illegalen in
het land van bestemming onder te brengen. Minimaal zijn ongeveer 10
personen betrokken bij elk transport. Ieder lid vervult daarin een
vaste rol en heeft een bepaalde taak uit te voeren. De meeste
betrokkenen hebben geen vaste plaats in de groep maar verlenen,
tegen een aantrekkelijke vergoeding, hand- en spandiensten aan de
groep (denk hierbij aan kelners, portiers, taxichauffeurs, en
dergelijke). De mensensmokkel wordt in het algemeen georganiseerd
door groepen die uit hetzelfde land als de gesmokkelden afkomstig
zijn. De werving van vrouwen voor de prostitutie vindt vaak in
bordelen plaats onder prostituees, of in clubs, bars en discotheken
waarbij hen een goede en goed betaalde baan voorgespiegeld wordt
waarmee zij aan de armoede kunnen ontkomen. Het betreft zowel
vrouwen die wetenschap hebben van wat hen te wachten staat, als
vrouwen die hiermee volledig onbekend zijn. Eenmaal in Nederland of
een ander westers land worden zij gedwongen in de prostitutie te
werken. In Oost-Europa zijn zelfs voor de werving van vrouwen
speciale bureaus voor dit doel in het leven geroepen. Sommige
bureaus functioneren voor de buitenwereld als huwelijksbureau. Niet
zelden gaat achter een huwelijksbureau, im- en exportbedrijf of een
reisbureau een dekmantelbedrijf schuil van waaruit de smokkel wordt
georganiseerd. Vluchtelingen bereikt men via mond-op-mond-reclame.
Via contacten in hotels of reisagentschappen en opvangcentra kan
men met de hulp van handlangers naar de organisatie worden
gebracht.
Mensensmokkel gaat altijd gepaard met andere strafbare feiten.
Er wordt gebruik gemaakt van vervalste documenten, de handel
daarin, er worden blanco reisdocumenten verhandeld en in een aantal
gevallen worden tevens drugs gesmokkeld. Veelal gebeurt dat laatste
in opdracht van de criminele groep als bijzondere voorwaarde om
door deze groep Nederland binnen te worden gesmokkeld.
Elke groep heeft de beschikking over een vervalser van
reispapieren en andere bescheiden. Meestal zijn zij autodidact. Om
de benodigde visa in ontvangst te nemen moet het paspoort van de
gesmokkelde worden afgegeven om te worden vervalst of om de
vereiste visa bij corrupt ambassadepersoneel te krijgen. Illegalen
die een strafblad hebben moeten zich een geheel nieuwe identiteit
aanmeten. Verder zijn er transporteurs en koeriers actief. De
laatsten zorgen ervoor dat de paspoorten op de juiste plaats
terecht komen en bij de juiste persoon. Transporteurs verzorgen de
reis als chauffeur in het geval de reis per auto(bus) gaat en als
begeleider wanneer het vliegtuig wordt gekozen. De route en het
transportmiddel worden zo gekozen dat wordt voldaan aan twee
voorwaarden. De aankomst in het land van bestemming moet met zo min
mogelijk controlepunten gepaard gaan en de reis moet lonend zijn
voor de criminele groep (veel mensen tegelijk + weinig reistijd +
lage kosten). Om de grenscontroleurs om de tuin te leiden worden
retourtickets gekocht. De doorvoer naar een ander land dan
bijvoorbeeld Nederland gaat als volgt. Een lid van de groep koopt
een enkele reis naar een willekeurige stad in de VS. De illegaal
krijgt een retourticket. In de transitruimte wisselen de illegaal
en het groepslid hun boardingkaart en ticket uit.
In het land van bestemming worden de illegalen door de criminele
groep opgevangen en vervolgens naar plaatsen elders (woningen,
hotels) gebracht. De opvang verloopt met de minste risico’s wanneer
de illegalen door personeel van een luchthaven buiten de controles
om van het vliegveld kunnen worden gesluisd. Hulp van binnenuit
heeft als voordeel dat (1) medeplichtigen beschikken over een pas
die hun aanwezigheid op verschillende plekken op de luchthaven
mogelijk maakt, (2) zij kennen de procedures en controles, en (3)
zij zijn goed thuis in het land van bestemming en de plaats van
aankomst.
Uit de analyse van het BKA komt naar voren dat handelaren in de
praktijk niet of nauwelijks solistisch opereren (Sieber en Bgel,
1993). Vrijwel altijd zijn er meer daders bij betrokken. Weliswaar
geeft een persoon bij aanhouding op heterdaad aan alleen te hebben
gehandeld, maar daaraan mag weinig realiteitswaarde worden
toegekend. In ieder geval reist men altijd in groepen, met
vervalste of valse papieren. Soms worden mensen bewust
achtergelaten in de internationale ruimte (zonder papieren en
zonder de taal machtig te zijn) of worden illegalen wel met
papieren op het vliegtuig gezet, maar worden de papieren tijdens de
reis vernietigd. Als de illegale smokkel mislukt, dan wordt vrijwel
zeker asiel aangevraagd. De criminele groep heeft de illegalen
daarop voorbereid en hen enige informatie gegeven hoe te handelen
wanneer zij voortijdig worden ontdekt.
Luchtvaartmaatschappijen zijn in het kader van een verscherpt
asielbeleid tegenwoordig verplicht de papieren
van passagiers grondig op hun geldigheid te controleren op straffe
van een hoge geldboete. Door een scherpere controle bij het
inchecken, voor vertrek vanaf Schiphol, wordt het moeilijker zonder
goede papieren te reizen. Hiermee trachten de autoriteiten te
voorkomen dat mensen via Schiphol naar andere landen worden
doorgesluisd. Het is onbekend wat de aard en de omvang van deze
vorm van mensensmokkel is.