4.2. De Rotterdamse Haven
Zoals in de vorige paragraaf al is aangegeven krijgt een
internationale zeehaven te maken met smokkel van allerhande
goederen. Door de pre-occupatie van de Nederlandse
opsporingsdiensten met drugs gaat de aandacht voornamelijk uit naar
drugssmokkel. Daarover zijn ook de meeste gegevens aanwezig. In de
Rotterdamse haven is door de opheffing van de centrale afdeling
verdovende middelen van de politie de opsporing en bestrijding van
drugssmokkel een taak geworden van de douane, waarbij de politie
indien nodig assistentie levert.
4.2.1. De aard en omvang van smokkel van drugs
De douane van Rotterdam heeft in 1993 ruim 118.000 kilo drugs in
beslag genomen. Daarvan was 2.605 kilo cocane, voor het overige
betrof het hash en marihuana. Herone is tot op heden niet in de
Rotterdamse haven aangetroffen. Dit bevestigt de veronderstelling
dat de aanvoer, die vanuit Turkije plaatsvindt, vrijwel geheel via
de Balkanroute met vrachtauto’s geschiedt. In 1994 nam het aantal
in beslag genomen drugs toe tot 188.000 kilo, waarvan 6.171 kilo
cocane. In de eerste zeven maanden van dit jaar is ruim 200.000
kilo drugs in beslag
genomen.
Door het Douane Informatie Centrum (DIC) te Vlaardingen zijn van de
jaren 1993 en 1994 in totaal 88 dossiers die betrekking hebben op
drugssmokkel, ter beschikking gesteld. Mede op basis van deze
dossiers kunnen wij een (incompleet) beeld schetsen van de aard en
omvang van de drugsmokkel in de Rotterdamse haven. Een incompleet
beeld, aangezien het aantal bekend geworden gevallen slechts een
fractie bedraagt van het vermoede werkelijke aantal drugsdelicten.
Op grond van enkele eenvoudige berekeningen (waarover later meer)
mag worden aangenomen dat de rele pakkans terzake van drugsmokkel
met behulp van containers op veel minder dan 1% moet geschat.
De meeste containers waarin drugs worden aangetroffen zijn
afkomstig uit Colombia (33x), gevolgd door Nigeria (21x). Andere
bronlanden zijn Marokko (5x), Pakistan (5x), Libanon (3x) en
Zuid-Afrika, Venezuela, Suriname, Frans-Guyana, India, Ghana, Benin
(elk 2x). Voorts zijn er meer bronlanden die slechts nmaal in de
dossiers voorkomen. De 88 dossiers bevestigen het beeld dat
hiervoor ten aanzien van de internationale handelsroutes voor drugs
is beschreven. Opvallend is dat Suriname als bronland zo’n
ondergeschikte rol speelt in de drugssmokkel over zee naar
Nederland, terwijl de (ex-)bewoners van dat land een dominante rol
spelen in de drugssmokkel per vliegtuig uit Colombia via
Schiphol.
In 42 gevallen werd marihuana vervoerd, in 17 zaken werd hash
aangetroffen en 16 maal werd cocane per container gesmokkeld. In 10
zaken van de 88 verstrekte dossiers was de lading niet bekend, dat
wil zeggen, er waren vermoedens van de aanwezigheid van drugs, maar
deze ladingen werden op verzoek van CID’s of (interregionale)
rechercheteams van regiokorpsen als gecontroleerde doorlevering
doorgelaten. Per container varieerden de hoeveelheden drugs. Bij
marihuana van tientallen kilo’s (80) tot en met 17.000 kilo.
Gemiddeld werd ongeveer 5.500 kilo marihuana per container
gesmokkeld. De marihuana is voor het overgrote deel afkomstig uit
Colombia. Hash wordt eveneens in grote hoeveelheden tegelijk
gesmokkeld. De grootste partij die werd aangetroffen op een schip
in meerdere containers bedroeg 34.000 kilo. De hash is afkomstig
uit Marokko, Nigeria of Pakistan. Cocane wordt in kleinere
hoeveelheden gesmokkeld. In de meeste gevallen bedroeg de
hoeveelheid niet meer dan 300 kilo.
Afhankelijk van het soort drug worden door handelaren allerlei
inventieve manieren bedacht om de drugs ongemerkt de grens te laten
passeren. Globaal worden twee smokkelpraktijken toegepast. Op de
eerste plaats worden met vervalste of valse ladingbrieven ladingen
anders benoemd, vaarroutes verkeerd opgegeven, het land van
herkomst gemaskeerd, aan gefingeerde afnemers geleverd, aan
gerespecteerde bedrijven geleverd, enzovoort. Het doel van deze
vervalsingen is om de aandacht van de opsporingsinstanties af te
leiden. In de tweede plaats wordt gebruik gemaakt van legale
ladingen om illegale ladingen te maskeren. De volgende casustische
opsomming is hiervoor illustratief: containers met dubbele wanden,
banden van auto’s als bergplaats, in poppen, tussen groenten,
houtskool, cacao, gember, knoflook of cashewnoten, in voetballen,
in blikken ananassap (favoriet bij Colombianen), in houtsnijwerk,
in betonnen palen, dubbele bodems in dozen, enzovoort. De
cocanesmokkelaars maken daarbij gebruik van de mogelijkheid dat
cocane in alle denkbare vormen is te persen of in vloeistoffen op
te lossen (whisky!). Zoals bijvoorbeeld de champignons in blik die
uit cocane bleken te bestaan. Geur en het risico van bederf door
vocht stellen bijzondere eisen aan het verpakkingsmateriaal.
4.2.2. De aard en omvang van smokkel van andere goederen en van
personen
In 1993 besteedde de rivierpolitie op verzoek van haar
Amerikaanse collega’s aandacht aan het internationale transport van
gestolen auto’s. Deze auto’s kwamen per container vanuit Canada
(Montreal) om te worden doorgevoerd naar Afrika. De controle van
zes containers leverde 40 gestolen auto’s op. Een Canadese
dadergroep was voor deze internationale illegale handel
verantwoordelijk en kon mede door de inspanningen van de
rivierpolitie worden aangehouden.