Gerben Bruinsma Universiteit Twente
VOORWOORD
De georganiseerde misdaad is voor de levering van goederen aan
illegale markten aangewezen op de beschikbare transportmiddelen. De
internationale smokkelroutes van drugs lopen ter land, ter zee en
in de lucht. Nadat de relatie tussen de georganiseerde misdaad en
het vervoer over de weg door Bovenkerk en Lempens uit de doeken is
gedaan, wordt de aandacht nu gericht op het vervoer over zee en
door de lucht. Deze empirische studie gaat over de rol die onze
belangrijke havens in dat vervoer spelen: de zeehaven Rotterdam en
de luchthaven Schiphol.
Diverse mensen hebben een bijdrage geleverd aan dit deelrapport
over de havens. Ik dank met name de heren F. Maurer, E.
Blaauwendraat, M. Schuckman, L. Graven en G. Boons van de
koninklijke marechaussee, de heer J. Verdonk van Schiphol Security,
de heren J. van Doorn en F. den Hartog van de CRI, de heer A.
Schleedoorn van de Algemene Inspectie Dienst, de heren B. Hagen, H.
Jansen, F. Visser en A. Noordzij van de regiopolitie
Rotterdam-Rijnmond, de heer H. Huisman van het Douane Informatie
Centrum, de heer M. Spanjer van de Dienstenbond van de FNV en de
heer A. Kamp van de Hout- en Bouwbond van de FNV, de heer E.
Kleemans en de dames C. de Boer en C. Hoekstra van het IPIT van de
Universiteit Twente. De auteur is de faculteit Bestuurskunde van de
Universiteit Twente zeer erkentelijk dat zij hem in staat heeft
gesteld deze studies voor de Parlementaire Enqute Commissie uit te
voeren. Een bijzonder woord van dank gaat naar P. Geurts die mij
vele zaken met betrekking tot het M&T-onderwijs gedurende al
die tijd uit handen heeft genomen.
Als gevolg van de afspraken met de minister van Justitie was het
niet toegestaan op de universiteit of thuis de onderzoeken te
verrichten. De Divisie Georganiseerde Criminaliteit van de
regiopolitie Twente is zo bereidwillig geweest gedurende lange tijd
– langer dan van te voren kon worden aangenomen – huisvesting aan
te bieden en op gastvrije wijze de onderzoeker op vele manieren
behulpzaam te zijn. Mevrouw E. Berkhof-Kuipers, de heren H.
Geerdink, J. Hadders, P. IJzerman, F. Jansen, H. van Klaveren, P.
van Zwanenburg en de vele rechercheurs van de Divisie
Georganiseerde Criminaliteit, in het bijzonder H. Bakker, E.
Berkhof, J. Bos, H. Gerritsen, Th. Hagedoorn, H. Kamperman, R. van
Oosterlaken, P. Veldhuis en B. de Vries worden bedankt voor de
medewerking, de informatie, de tijdsinvestering en voor de
aangename tijd bij hen in het korps.