4.1 Rentabiliteitscijfers
In 1982 ging het niet zo goed met de rentabiliteit – het netto
overschot in procenten van de netto opbrengst – van Nederlandse
transportondernemingen; de cijfers doken toen in het negatieve:
-0,2 voor het internationaal vervoer en -2,3 voor het binnenlands
transport. Daarna volgt er een opleving die zijn hoogtepunt bereikt
in 1986: de rentabiliteit in het binnenlands vervoer ligt dan op
5,4 procent en bedraagt 6,4 procent in het grensoverschrijdende
vervoer. Vanaf die hoogte kan het percentage alleen nog maar dalen
en dat doet het dan ook. Het dieptepunt werd in 1993 bereikt: dan
duiken de percentages weer voor het eerst in elf jaar tijd onder de
nullijn, ten minste voor wat betreft het internationaal transport;
de score daar is -1,3 procent. De rentabiliteit in het binnenlands
vervoer zakt met 0,4 procent. In 1994 trekken de cijfers echter
weer aan: het binnenlands vervoer heeft een
rentabiliteitspercentage van 2,3 procent en het internationaal
vervoer staat op 1,4 %. Helaas geven de rentabiliteitscijfers
alleen gegevens over het totaal aantal bedrijven, zodat onduidelijk
is welke categorie bedrijven het meest in nood verkeert. De
faillissementscijfers geven wat dat betreft meer inzicht.