3.2 Bestemmingen
De belangrijkste landen waar de Nederlandse vervoersondernemers
naartoe rijden zijn op volgorde van grootte: Duitsland (22 miljoen
ton), Belgi en Luxemburg (12 miljoen ton), Frankrijk (ruim 4,5
miljoen ton), Itali (1,3 miljoen ton), Engeland (0,7 miljoen ton)
en Zwitserland (0,6 miljoen ton). Andere belangrijke uitvoerlanden
zijn Denemarken en Zweden (samen 1 miljoen ton). De belangrijkste
landen waar de Nederlandse vervoersondernemingen goederen vandaan
halen zijn in volgorde van grootte: Duitsland, Belgi en Luxemburg,
Frankrijk, Itali, Engeland en Zweden. Andere grotere importlanden
zijn Denemarken, Spanje en Zwitserland en Oostenrijk.
Zowel de export als de import via het Nederlands
beroepsgoederenvervoer over de weg nemen onverminderd toe. Over het
afgelopen jaar laten de cijfers een stijging zien van 7 %. De grote
vijf handelspartners voor in- en uitvoer zijn achtereenvolgens
Duitsland (52%), Belgi/Luxemburg (28%), Frankrijk (9%), Itali (3%)
en Engeland (1,3%).
De uitvoer naar de belangrijkste handelspartners
Duitsland, Belgi/Luxemburg en Frankrijk – stijgt nog steeds, met
uitzondering van de uitvoer naar Engeland en Itali die tussen 1993
en 1994 licht afnam. Verder zijn over bijna de hele linie toenamen
vast te stellen. Ook de export naar Marokko nam met 13 % toe, na
een lichte daling in 1993. Het gaat hierbij echter slechts om 0,02
% van de totale Nederlandse export. De uitvoer naar Turkije nam
vorig jaar fors af, na een stijging in de voorgaande jaren. De
export naar de voormalig Oostbloklanden is grillig. Terwijl de
uitvoer naar Bulgarije, Polen en Roemeni fors daalde (afnames van
respectievelijk 53, 20 en 36 %), liet de export op het GOS een
stijging van 68 % zien. Momenteel zijn de drie grootste
Oosteuropese exportlanden achtereenvolgens: Polen (0,4%), het GOS
(0,4%), Hongarije (0,2%). Gemiddeld neemt de export naar
Oost-Europa de laatste jaren gestaag toe, hoewel deze handel nog
steeds slechts een klein percentage uitmaakt (1,3 %) van de totale
uitvoer van Nederland (TLN, 1995). Met dit aandeel nemen deze
landen samen een zevende plaats in op de ranglijst, na Zwitserland
en voor Zweden. De Nederlandse invoer stijgt voor wat
betreft alle grote handelspartners. Verder neemt de import uit
Frankrijk, Zwitserland en Zweden sterk toe. Grote dalingen zijn te
zien in de import van produkten uit Griekenland, Portugal en
Turkije, hoewel deze laatste daling staat tegenover een grote
stijging in 1993. De cijfers van Oost-Europa tonen ook hier grote
pieken en dalen: stijgende cijfers naar het GOS en Slowakije en
dalende getallen voor Roemeni, voormalig Joegoslavi en Bulgarije.
De grootste drie zijn hier: Polen (0,5%), het GOS (0,2%) en Tjechi
(0,2%). De Oost-Europese landen samen, nemen 1,2% van de
Nederlandse import voor hun rekening en nemen daarmee de vijfde
plaats in, voor Zweden en na Itali (TLN, 1995).