7.2 De chauffeurscultuur
Chauffeurs zijn over het algemeen laag opgeleid. Bijna zeventig
procent van alle chauffeurs heeft een LBO-opleiding of lager; ruim
twintig procent doorliep alleen de lagere school (Nota TLN, 1994).
Een bevestiging van het stereotype dat wil dat deze jongens op
school meer uit het raam naar vrachtauto’s zaten te kijken, dan in
hun boeken. Het is ook een echte mannencultuur; het aantal vrouwen
in het chauffeursbedrijf groeit weliswaar, maar bedroeg in 1991 nog
maar vier procent (Nota TLN, 1994). Op de baas wordt heel wat
afgescholden. De snelheidsbegrenzer en tachograafschijven zijn zeer
impopulair, want die perken de vrijheid van handelen in: het aantal
stops, de gemiddelde snelheid en het precieze aantal gereden en
geruste uren zijn na de rit door de baas precies te controleren.
Nog verder gaat de satelliet-controle die een groeiend aantal
internationale transportondernemingen heeft: via schotelverbinding
kan de ondernemer op ieder tijdstip zien waar zijn chauffeurs zich
bevinden. Volgens een genterviewde transporteur wilden zijn
chauffeurs in eerste instantie niets weten van deze nieuwe
controlemogelijkheid, maar willen ze nu niet meer zonder. Vooral op
overval-gevoelige landen biedt de directe communicatiemogelijkheid
een gevoel van veiligheid.
De chauffeurs denken dat ze zelf meer winst uit hun werk kunnen
slepen. Zij kennen de sluipwegen, de juiste manier om snel door de
douane heen te komen en de adresjes waar een extra vrachtje valt te
versieren. Voor de baas nemen ze deze extra moeite niet, maar wel
als het om het eigen brood gaat. Daarom willen veel chauffeurs in
loondienst graag eigen baas worden, iets wat onder de vernieuwde
wetgeving gemakkelijk te realiseren is.
In de praktijk valt het ondernemerschap de chauffeur heel vaak
tegen en eindigt niet zelden in een faillissement. De eigen wagen
blijft op papier toch van de bank, de vrachtwagendealer of de oude
baas. De druk van de maandelijkse afbetaling is zwaar. De creatieve
kostprijsberekening die de meeste chauffeurs hanteren blijkt
onhoudbaar: de kosten voor het eigen loon zijn sterk uitgekleed,
waardoor er – na betaling van alle premies – veel te weinig
overblijft om van te leven.