VIII. DE NIGERIAANSE EN GHANESE CRIMINELE NETWERKEN: HUN
VERTAKKINGEN IN NEDERLAND
VIII.1. Enkele achtergrondgegevens
In de voorbije jaren zijn vooral de Nigeriaanse criminele
netwerken bij herhaling in het nieuws geweest. Zowel naar
aanleiding van concrete voorvallen als in algemene reportages werd
keer op keer bericht over hun betrokkenheid bij de internationale
drugshandel, over hun vrij geraffineerde oplichtingspraktijken en
over hun rol in wereldwijde vrouwenhandel. En vooral in verband met
deze laatste activiteit werd hun naam nogal eens in n adem genoemd
met die van Ghanese criminele netwerken. In het bijzonder gedurende
het onderzoek
dat een onderzoekscommissie van de Belgische Kamer in de jaren
1992-1994 heeft ingesteld naar een structureel beleid met het oog
op de bestraffing en de uitvoering van de mensenhandel, is deze
connectie tussen de Nigeriaanse en Ghanese vrouwenhandel meer dan
eens aan het licht getreden (Belgische Kamer van
Volksvertegenwoordigers, 1994).
Toch is de wetenschappelijke literatuur over deze netwerken,
juist ook over de Nigeriaanse, buitengewoon schaars. De reden
hiervan moet hoogstwaarschijnlijk worden gezocht in het feit dat in
de betrokken landen zelf niet of nauwelijks criminologisch
onderzoek wordt gedaan, terwijl geschoolde onderzoekers uit het
Westen (of Oosten) traditioneel nogal sterk gebonden zijn aan het
doen van onderzoek naar criminaliteit in hun eigen land.
Grensoverschrijdend criminologisch onderzoek van enige allure in de
Derde Wereld is er zo goed als niet. Hoe dan ook, in internationale
politiekringen wordt ervan uitgegaan dat een beperkt aantal
baronnen met de hulp van luitenanten en bemiddelaars ettelijke
honderden criminele groepen en groepjes aansturen die wereldwijd
opereren. De harde kern van deze cellen bestaat gewoonlijk uit
leden van de met elkaar samenwerkende grote stammen van Nigeria, de
Ibo, Hausa en Yoruba. Voor de uitvoering van hun illegale
activiteiten maken zij evenwel ook gebruik van andere
West-Afrikanen: Ghanezen, Singalezen, Gambianen, Zarezen, en
anderen. Dezen worden met name ingezet voor de smokkel van
verdovende middelen. De smokkel hiervan vormt waarschijnlijk de
meest omvangrijke en lucratieve criminele activiteit van de
onderhavige netwerken. Niet alleen kopen zij overal in
Zuid-Oost-Azi herone op om die in het gehele Westen weer op de
markt te brengen – veelal met de hulp van groepen die ter plaatse
de weg kennen -, zij zijn ook volop betrokken bij de handel in
cocane vanuit Zuid-Amerika en West-Europa. Hiertoe maken zij zowel
gebruik van koeriers die op de meest uiteenlopende manieren de
drugs zelf moeten vervoeren (in koffers, vastgetaped op het
lichaam, verstopt in condooms in hun maag) als van
koeriersdiensten, op het eerste oog gewoon goederenvervoer per
schip of per vliegtuig of met import- en exportfirma’s. Een andere
belangrijke bron van inkomsten vormt nog steeds de vrouwenhandel,
gericht op de prostitutie in West-Europa. De al gememoreerde
onderzoekscommissie van de Belgische Kamer heeft kunnen vaststellen
dat deze handel goed-georganiseerd verloopt via contactpersonen in
Nigeria en in Belgi, Frankrijk, Nederland en andere Westeuropese
landen. Een van de bekende werkwijzen is, dat de vrouwen in kwestie
door toedoen van bemiddelaars in Nigeria naar een van deze landen
worden overgebracht, daar onmiddellijk politiek asiel aanvragen en
dan door de contactpersonen hier zo snel als mogelijk in de
prostitutie worden gestopt. Waarbij het heel vaak zo is dat de
contactpersonen hier per vrouw enkele duizenden dollars betalen aan
de verkopers in het land van herkomst en haar vervolgens met enkele
duizenden dollars winst doorverkopen aan een Nigeriaanse vrouw die
ook in het kader van vrouwenhandel naar hier is gekomen, maar die
zich inmiddels heeft opgewerkt tot bordeelhoudster. Deze biedt de
betrokken vrouw dan de mogelijkheid om zich via prostitutie vrij te
kopen, somtijds voor een bedrag van 20.000 dollar of meer.
Verder staan de Nigeriaanse criminele organisaties bekend om
hun frauduleuze praktijken. Zij zijn bedreven in het plegen van
fraude met credit cards, van verzekeringsfraude en van bankfraude,
hetzij via het aangaan van leningen, hetzij via het openen van
rekeningen. Heel bekend zijn ondertussen ook de manieren waarop zij
firma’s oplichten die ingaan op hun valselijke voorstellen om tegen
veel geld bepaalde schijn-transacties uit te voeren. De firma’s die
op deze voorstellen ingaan, wordt vervolgens gevraagd om een klein
percentage van het totale bedrag van de desbetreffende transacties
te storten op een bepaalde rekening (natuurlijk in Nigeriaanse
handen). Wanneer deze aanbetaling metterdaad gebeurt, wordt het
geld bliksemsnel van de rekening gehaald en verneemt de firma nooit
meer iets van zijn zakenrelaties in Nigeria. Het ligt voor de hand
dat deze wereldwijde illegale activiteiten maar succesvol kunnen
worden afgewikkeld wanneer de uitvoerders in kwestie aan alle
mogelijke valse documenten kunnen geraken: valse paspoorten,
onechte briefhoofden van Nigeriaanse (overheids)bedrijven,
valselijk opgemaakte geboorte-aktes, valse verklaringen van
advocaten over de politieke vervolging van mensen. De betrokken
criminele organisaties zijn dan ook berucht om hun vermogen om al
dit soort van documenten te (laten) vervaardigen, zowel in eigen
land als in de landen waar ze feitelijk opereren.