• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – IV.3. De organisatie van de hashhandel in Marokko

    IV.3. De organisatie van de hashhandel in Marokko

    Hoe is de produktie en distributie van cannabis georganiseerd?
    In Marokko zijn nog geen peetvaders opgestaan
    van het type dat we in Turkije hebben leren kennen en die
    gemakkelijk opening van zaken geven. Het verschijnsel is nog te
    recent om een gedegen wetenschappelijke studietraditie op te
    leveren zoals die over de Italiaanse mafia bestaat. Als we de
    Marokkaanse pers mogen geloven, zijn vooral en in de eerste plaats
    buitenlandse criminele groeperingen in Marokko actief. Er zijn
    Spaanse criminele groepen in de Spaanse vrijhandelszones
    aangetroffen. In september 1995 hield de Spaanse politie 12
    personen aan die deel uitmaakten van een bende die handelde in
    drugs en wapens. Er waren Marokkanen bij, Algerijnen, Fransen en
    Spanjaarden. In februari 1995 arresteerde de Spaanse politie een
    Marokkaanse cocanesmokkelaar die deel uitmaakte van een Spaans
    netwerk. Verder is de aanwezigheid van de Italiaanse mafia in
    Marokko aangetoond bij de smokkel van drugs, mensen en nog meer. De
    Franse compagnon van de eertijds roemruchte gangster Mesrine werd
    in Marokko gearresteerd en toen bleek dat misdadigers met een
    internationale reputatie zich in het land vestigden. Er zijn
    Afrikaanse drugshandelaren (uit Gambia) waargenomen. In de
    Marokkaanse pers wordt ook uitvoerig aandacht geschonken aan de rol
    van Nederlandse groepen. Marokko heeft sterk aan belangrijkheid
    gewonnen voor internationaal opererende Hollandse organisaties. De
    berichtgeving omtrent criminele organisaties maakt een uitgesproken
    internationale indruk. Er worden steeds grotere aantallen
    buitenlandse handelaren en vrachtwagenchauffeurs gearresteerd.
    Spanjaarden, Fransen en Nederlanders vormen de grootste Europese
    groepen in Marokkaanse gevangenissen. Thans verblijven in Marokko’s
    naargeestige kerkers niet minder dan 60 Nederlanders en die zitten
    daar vrijwel allemaal in verband met drugsdelicten. Naar schatting
    zijn veertig van hen vrachtwagenchauffeurs die met drugstransporten
    zijn aangehouden. De overheid (de koning) hanteert het argument van
    de aanwezigheid van criminele buitenlanders om in ruil voor zijn
    bijdrage aan de oorlog tegen de drugs subsidie te ontvangen die het
    mogelijk maakt de gewassen die de boeren verbouwen te vervangen. Is
    het probleem immers niet in de wereld geholpen doordat in het rijke
    Europa grote vraag naar cannabis is ontstaan? De onderhandelingen
    daarover met de Europese Unie hebben veel minder opgeleverd dan was
    gevraagd. Brachet (1992: 169) constateert dat de Marokkaanse
    overheid pressie en politieke chantage hanteert als middel in haar
    internationale betrekkingen. Dat gebeurt zeker voor de in Marokko
    gedetineerde Europeanen.

    Maar hoe zit dat met de Marokkanen zelf? En meer in het
    bijzonder met de betrokkenheid van de overheid? De cannabis-branche
    is in de staatshuishouding zo omvangrijk en belangrijk dat deze
    activiteit niemand kan ontgaan. Uitspraken van de koning zelf, van
    leden van zijn hof, van ministers en van ambtenaren laten er geen
    twijfel over bestaan of men weet precies wat zich er afspeelt.
    Ondanks de verklaarde oorlog tegen de drugs is in de zomer van 1995
    door Spaanse onderzoekers een hoeveelheid cannabis-stuifmeel per
    eenheid uit Marokko aangewaaide lucht gemeten die ongevenaard hoog
    is. De hoeveelheid cannabis die door de Marokkaanse autoriteiten
    per jaar in beslag is genomen loopt snel op: in 1986 werd 6000 kilo
    geconfisceerd, in 1987 was dat 22.000 kilo, in 1991 48.000 kilo, in
    1992 65.000 kilo, in 1993 47.000 kilo en 1994 was het voorlopige
    kroonjaar met 100.000 kilo. Nochtans vormen deze hoeveelheden niet
    meer dan een fractie van de totale produktie en zoals steeds is een
    grotere inbeslagname geen aanwijzing voor betere opsporing, maar
    veeleer voor hogere produktie. Het kan de autoriteiten ook niet
    ontgaan dat de smokkelorganisaties professionaliseren en gebruik
    maken van geavanceerde technieken van communicatie en vervoer. De
    cannabis wordt vaak meegezonden met exportprodukten uit de
    landbouw, de voedingsindustrie en de zeevisserij. Het vervoer uit
    de moeilijk toegankelijke plaatsen van produktie in de Rif
    geschiedt nog wel steeds met lastdieren, maar in het omringende
    gebied zijn op verscholen plaatsen ateliers gebouwd om de hash op
    te slaan. Er wordt van moderne telecommunicatie gebruik gemaakt
    zoals faxapparaten en autotelefoons. Konvooien met drugs van het
    Noorden naar het Zuiden worden begeleid door auto’s en gevolgd
    vanuit meldkamers. In oktober 1994 werd bekend gemaakt dat een
    groep buitenlanders was gearresteerd die elektronische apparatuur
    verkocht aan drugshandelaren. Het vervoer over zee is onder invloed
    van de strenge controle gediversificeerd. Een deel van de
    visserijvloot is in handen van Marokkaanse en internationale
    drugshandelaren. Via deze wordt de kostbare handelswaar op volle
    zee overgeladen op grotere schepen. Een ander deel gaat via
    zeecontainers en daarvoor zijn dekmantelfirma’s opgezet. Verder
    wordt het ingeladen in jachten, speedbootjes en zeilschepen. Ook
    die brengen hun waar naar grotere schepen op zee, maar soms maken
    ze de tocht helemaal naar de haven van bestemming in Noord-Europa.
    Michiel Scholtes (1995) werd op zo’n zeiltocht door de Franse
    douane aangehouden bij het naderen van Het Kanaal en schreef een
    verslag van de zeven jaar die hij in de Franse gevangenis heeft
    moeten doorbrengen. De drugs worden over de weg vervoerd in
    personenauto’s, vrachtwagens en autobussen. Daarover verderop meer,
    want ook hier zijn Nederlandse transportbedrijven bij betrokken.
    Tenslotte worden de drugs ook via de lucht vervoerd. Ze zijn
    verstopt in de bagage van koeriers op lijnvluchten, maar ze worden
    ook in particuliere vliegtuigen opgezonden. In april hield de
    Spaanse politie drie Belgen aan met 300 kilo hash aan boord van een
    vliegtuig dat op het vliegveld van Jerez de la Frontera een
    tussenlanding maakte op de vlucht van Agadir naar Belgi. De
    groothandel in drugs is thans zo goed en modern georganiseerd en
    het transport loopt zo perfect dat andere categorien dan
    traditionele smokkelaars uit de Rif en buitenlandse handelaren van
    wie niet mag worden verondersteld dat zij de ingewikkelde politiek
    en het bestuur van het land voldoende kennen, zich er wel mee
    moeten bemoeien. Er zijn in deze branche
    werkloze afgestudeerde academici aangetroffen die weten hoe
    internationale handel wordt georganiseerd en die hun talen spreken.
    Dat laatste is ook nodig om zaken te doen met handelaren die cocane
    aanvoeren uit Zuid-Amerika welke voor een deel wordt geconsumeerd
    in welgestelde milieus en voor een ander deel wordt doorgevoerd
    naar Europa. Op de aanwezigheid van hard drugs ligt in Marokko een
    politiek taboe, maar ook herone, aangevoerd vanuit Spanje, is
    aangetroffen op plaatsen waar vroeger veel buitenlandse toeristen
    kwamen. We schrijven kwamen, in de verleden tijd, omdat de
    toeristenindustrie recentelijk nogal is ingezakt. De
    cannabis-economie is thans gestratificeerd. Boven de brede laag van
    boeren die het produkt verbouwen, vinden we afnemers die het
    produkt brengen naar werkplaatsen waar het kan worden bewerkt.
    Daarboven bevindt zich een laag van groothandelaren die zich bezig
    houden met opslag, camouflage en distributie. Zij werken samen met
    vervoerders. De klant koopt de drugs, onderhandelt over het vervoer
    en in de prijs voor het laatste wordt de door (omgekochte)
    autoriteiten ongecontroleerde doortocht inbegrepen. Dit staat
    bekend als de aankoop van wegen. Dit alles staat onder regie van
    wat in Marokko altijd drugsbaronnen worden genoemd: ras kbir, wat
    grote hoofden betekent. Dit zijn de mensen die zorgen voor de
    financiering en die de activiteiten cordineren. Zij onderhandelen
    met de genoemde dienaren van de overheid in Marokko en ook in
    andere landen. Welke Marokkanen dat zijn, is bij het ontbreken van
    investigative reporting of een goede sociologische studie
    onduidelijk, zij blijven goeddeels onzichtbaar.

    Dit alles is ondenkbaar zonder medewerking van althans een deel
    van de overheid: de politieke top, leden van het binnenlandse
    bestuur op alle niveaus, de gendarmerie, de politie, de Mokhaznia
    (hulptroepen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken), de douane
    en zeker ook het leger en de marine. Het goed functioneren van de
    logistieke lijnen wordt op het conto geschreven van militairen. Hun
    invloed zou reiken tot de distributiepunten in Europa doordat zij
    macht kunnen uitoefenen op achtergebleven familie en de bezittingen
    van emigranten. De revenuen van gastarbeid en tegenwoordig dus ook
    handel in drugs worden voor een deel genvesteerd in grond. Omdat
    boeren in droge gebieden afhankelijk zijn van irrigatie, zijn
    degenen die dit systeem controleren oppermachtig. Welnu, dit is de
    overheid en de sanctie tegen onwillige onderdanen overzee kan bij
    wijze van spreken bestaan uit niet anders dan het dichtdraaien van
    de kraan. In vergelijking met de drugshandel in Turkije, Colombia
    en andere landen is de Marokkaanse drugshandel opvallend
    weinig gewelddadig. Dat geldt voor Marokko zelf, maar ook
    onder de Marokkaanse drugshandelaren in het buitenland. Ook dat is
    een teken dat de georganiseerde misdaad uiteindelijk niet zelf
    regeert, maar dat de touwtjes in handen zijn van het
    overheidsapparaat. Er wordt heel wat Morokko binnengesmokkeld, maar
    de overheid controleert streng op wapens. De dreiging dat het
    geweld in het buurland Algerije over zou slaan, is daar mede debet
    aan. Deze vorm van beheersing vraagt om enige uitleg van de
    structuur en de werking van die overheid.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken