• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – III.5. Turkse immigranten en drugshandel

    III.5. Turkse immigranten en drugshandel

    Een mogelijke uitweg uit deze impasse die door velen en vaak ook
    met succes wordt beproefd, is om voor zichzelf te beginnen, als
    zelfstandige ondernemer. Turken worden kapper, bakker, ze richten
    wisselkantoren op, kledingreparatiebedrijven, delicatessenwinkels
    en administratiekantoren. Een aparte vermelding verdient de Turkse
    textielbedrijvigheid die voor een belangrijk deel werkt met
    illegale arbeidskrachten. De politie in Amsterdam en elders heeft
    recentelijk heel wat van deze ateliers gesloten. Slechte
    vooruitzichten op de algemene arbeidsmarkt kunnen het etnische
    bedrijfsleven stimuleren. Er is evenwel nog een andere reactie
    mogelijk op de plotseling in de jaren zeventig en tachtig
    verslechterde positie terwijl de groepsdruk om aanzien en rijkdom
    te verwerven onverminderd blijft bestaan: criminaliteit. Vooral
    deelname aan de drugshandel biedt perspectieven. Er is voldoende
    aanbod van drugs in Turkije, de infrastructuur voor vervoer en
    distributie bestaat en de pakkans is betrekkelijk gering. De morele
    neutraliserende redenering loopt als volgt. Ofschoon het handelen
    in drugs volgens de koran eigenlijk niet mag, zien veel Turken
    zonder economische perspectieven er toch geen bezwaar in omdat het
    niet henzelf en hun eigen kinderen betreft. Turken, ook in Turkije
    zelf, handelen in herone en cannabis, maar gebruiken die niet zelf.
    Dat er in Nederland en andere landen van West-Europa vraag naar
    verdovende middelen bestaat is een teken van ziekte van die
    maatschappijen, maar daarvoor kunnen zij geen verantwoordelijkheid
    op zich nemen. En verder werkt het uit de Amerikaanse sociologische
    literatuur (Merton, 1957 over anomie) bekende mechanisme dat
    eenmaal verworven rijkdom macht verschaft en dat als die
    machtspositie eenmaal is bereikt, naar de herkomst van het geld
    niet meer wordt genformeerd. Nadat in 1980 de Chinezen door de
    politiedruk uit de heronemarkt zijn verjaagd en de pogingen van
    Pakistanen in die richting afgeslagen, zagen de Turkse
    drugshandelaren kans om in het ontstane gat in de markt te
    duiken.

    Turkse handelaren zijn thans in Nederland onderdeel van een
    omvangrijke etnische minderheid en die is moeilijker te benaderen
    dan in het oog lopende vertegenwoordigers van kleinere nationale
    groepen. De beslotenheid van de (regionale) Turkse gemeenschap
    vormt een pantser. Geen drugsmarkt is zo exclusief in handen van n
    etnische groep als de heronemarkt in die van Turken; in 1993 kwam
    volgens opgave van de CRI 85% van alle in Nederland inbeslaggenomen
    herone uit Turkije. Daarnaast zijn voornamelijk alleen Chinezen en
    Colombianen actief. Het moment waarop door werkloosheid getroffen
    Turkse families overgingen op de handel in drugs werd haarscherp
    door de politie geregistreerd. Er werden en worden om uiteenlopende
    redenen nogal veel telefoons afgeluisterd van Turkse koffiehuizen.
    Enkele maanden nadat een fabriek werd gesloten of nadat de Turkse
    arbeiders waren ontslagen, kon men in de tapverslagen volgen hoe
    werkloos geworden arbeiders of armlastig geworden gezinnen de
    drugshandel in gingen. Hoe ziet het panorama van de Turkse
    georganiseerde-misdaad-families er in Nederland uit? Het nu
    volgende is gebaseerd op bestudering van de dossiers van enkele
    grote zaken in Amsterdam, Rotterdam en Arnhem. Verder
    zijn er pogingen gedaan tot inventarisatie: de politie van
    Rotterdam telde in 1993 op grond van de informatie verstrekt in 16
    politieregio’s 12 groepen in het land, in 1995 identificeren de
    analisten van de politile projectgroep Turkse drugshandel in
    Noord-Nederland ruim 20 van zulke organisaties, maar zij zijn ervan
    overtuigd dat er nog veel meer Turken-zaken lopen waarover ze geen
    informatie krijgen. Er zijn in de afgelopen jaren twee studiedagen
    gehouden door politiemensen die veel ervaring hebben met zulke
    zaken (in 1992 georganiseerd door de Afdeling Recherche Informatie
    Zuid-West van de CRI en in 1995 door de genoemde Noordnederlandse
    projectgroep en het Willem Pompe Instituut voor
    Strafrechtswetenschappen te Utrecht samen). Bij sommige van de
    verzamelde Turken-specialisten bij de Nederlandse politie, en dat
    zijn er intussen enkele tientallen – onder hen zijn zelfs mensen
    die Turks hebben geleerd en het land langdurig hebben bezocht -, is
    een zekere Turken-moeheid te constateren. Jarenlange reeksen van
    onderzoeken doen steeds weer nieuwe groepen of individuen (achter
    de tralies) verdwijnen, maar nieuwe duiken weer op of de oude
    organisatie continueert gewoon haar werkzaamheden. Voorts
    interviewde de heer F. Akinbingl (werkzaam bij de gemeente
    Amsterdam en student in de culturele antropologie, die hierover een
    scriptie schrijft) vijf jonge Turkse drugshandelaren voor ons
    doel.

    Turkse groepen houden zich bezig met uiteenlopende criminele
    activiteiten. Er zijn organisaties die illegalen of asielzoekers
    naar Nederland brengen tegen betaling en koppelbazen die hun
    tewerkstelling regelen in de tuinbouw, de horeca en in
    naaiateliers. Er zijn door Turken fictieve bv-tjes opgericht via
    welke men werkgeversverklaringen opstelt waarmee bepaalde
    uitkeringen en schoolgeld kunnen worden ontvangen. Tegen de tijd
    dat de belastingdienst het bedrijf wil aanslaan, is het verdwenen
    om dan onder een andere naam en met een andere zogenaamde eigenaar
    weer terug te keren. Er zijn wisselkantoren opgericht die een
    functie vervullen bij het witwassen van illegaal verkregen
    vermogens. Deze drie vormen van fraude zitten dicht aan tegen wat
    wij onder georganiseerde misdaad verstaan en het zou zeker
    aanbeveling verdienen de schaarse gegevens hierover van de politie
    aan te vullen. Komt het niet zoveel voor of heeft de politie er
    weinig aandacht voor?

    Overwegend is evenwel de Turkse betrokkenheid bij de handel in
    drugs. Hier heeft zich wellicht hetzelfde mechanisme voorgedaan als
    in de Nederlandse onderwereld: handelen in drugs was zo gemakkelijk
    en lucratief dat het andere vormen van professionele misdaad voor
    een belangrijk deel uit de markt heeft verdreven. Sedert de
    (Nederlandse) markt met herone is verzadigd en doordat het aantal
    heroneverslaafden afneemt, breiden Turkse drugshandelaren hun
    werkterrein thans uit op het gebied van handel in cocane en
    cannabis. Wat aan alle politieberichten onmiddellijk opvalt is de
    verspreiding van de Turkse drugshandel over Nederland. Er zijn niet
    enkel organisaties aangetroffen in Amsterdam, Rotterdam en Den
    Haag, maar ook in Venlo, Arnhem en Groningen en zelfs in stadjes of
    dorpen op het niveau van Tiel, Zwolle, Almere, Eerbeek en plaatsen
    in Zeeland. Nederland wordt door een fijnmazig Turks
    distributienetwerk bediend. Iedere regio heeft zijn eigen Turkse
    groothandelaar in (hard) drugs.

    Het lijkt er veel op alsof de Turkse drugshandelorganisatie in
    de jaren negentig van karakter verandert. Het prototype van een
    oude organisatie is getekend door het Zozan-team te Arnhem na
    jarenlange observatie van een Koerdische groepering. Er leek
    aanvankelijk sprake te zijn van een omvangrijke piramidale
    structuur in drie families waarin functies waren georganiseerd
    binnen cellen die van de werkzaamheden en het bestaan van andere
    cellen onkundig werden gehouden. Het hoofd van de familie in
    Turkije hield de touwtjes strak in handen en dirigeerde alle
    handelingen vanuit zijn operatiebasis. Er was een vervanger van de
    baas, een witwasafdeling, een afdeling die zich bezig hield met de
    aankoop van onroerend goed enzovoort. De basis van de piramide werd
    gevormd door een reeks van wel vijftig families (of misschien is
    het beter hier van gezinnen te spreken) die in Nederland de
    distributie op groothandelsniveau voor hun rekening namen. Bij de
    studie van deze ene organisatie kwamen meer dan duizend mensen, die
    in allerlei hoedanigheden waren betrokken, in beeld. Dit beeld in
    het rapport moet volgens Bruinsma en Van de Bunt, die voor hun
    studie ter plaatse in deze serie een aantal betrokken rechercheurs
    nader aan de tand voelden, wel worden bijgesteld. De politie had de
    organisatie hechter en groter voorgesteld dan zij in werkelijkheid
    was.

    De economische basis van de winsten die werden gemaakt is
    eenvoudig. Voor een kilo herone moet de exporteur in Turkije 14.000
    gulden neerleggen en bij grote partijen minder. Als alles goed
    doorkomt, betaalt de Nederlandse importeur daarvoor 35.000 gulden.
    Van het nettobedrag gaat nog een heleboel af (transportkosten en
    dergelijke), maar de winstmarge is bepaald veel groter dan men in
    het gewone bedrijfsleven zou kunnen behalen.

    Thans lijken de peetvaders ertoe te zijn overgegaan hun risico’s
    te verdelen en meer initiatief te laten aan de mensen op de
    verschillende niveaus van uitvoering zelf. Velen hebben zich uit
    West-Europa teruggetrokken en komen nog slechts over om een
    cordinatieprobleem op te lossen of een twist te beslechten. Het is
    bij de vangst van een heronetransport en een criminele organisatie
    niet meer zo gemakkelijk als vroeger om vast te stellen onder de
    patronage van welke mafiafamilie in Turkije dit concrete geval
    ressorteert. Aanbod om in de sfeer van de drugshandel werkzaam te
    zijn, is er in overvloed. In de koffiehuizen, de bars en de
    gokhuizen verkeren voldoende jongens met sombere economische
    vooruitzichten om genteresseerden onder te kunnen
    werven. Tegen de onderzoeker Akinbingl vertelt een lid van zo’n
    groep: De koffiehuizen zitten vol met dit soort jongeren. Wij
    hebben geen bijzonder beleid om die jongeren te bereiken. Ze komen
    naar ons toe. Een ander: Ik kan aan hun ogen zien dat zij een
    andere leefwijze nastreven. Ze willen op een snelle manier aan geld
    komen om op kleurrijke Amsterdamse nachten uit te geven. Wie thans
    wil beginnen moet met enig investeringskapitaal op de proppen komen
    (soms geleend) en vervolgens verstaat hij zich met een aga
    in Turkije. Een aantal ondernemers financiert samen een grote
    partij. De bazen in Turkije (bij grote partijen doen ze samen)
    kopen de narcotica in en verzorgen het transport. Eenmaal
    aangekomen in het Westeuropese land van eerste bestemming treedt
    een distributeur op die thans een onafhankelijker positie bekleedt
    dan tien jaar geleden. Vandaar gaat het naar degenen die het op een
    veilige plaats bewaren (zulaci). Groepen in andere landen
    die meebetaald hebben aan het transport sturen hun eigen afnemers.
    Tenslotte komt het in handen van koeriers.

    De Turkse organisaties weten zich ook beter af te schermen dan
    in het verleden. Er zijn enkele gevallen van corruptie geweest bij
    de politie. Het meest flagrante geval is dat van een politieagente
    geweest die ging trouwen met een aanzienlijke heronebaas. Er zijn
    verschillende tolken geweest voor de politie die informatie over de
    door hun vertaalde tapgesprekken hadden doorgebriefd en die daarom
    ontslagen moesten worden. Er zijn pogingen geweest om bij
    plaatselijke verkiezingen politieke invloed te verwerven. Een
    politieteam trof bij een huiszoeking een in het Turks gestelde
    handleiding aan van methoden van observatie door de Nederlandse
    politie. Ofschoon Turkse families, zoals gezegd, over het algemeen
    zeer gesloten zijn, moeten toch twee uitzonderingen worden
    gememoreerd. De eerste is dat men in toenemende mate liever
    Hollandse chauffeurs de Balkanroute laat rijden omdat die minder
    snel worden verdacht. De tweede is dat in het Turkse milieu nogal
    eens gebruik wordt gemaakt van Hollandse vrouwen om allerlei
    karweitjes te klaren wanneer de Turkse handelaren dat zelf niet
    kunnen doen zonder de aandacht te trekken. Het uitgavenpatroon van
    de jongere generatie van Turkse drugshandelaren is meer op
    Nederland gericht dan dat van de oudere generatie. Ze rijden rond
    in ostentatief dure auto’s, dragen kostbare horloges en vertonen
    overigens ook al iets van de uitbundige levensstijl die hun
    Hollandse lotgenoten aan de dag leggen. Er zijn ook al gevallen
    waargenomen waarbij in Nederlandse onroerend goed-projecten wordt
    genvesteerd, ook als de objecten in kwestie geen directe functie
    vervullen in de drugshandel.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken