2.7. CID-chef
Een belangrijke taak voor de CID-chef is het begeleiden van de informanten-runners. Een informanten-runner heeft recht op controle en bescherming. Dit vereist veel aandacht en tijd, omdat met name de runners in hun werk aan de ene kant binnen de afgesproken kaders zelfstandig beslissingen moeten nemen over het maken van afspraken met de informant en aan de andere kant gemakkelijk de kans lopen in een positie te komen waarin ze kunnen worden gechanteerd. Er moet tussen de leiding van de CID en de runners een vertrouwenssfeer bestaan waarin alle activiteiten bespreekbaar zijn; een sfeer waarin het handelen van runners ten opzichte van informanten voortdurend getoetst kan worden. Een goede cultuur op dit gebied blijkt in de praktijk belangrijker dan de structuur. Een vereiste hierbij is, dat zeer duidelijke en goede afspraken zijn gemaakt over de grenzen van het toelaatbare en dat de CID-chef de nodige distantie bewaart ten opzichte van de informant.
Het zal voor de informanten-runner volslagen duidelijk moeten zijn wie hem aanstuurt in het contact met informanten, wie verantwoordelijk is voor het afschermen van de informatie en wie dan uiteindelijk verantwoordelijk is voor de uitgifte van de aangeleverde informatie.
De werkgroep ‘Ethische aspecten van CID-werkzaamheden’ oordeelde, dat aan leidinggevenden een belangrijke rol dient te worden toebedeeld als het gaat om waarden en normen binnen een politiekorps. Volgens de werkgroep zouden de volgende uitgangspunten moeten worden gehanteerd:
– maak en houd ethiek operationeel bespreekbaar, geef de routine daarbij geen kans;
– maak met medewerkers afspraken over wat wel en niet kan;
– wees zelf aanspreekbaar;
– maak duidelijk welk gedrag niet wordt getolereerd;
– spreek anderen daarop aan;
– laat nevenfuncties, geschenken en gunsten melden;
– zorg voor goede informatiekanalen;
– wees consequent bij norm-overschrijding;
– maak beroepsethiek vast onderdeel in het functionerings- en beoordelingsgesprek en in werkbesprekingen;
– vind een klankbord om situaties te bespreken waarmee u zelf niet uit de voeten kunt; laat persoonlijke eigenschappen een rol spelen bij selectie van nieuw personeel;
– laat medewerkers geen functies uitoefenen indien toerusting niet heeft plaatsgevonden;
– indien medewerkers twijfelen over de ethische aanvaardbaarheid van hun optreden, laat hen dan terugtreden; -medewerkers hebben recht op controle en bevorder een klimaat van uitspreken, bespreken, afspreken en aanspreken.
In hoeverre het ontbreken van deze uitgangspunten (mede) een rol heeft gespeeld bij het ontstaan of het vergroten van problemen binnen de RCID Kennemerland wordt in hoofdstuk IV beschreven.