2.3 Vergaderingen
De reguliere procedurevergaderingen van de commissie vonden n
keer in de week plaats. Regelmatig terugkerende agendapunten
waren:
- besluitenlijst van de vorige vergadering;
- ingekomen brieven;
- voortgang (deel)onderzoeken;
- planning werkzaamheden commissie;
- voorbereiding gesprekken en/of verhoren;
- normering opsporingsmethoden en organisaties;
- bespreking deelrapporten/eindrapportage.
Vooral de voorbereiding van de gesprekken en de verhoren alsmede de
bespreking van de deelrapporten en de eindrapportage kwamen in een
later stadium frequent aan de orde. Op een gegeven moment moesten
regelmatig extra vergaderingen worden belegd, waarbij alleen deze
punten op de agenda stonden. Gemiddeld vergaderde de commissie tot
aan de gesprekken n keer per week; later was twee drie keer per
week de regel. Gezien de aard van de te onderzoeken materie waren
deze vergaderingen besloten. De griffier en de inhoudelijk
secretaris waren bij alle vergaderingen aanwezig. De andere leden
van de staf waren aanwezig bij de commissievergaderingen, voorzover
relevant voor het onderwerp van de agenda. Aanvankelijk werden de
procedurevergaderingen voorbereid in wekelijks agenda-overleg met
de voorzitter, de ondervoorzitter, griffier en inhoudelijk
secretaris. Tevens werden tijdens dit agenda-overleg de
activiteiten van de staf bepaald en werden over organisatorische
vraagstukken besluiten genomen. Naast bovengenoemde
procedurevergaderingen werden verschillende bijzondere
vergaderingen belegd, in de wandelgangen van de enqutecommissie
conferenties genoemd. Deze conferenties werden op lokaties buiten
het Eerste-Kamergebouw gehouden en hadden het karakter van
brainstormsessies. Op 24 en 25 februari 1995 werd de eerste
tweedaagse conferentie gehouden in een hotel te Noordwijk. Het
onderwerp van deze conferentie was het rapport van de
commissie-Wierenga en het boek Het spook en de dreiging van de
georganiseerde misdaad van P.C. van Duyne. Noot De lijst
van bevindingen naar aanleiding van de tussenrapportage van de
verschillende interne onderzoeksgroepen werd op 21 en 22 april in
een conferentie-oord te Lage Vuursche besproken.
De zogenaamde Atlantic-conferenties werden op 15 en 22 mei 1995
gehouden. De commissie achtte het nuttig om, ter voorbereiding van
de normeringsdiscussie die na de openbare verhoren zou worden
gevoerd, een eerste discussie te voeren over de volgende thema’s:
rechtsstaat en rechtsorde, de rol van de wetgever, opsporing en
ontmanteling, opsporing en grondrechten, oordeel over
opsporingsmethoden, en voorwaarden aan opsporing.
De laatste conferentie vond plaats op 4 november 1995 in een
hotel in Noordwijk, waar de commissie haar eerste discussie over de
normering van opsporingsmethoden ten behoeve van de eindrapportage
voerde.
In de loop van het voorbereidende onderzoek hebben de leden
collectief en individueel werkbezoeken afgelegd en presentaties
bijgewoond. De commissie beoogde door middel van deze activiteiten
haar algemene kennis op een aantal terreinen te vergroten.
Als eerste werd prof. mr G.J.M. Corstens gevraagd een inleiding
in het strafprocesrecht, voorzover relevant voor het onderzoek, te
verzorgen. Voorts werd een aantal deskundigen verzocht presentaties
over opsporingsmethoden te geven, te weten mr R.A.F. Gerding, P.D.
IJzerman, prof. mr J. Naey, prof. mr Th. A. de Roos.
De commissie heeft een aantal werkbezoeken gebracht aan
verschillende organisaties die betrokken zijn bij de opsporing.
Door middel van deze werkbezoeken wilde de commissie zich een beeld
vormen van de opsporing in de praktijk. De commissie heeft de
volgende werkbezoeken gebracht:
opsporing en vervolging van zware criminaliteit,
rechters-commissarissen, kernteam); – politieregio Rotterdam
(criminele inlichtingendienst, tactische recherche, officier van
justitie belast met de met de opsporing en vervolging van zware
criminaliteit, rechters-commissarissen); – politieregio Brabant
Zuid-Oost (criminele inlichtingendienst, tactische recherche,
officier van justitie belast
- Korps landelijke politiediensten, Divisie centrale recherche
informatie; - Korps landelijke politiediensten, Dienst technische en
operationele ondersteuning; - Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst;
Tevens hebben enkele leden van de commissie werkbezoeken gebracht
aan opsporingsorganisaties die – Rechercheschool Zutphen.
ressorteerden onder het deelonderzoek waaraan zij waren
gekoppeld.
Ook werd een aantal organisaties door de commissie gevraagd een
presentatie te verzorgen over een specifiek onderwerp. Het gaat om
de volgende organisaties en onderwerpen:
- Divisie centrale recherche informatie, over misdaadanalyse en
over forensische accountancy; - Cordinerend beleidsoverleg, over het functioneren van dit
overlegorgaan; - Registratiekamer, over persoonsregistraties en
politieregisters;
Deze presentaties werden in het gebouw van de Eerste Kamer gegeven,
met uitzondering van die van de – Bureau melding ongebruikelijke
transacties, over de werkwijze van het Bureau. Divisie centrale
recherche informatie die in Zoetermeer plaatsvonden.