VOORWOORD
De Enqutecommissie Opsporingsmethoden legt in deze bijlage
verantwoording af over het door haar verrichte onderzoek. Zij heeft
hierbij deel II van het rapport van de RSV-enqute als voorbeeld
genomen. Tevens wordt in het kort de totstandkoming van de
commissie beschreven. Verder besteedt de commissie aandacht aan een
aantal zaken waarmee zij tijdens haar onderzoek werd
geconfronteerd, zoals de bijzondere veiligheidsmaatregelen die
moesten worden getroffen ter bescherming van documenten en
personen, de afspraken over de inzage en het overleggen van
gevoelige informatie door politie en justitie, alsmede de afspraken
over de inzage van criminele inlichtingen door de externe
onderzoeksgroep van de commissie. In deze bijlage doet de commissie
voorstellen omtrent de behandeling van haar archief en het archief
van de externe onderzoeksgroep.
De commissie hoopt dat deze bijlage in de toekomst kan dienen
als een leidraad voor parlementaire onderzoeken.