4.2. Couleur locale
De aanwezigheid van grote koppelbazen is al decennialang een
kenmerk van Nijmegen en omstreken. In de jaren zeventig trokken
koppelbazen landelijk sterk de aandacht door de grote winsten en de
daarbij behorende extravagante levensstijl. Zij vestigden daarmee
ook de aandacht van politie en justitie op zich. Bestrijding van
koppelbazerij werd landelijk een van de belangrijkste issues in de
fraudebestrijding. Ook in en rond Nijmegen (Groesbeek, Tiel) werden
in het begin van de jaren tachtig enkele grote
opsporingsonderzoeken verricht tegen koppelbazen. Enkele
koppelbazen van weleer zijn momenteel nog steeds bedrijvig in het
Nijmeegse. Maar de stijl en de activiteiten zijn veranderd. Enkelen
hebben een respectabele status verworven als
onroerend-goedexploitant of als min of meer legale bemiddelaar in
arbeidskracht; anderen passen hun in de koppelbazerij opgedane
ervaringen met plof BV’s toe en plegen andere vormen van fraude,
zoals flessentrekkerij en bedrieglijke bankbreuk.
Evenals in de twee andere steden wordt in crimineel opzicht
evenwel de toon gezet door de drugproblematiek. Ook in Nijmegen
wordt met de invoer, doorvoer en/of de distributie van herone en
cocane veel geld verdiend.
Toch is het algemene beeld dat uit gesprekken en de dossiers naar
voren komt anders dan bijvoorbeeld de situatie in Amsterdam. De
ervaringen in het oosten van het land leren dat de aanwezigheid van
belangrijke drughandel in een stad niet altijd gepaard gaat met
grote onderlinge rivaliteit en gewelddadige territoriale aanspraken
tussen criminele organisaties.
Georganiseerde misdaad is in Nijmegen op straat nauwelijks
zichtbaar aanwezig. Er zijn in Nijmegen, op wellicht een
uitzondering na (een smalle steeg met een concentratie aan
coffeeshops, smoezelige winkeltjes, openbare-ordeproblematiek) geen
plaatsen of woonwijken die voor de gewone burger of voor de politie
no go areas zijn.
Nauwelijks zichtbaar voor de buitenwereld maar onmiskenbaar
aanwezig binnen de Turkse gemeenschap is de jaarlijkse PKK-ronde.
Deze Koerdische vrijheidsbeweging heft jaarlijks op eigen wijze
belasting ten behoeve van de strijd. Personen van wie wordt vermoed
dat zij vermogend zijn, worden verzocht financile bijdragen te
leveren. Rond de jaarwisseling 1994-1995 deden 7 Nijmeegse
winkeliers van Turkse origine aangifte van afpersing en bedreiging.
Ook in voorgaande jaren kwamen aangiften binnen. Enkele jaren
gelden werd de pizzeria van een onwillige betaler in brand
gestoken. Hoewel de daders niet zijn gevonden, wordt vermoed dat de
PKK in dit geval de daad bij het woord heeft gevoegd.
In de gesprekken is ons niet gebleken van de aanwezigheid van
een harde strijd tussen politie en criminele organisaties; in het
recente verleden hebben, zoals gesteld, wel gewelddadige
confrontaties tussen de politie en de Nijmeegse beweging
plaatsgevonden. Er is, anders gezegd, in Nijmegen geen war on
organized crime gaande.