• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage XI – 3.3. Verschijningsvormen

    3.3. Verschijningsvormen

    3.3.1. De harddrugs

    De handel in herone en cocane in Enschede wordt niet beheerst
    door n groep. Er zijn vele personen en kleine groepen actief die
    voor de levering aan dealers verantwoordelijk zijn. Ieder heeft een
    deel van deze gefragmenteerde markt en dat lijkt tot ieders
    tevredenheid te gebeuren. Sommige samenwerkingsverbanden tussen
    leveranciers zijn duurzaam van karakter, andere kennen meer
    incidentele werkverbanden. De grootste plaats in de heronehandel en
    -verkoop Noot wordt ingenomen door twee Turkse families,
    maar een deel van de lokale markt wordt mede voorzien door
    autochtone Enscheders, een woonwagenfamilie Noot en door
    enkele kleine zelfstandigen van Turkse en Marokkaanse origine. Over
    Chinese, Italiaanse en (ex-)Joegoslavische betrokkenheid in deze
    handel is niets bekend.

    Wij hebben gepoogd het aandeel van de Turkse gemeenschap bij
    allerlei vormen van harddrughandel wat nauwkeuriger vast te
    stellen. Uit de bestanden van HKS en CID zijn alle volwassen mannen
    uitgedraaid, van wie in de periode 1990-1995 betrokkenheid is
    vastgesteld (HKS, deels CID) of wordt vermoed (CID) bij harddrugs.
    Dit leverde de namen van 90 Turkse mannen op.

    Het aantal verslaafden in Enschede wordt door het CAD geschat op
    ruim 200 personen en is qua samenstelling de afgelopen tijd
    nauwelijks veranderd. Een aantal van hen is van Duitse origine die
    de klopjachten van de Duitse politie ontvlucht zijn en in Enschede
    hun rust proberen te vinden. De prijzen van herone zijn gedaald tot
    ongeveer f.100 per gram. Dit wijst op een goed aanbod van herone,
    al is de prijs nog altijd het dubbele van die van Arnhem (f.40 tot
    f.60). Er zijn ongeveer 90 dealerpanden die verspreid liggen over
    de stad, maar meestal wel in de sociaal zwakke wijken. De levering
    van herone vindt plaats in sociale huurwoningen van de gemeente of
    woningbouwverenigingen. In een straal van ongeveer 800 meter
    ondervindt de bevolking erg veel overlast van de junks. Het aantal
    inbraken binnen die straal rond het drugspand is hoog, evenals
    andere vormen van overlast. De politie voert thans een sterk
    repressief beleid tegen de panden om vooral die overlast te
    reduceren. Daardoor komt langzaam een verandering in de aard van
    het dealen in Enschede. Niet meer alleen via vaste panden of
    woningen, maar door runners die de bestellingen via semafoons en
    GSM’s naar de verslaafden op straat brengen. Veel van de klanten
    zijn Duitsers die om de lage drugprijs naar Enschede komen. Door
    het wegvallen van de grenscontroles durven de Duitse klanten
    tegenwoordig meer dan een paar gram per keer terug de grens over te
    nemen.

    Over hoe de herone naar Enschede wordt aangevoerd, bestaat bij
    de politie en andere organisaties een beperkt zicht. De herone van
    de Turkse families is vermoedelijk afkomstig van Koerdische Turken
    uit Arnhem en van Turken uit Nijmegen of Amsterdam. In een geval
    bleek een familie herone en softdrugs rechtstreeks uit Turkije of
    via Spanje uit Marokko per vrachtauto aan te voeren. De handel is
    niet piramidaal, maar geconcentreerd rond broers van twee families
    die allerlei Turken uit de stad inschakelen voor voorkomende
    werkzaamheden. De ene Turkse familie houdt zich bezig met het
    voorzien van de lokale en regionale heronemarkt en het Duitse
    achterland. De kernleden brengen zelf Noot of laten dat
    door anderen doen vanuit twee coffeeshops in Enschede. Als het
    uitkomt, laten zij zich in met de handel in softdrugs. Zij hebben
    een aantal jongere Turken en autochtonen Noot om zich
    heen verzameld, die zo nu en dan voor distributie van
    cocane een rol spelen en fungeren als hun bodyguard. Vooral toen
    een van deze kring van personen door een Enscheder en een Marokkaan
    werd geript, opende de familie de jacht op deze rippers. De groep
    opereert nog weinig professioneel, verkeert volledig in de
    illegaliteit en trekt door het plegen van geweld geregeld de
    aandacht van de politie.

    De andere Turkse familie opereert professioneler. Deze familie
    is groter in aantal en regelt zelf de import van herone uit Turkije
    waarbij de taken zijn verdeeld. Een persoon beheert de zaken in
    Turkije (aankoop, betalingen, e.d.), een ander verzorgt het
    transport met eigen vrachtauto’s naar Nederland en begeleidt dat en
    weer een ander houdt zich met de distributie in Nederland bezig,
    waarvan Enschede als basis dient. Bestellingen worden aan de
    contactpersoon in Turkije per mobiele telefoon opgegeven. De groep
    is in het bezit van een groot aantal coffeeshops en enkele winkels
    en kleine bedrijven. De groep verzorgt de leverantie aan de lokale
    markt (kleinschalig) en aan Duitsland (grotere schaal). Men heeft
    contacten met Amsterdamse Turken. Een van de leden verblijft thans
    in het Huis van Bewaring in verband met zijn betrokkenheid bij de
    liquidatie van een Hengelose Turk in Amsterdam, die een jaar
    geleden plaatsvond. Naast deze twee Turkse groepen wordt de herone-
    en cocanehandel in Enschede verzorgd door zelfstandigen die, de een
    op grotere, de andere op kleinere schaal, de harddrugs leveren.
    Deze personen werken solistisch en dealen de ene keer en zijn dan
    weer eens betrokken bij de tussenhandel op kiloniveau. Het feit dat
    deze zelfstandigen redelijk ongestoord hun activiteiten mogen
    ontplooien van andere criminele groepen, geeft aan dat er voldoende
    markt is voor meer aanbieders.

    De laatste tijd is te zien dat veel Enschedese dealers en junks
    (het laagste echelon van de heronemarkt dus) zelf de herone
    rechtstreeks uit Amsterdam of Arnhem halen omdat de prijs daar
    lager ligt. Een aantal junks kan door middel van straathandel
    royaal in hun levensonderhoud voorzien en ook hun eigen verslaving
    verzorgen. De cocane neemt in Enschede een minder grote plaats in
    dan de herone. De levering wordt voor een klein deel verzorgd door
    dezelfde bovengenoemde personen en groepen. Een andere Turkse
    groep, onder leiding van een Turk met een autochtone Enschedese,
    richt zich voornamelijk op de cocaneverstrekking in de stad aan
    lokale bewoners en aan Duitsers. De cocane wordt afgezet via
    coffeeshops, die in het bezit zijn van de groep. Dealers halen daar
    op bestelling hun voorraad op. Leden van de organisatie brengen
    onder toezicht van de leider cocane in kilo’s naar Duitsland.

    Een andere cocaneleverancier is een gewelddadige kamper die zich
    bezighoudt met de distributie van cocane over de stad via een
    netwerkje van dealers. De omvang van de handel beperkt zich tot
    tientallen grammen per week. Ook een Twentenaar die weinig
    contacten heeft met lokale leveranciers, zorgt voor een kleine
    hoeveelheid cocane. Hij had als oud-woonwagenbewoner veel
    landelijke contacten waarin hij als tussenhandelaar respectievelijk
    koerier actief was, maar na enkele mislukte financile transacties
    wordt met hem door handelaren uit het westen geen zaken meer
    gedaan. Samen met zijn broer elders uit Nederland probeert hij zich
    weer een positie te verwerven in de handel van verdovende middelen
    door aansluiting te zoeken bij andere lokale handelaren.

    Naast lokale Enscheders zijn ook personen uit de regio actief
    binnen de stad. Een aantal oud-Enscheders woont vandaag de dag
    buiten in riante optrekjes van waaruit zij een deel van de stad en
    een deel van de regio voorzien van herone en cocane. Zo wordt het
    dorp Nijverdal met ongeveer 10.000 inwoners waarvan ongeveer 100
    verslaafden (de helft van Enschede!) vanuit Enschede en de regio
    voorzien. Ook de leverantie van herone en cocane naar plaatsen als
    Oldenzaal, Hengelo, Almelo wordt vanuit Enschede geregeld. Zoals
    gezegd, is de tussenhandel op leveranciersniveau van herone en
    cocane een rustig werkterrein, maar op het niveau van dealers en
    junks is dat veel minder het geval. Mede omdat er geen duidelijk
    aanwijsbare leidende groepen in de stad actief zijn gaat het aantal
    ripdeals onverminderd door. Een van de rippers staat al tijden op
    de dodenlijst van enkele Turkse families Noot . Daarbij
    gaat het niet alleen om gewelddadige acties, maar vaker om gevallen
    van niet betalen, met vals geld betalen en snelle berovingen onder
    bedreiging van geweld. Hierbij zijn Turken, Marokkanen,
    ex-Joegoslaven en (oud-)woonwagenbewoners en enkele lokale
    criminelen betrokken. Meestal zijn zij niet zelf in staat een
    positie in de handel van herone en cocane te ontwikkelen zodat zij
    de harddrugs van anderen (dealers) afnemen.

    3.3.2. De softdrugs

    Enschede heeft in de jaren zeventig grote bekendheid gekregen in
    binnen- en buitenland door de Kokerjuffer, een
    jeugdwelzijnsinstelling die uit idealistische overwegingen op een
    legale en openlijke wijze probeerde hasj en marihuana aan een
    voornamelijk jong publiek te verkopen. Zweden heeft naar aanleiding
    van berichten in de media zelfs overwogen Nederlandse produkten
    economisch te boycotten. De tijd van de idealistische
    welzijnswerker is, zeker voor Enschede, voorbij. De aanvoer en
    distributie van softdrugs is nu in handen van criminele groepen die
    via coffeeshops de verkoop verzorgen aan het, voornamelijk jonge,
    gebruikerspubliek.
    Er zijn 22 coffeeshops in Enschede. Overlast en de verkoop van
    harddrugs zijn redenen om een coffeeshop te sluiten. De politie
    voert in samenwerking met de gemeente daarin een sterfhuisbeleid:
    bij elke sluiting komt er geen andere coffeeshop voor in de plaats.
    Door dat strikte beleid zijn er de afgelopen jaren zeven gesloten.
    De prijzen voor softdrugs liggen nu rond de 12 tot 15 gulden per
    gram. Bijna 60% van alle kopers zijn Duitsers die in Enschede hun
    drugs komen halen (niet alleen per gram, maar in grotere
    hoeveelheden per keer). Het CAD schat het aantal kopers op ongeveer
    1.000 per dag. De politie heeft zich de laatste jaren vooral
    gericht op de voorkant van de coffeeshops. Zij moest er in
    samenwerking met de gemeente voor zorgen dat de openbare orde zo
    min mogelijk werd verstoord door de verkoop. Daarin is de politie
    in overleg met de coffeeshops goed geslaagd. De verkoop geschiedt
    doorgaans geruisloos en zonder noemenswaardige overlast. De politie
    heeft minder gelet op de achterkant van de coffeeshops waar de
    softdrugs met kilo’s elke morgen wordt aangevoerd. De handel in
    softdrugs is evenals die van de herone en cocane in handen van
    verscheidene groepen en personen. Geen van hen heeft een zodanige
    positie dat anderen zich niet (meer) op de markt durven begeven of
    niet worden geduld. Alle handelaren van klein tot groot hebben een
    stukje van de lokale softdrugmarkt en leveren de softdrugs aan
    Duitsers en in sommige gevallen aan het westen van Nederland, in
    het bijzonder het Gooi en Amsterdam. In die laatste gevallen moeten
    de Enscheders worden gezien als toezichthouders annex
    tussenhandelaars voor de internationale aanvoer naar het westen van
    Nederland. Het is mogelijk, zo vertellen ons enkele experts, dat
    het oosten van Nederland tegenwoordig vaker wordt gebruikt als
    route om geijkte aanvoerroutes naar de randstad te vermijden.
    Enschede fungeert in die route als tijdelijke opslagplaats.

    Onder de grootste leveranciers van softdrugs in Enschede behoren
    enkele broers, die in de jaren tachtig hun handelspositie
    onbekommerd hebben kunnen versterken. Zij zijn, zoals de politie
    het uitdrukt, kampers en gaan momenteel als zakenlui door het
    leven. Zij zouden via stromannen een flink aantal coffeeshops
    bezitten. Zij zijn, zoals eerder kort is aangegeven, ook betrokken
    bij de levering van herone en cocane in Enschede. De broers, die
    van kindsbeen af een lang strafblad hebben opgebouwd, hebben
    diverse nationale en internationale contacten. In het westen hebben
    zij contacten met Amsterdamse autochtone groepen in de hasjhandel.
    Via opslagplaatsen in Enschede bevoorraden zij dagelijks de
    coffeeshops. De broers zijn van origine Enscheders. Hoewel
    woonwagenbewoners, wonen zij nu al tijden in een sociaal zwakkere
    buurt in Enschede. Zij hebben een gewelddadige reputatie, die
    ervoor zorgt dat weinigen tegen hen in durven te gaan. Intimidatie
    is voldoende. Na de strijd om de heronehandel in Enschede met de
    Turken, hebben de broers zich toegelegd op de softdrugs. Daarnaast
    beschikken zij over enkele kleine bedrijven. Ook zou er sprake zijn
    van het, op kleine schaal, opkopen van onroerend goed in de stad.
    Alle zaken worden binnen de familie besproken. Er is niet sprake
    van n leider, maar wel zijn er taakverdelingen; de een zorgt
    bijvoorbeeld voor de regeling van de financile zaken, de ander voor
    de bevoorrading van de shops, enz. Op groothandelsniveau handelen
    enkele Enscheders in marihuana. In containers laten zij uit
    Colombia soms meer dan 17.000 kilo naar Twente exporteren. De haven
    van Amsterdam wordt als doorvoerhaven gebruikt waarna vrachtauto’s
    de containers naar Twente brengen. De marihuana is afkomstig uit
    Colombia en verscheept vanuit de haven Buenaventura. Ook haalde de
    groep hasj uit Marokko en Spanje die via Frankrijk naar Enschede
    werd gebracht. De marihuana was voor een klein deel voor de lokale
    markt ingekocht en voor het merendeel voor doorvoer naar andere
    landen. De hasj was afkomstig uit Marokko. Ook hier is weer sprake
    van directe contacten. De groep bestaat uit acht hoofdpersonen
    onder wie een aantal (oud-)woonwagenbewoners, twee Pakistani en een
    Duitser en 13 andere personen die een ondergeschikte rol speelden
    en voor kleine werkzaamheden worden ingezet. De hoofdfiguren zijn
    mannen tussen de 30 en 40 jaar oud en hebben allemaal een lang
    strafblad. De groep beschikt over een zakenpand in de stad waar
    enkele tientallen rechtspersonen (bv’s) zijn gevestigd. Een van de
    hoofdpersonen is eigenaar van die BV’s. Deze BV’s worden gebruikt
    om de transactie vanuit Colombia een legaal uiterlijk te geven. Met
    dit land bestaan directe contacten. De containers worden te
    Amsterdam opgehaald door een vrachtwagen die de marihuana
    vervolgens naar een opslagplaats op het platteland rond Enschede
    brengt. Bij dat vervoer wordt vooral aan alles gedacht om de kans
    op opsporing zo veel mogelijk te verkleinen (door bijvoorbeeld
    steeds op parkeerplaatsen te wachten, de vrachtauto staat continu
    in verbinding via mobiele telefoons met enkele leden, er wordt in
    codes gepraat en in drukke wegrestaurants en wegcafs met elkaar
    afgesproken) Noot . In de opslagplaats wordt de
    marihuana overgezet in dozen die daarna in kleine aantallen naar
    twee opslagplaatsen in de stad worden gebracht. Daarvoor wordt een
    bouwmaterialenbedrijf gebruikt.

    De groep is zo georganiseerd dat niet iedereen op de hoogte is
    van alle activiteiten. Er is sprake van een bewuste strategie van
    compartimentering van kennis. Ieder had een bepaalde taak te
    vervullen, zoals de contacten in Colombia, het regelen van het
    transport, het gereedmaken van de opslagplaatsen. De chauffeurs
    worden tot op het laatst in het ongewisse gelaten waar zij hun
    lading moeten lossen. Een heel bijzondere plaats in de handel in
    softdrugs wordt ingenomen door een zakenman uit Enschede die
    geen roots heeft in de onderwereld van Enschede. Hij koopt
    op grotere schaal softdrugs in en voert ze ook weer uit. Deze
    persoon is al langer actief in de hasj- en XTC-handel. Vastgesteld
    is dat hij levert aan Engeland,
    Spanje en Rusland. Hij was vroeger een alom gerespecteerd zakenman
    in Enschede die vandaag de dag per container zijn hasj direct uit
    Pakistan en Marokko laat overkomen. Een deel daarvan is voor de
    lokale en regionale markt, een ander deel is, zoals aangegeven,
    voor markten in Engeland, Tsjechi en Rusland. Dat het om grotere
    hoeveelheden gaat, kan worden afgeleid aan het grote aantal
    MOT-meldingen waarbij hij betrokken is. Door zijn illegale handel
    onderhoudt hij nu wel diverse contacten met andere belangrijke
    criminele uit Twente en, door zijn oude beroep, nog steeds met de
    legale zakenwereld in stad en regio.

    3.3.3. De fraude

    In Enschede zijn enkele groepen op het gebied van fraude actief.
    Hun werkterrein blijft overigens niet beperkt tot hun woonplaats
    Enschede. Wij zullen aan de hand van een van de hoofdfiguren, de
    heer A, een beschrijving van de verschijningsvormen van dergelijke
    fraudes geven.

    Hoofdverdachte A richtte begin jaren tachtig een
    schoonmaakbedrijf op. Naast de schoonmaakbranche ging A zich in
    zijn expansiedrift op andere terreinen begeven, met als filosofie
    dat zijn bedrijven alle werkzaamheden moesten kunnen verrichten die
    in verband stonden met het onderhoud van een woning of gebouw,
    zoals stoffering, tuinonderhoud en schilderwerk. In dat kader nam
    hij een aantal bedrijven over en bouwde het geheel om tot een
    concern. De groei was explosief: op een gegeven moment waren er 200
    vaste en 900 deeltijdwerkers in dienst. A ging vervolgens bedrijven
    overnemen die buiten de bovengenoemde dienstverlening vielen, zoals
    de grafische branche, groente en fruit.

    Tot dan toe was er waarschijnlijk van een echte fraudecarrire
    nog geen sprake, maar het grote ondernemerschap groeide hem boven
    het hoofd. Een aantal bedrijven bleken slechte aankopen en er
    ontstonden ernstige financieringsproblemen. En financier legde
    beslag op vermogensbestanddelen van bedrijven en op het vermogen
    van A priv. Een andere financier droeg hem op een organisatiebureau
    in huis te halen om de bedrijven door te lichten. Het rapport van
    dat bureau gaf aan hoe de gezonde delen van het bedrijf via
    sterfhuisconstructies gered konden worden. Enige tijd daarna ging
    het eerste bedrijf failliet en er zouden nog vele volgen.

    Werkwijze

    Vanaf het moment dat de financieringsproblemen ontstonden, was A
    voornamelijk doende de verliezen voor hemzelf te beperken door zo
    veel mogelijk te onttrekken aan de bedrijven die toch niet meer te
    redden waren en de activiteiten voort te zetten in andere
    bedrijven. Naast de reddingsoperaties van zijn eigen bedrijven
    begon A zich te manifesteren als trouble shooter of crisismanager.
    Zo kwam hij, veelal via organisatie-adviesbureaus, binnen bij in
    moeilijkheden verkerende BV’s. Omdat het water hen tot aan de
    lippen stond en A overtuigingskracht en deskundigheid uitstraalde
    en relaties in de financile sfeer had, gaven de oorspronkelijke
    directeuren hem carte blanche bij de sanering. De sanering bleek
    achteraf in te houden dat hij de BV uitkleedde door de activa en
    activiteiten over te brengen naar eigen bedrijven. Het gesaneerde
    bedrijf bleef met grote schulden achter met als enig uitzicht een
    faillissement. Bij de uitkleedoperaties maakte hij gebruik van de
    kennis en de relaties die hij als ondernemer opgebouwd had. Hij had
    het nodige opgestoken van het eerste grote faillissement en in het
    bijzonder van het door het organisatiebureau opgestelde handboek
    sterfhuisconstructies. Hij zag hoe makkelijk het was activa uit
    rechtspersonen die op de rand van het faillissement balanceren,
    over te hevelen en hij leerde dat Nederland bureaucratisch in
    hokjes verdeeld was, zodat de ene regio niet wist wat er in de
    andere gebeurde. Hij kwam tot de conclusie dat het verstandiger was
    zelf meer buiten beeld te blijven en bijvoorbeeld niet zichtbaar te
    zijn als aandeelhouder/bestuurder. Als gevolg van de beslagen
    bracht hij zijn aandelen onder bij familie en relaties, zodat hij
    zelf, op een enkele uitzondering na, als directeur van het toneel
    kon verdwijnen. Zoals gezegd, hevelde A activa van noodlijdende
    bedrijven over naar BV’s waar hij de zeggenschap over had, veelal
    de activiteiten van de oorspronkelijke BV voortzettend in zijn
    eigen BV. Hij maakte voor dat doel gebruik van ondoorzichtige
    rekening-courantverhoudingen en lage taxaties van activa, zoals
    onroerende goederen en machines. De taxatieopdrachten verstrekte
    hij altijd aan hetzelfde bureau, waar hij telkens dezelfde persoon
    benaderde, die een goede kennis van hem was. Aangezien taxaties
    ruimte laten voor een behoorlijke bandbreedte, is het niet 100%
    duidelijk of daarbij de grenzen van het betamelijke zijn
    overschreden of dat men nog juist daarbinnen is gebleven.
    Debiteuren werden afgewaardeerd en doorverkocht aan eigen BV’s of
    werden via die BV’s gend. Hij bewoog banken meer geld te steken in
    de noodlijdende bedrijven onder het voorwendsel van de ultieme
    reddingspoging. Hij gebruikte daarvoor verkeerde jaarcijfers en/of
    prognoses. In de tussentijd werden preferente crediteuren,
    waaronder de belastingdienst en bedrijfsverenigingen niet voldaan
    of trof hij betalingsregelingen met hen die hij niet nakwam,
    eveneens door een verkeerde voorstelling van zaken te geven. Ten
    slotte zorgde hij ervoor de beoogde faillissementsdatum zodanig ver
    verwijderd van de
    onttrekkingsactiviteiten te laten vallen, dat zij niet op
    eenvoudige wijze op grond van de faillissementspauliana zouden
    kunnen worden herroepen.
    Bij dit alles maakte hij, zoals vermeld, gebruik van BV’s waar
    anderen aandeelhouder/directeur van waren. Zo bleven hijzelf en
    zijn vermogensbestanddelen buiten beeld. Om toch de greep daarop te
    behouden, sloot hij vaak optiecontracten met deze aandeelhouders. A
    bedong daarin dat hij tot een bepaalde datum het recht tot
    (terug)koop van de aandelen had tegen de nominale waarde. Feitelijk
    kwam de inhoud van deze contracten erop neer dat hij de volledige
    beschikkingsbevoegdheid hield over de aandelen en dat de
    vermogensaanwas ten goede van hem zou komen. Ook wanneer hij geen
    optiecontract had, bleek hij het beleid van die onderneming te
    bepalen, omdat er een stroman tot directeur was aangesteld die
    niets te vertellen had. Een van de aspecten van deze fraude was
    naast het grote aantal BV’s (in het opsporingsonderzoek komen meer
    dan 60 BV’s aan de orde), het veelvuldig wisselen van naam en adres
    van de gebruikte rechtspersonen. Vaak vond naamswijziging plaats in
    verband met een naderend faillissement. Door de vele
    naamswijzigingen, adreswijzigingen en wisselingen van directie en
    aandeelhouders is er een ondoorzichtig rookgordijn ontstaan ten
    aanzien van de verhoudingen tussen vennootschappen en
    aansprakelijkheden. Rekening-courantverhoudingen onderling, ook
    tussen bedrijven die niet tot dezelfde holding behoorden, en
    rekening-courantverhoudingen met A en met andere directeuren
    maakten het geheel nog ondoorzichtiger. Ter indicatie van het
    ingewikkelde en ondoorzichtige karakter van deze fraude is het
    vermeldenswaard dat zonder de vondst van de optiecontracten bij een
    huiszoeking en zonder de verklaring van medeverdachten, de
    systematische fraude zeer moeilijk hard te maken was geweest.
    Overigens is er nog geen onherroepelijke rechterlijke
    uitspraak.

    Personen en organisatie

    In het onderzoek zijn in eerste instantie 35 personen als
    verdachte aangemerkt. A was buiten twijfel de sturende en
    leidinggevende kracht in bovengenoemde fraude. Hij heeft geen
    strafrechtelijke antecedenten. Wel komen uit de verhoren van
    hemzelf en andere verdachten en/of getuigen enkele
    karaktereigenschappen naar voren die ertoe bijdroegen dat A het als
    directeur/beleidsbepaler van BV’s niet zo nauw nam met de regels om
    zijn eigen doelstellingen te verwezenlijken. Het ging hem niet
    zozeer om het rijk worden op zich. Hij wilde in de eerste plaats
    geliefd zijn in zijn nabije omgeving. Geld is daarin een middel en
    hij keek niet op een paar centen. Tevens was hij uit op aanzien:
    hij heeft altijd bij de groten willen horen en wanneer hij door hen
    niet geaccepteerd werd, stak hem dat geweldig. In dat kader nam hij
    de sponsoring op zich van een sportevenement, een geldverslindende
    bezigheid. Kort gezegd, hij had veel geld nodig.

    Voor zijn manier van zaken doen had hij de hulp van anderen als
    adviseur of als loopjongen nodig. Daarnaast diende hij banken,
    belastingdienst en zakelijke partners om te praten. Hij slaagde
    hierin omdat hij een charismatisch persoon was met een hele goede
    babbel. Hij had een enorme overtuigingskracht om partijen voor zijn
    scenario’s te winnen. Een voorbeeld van de wijze waarop hij mensen
    kon bepraten, vormde een telefoontje met een financier, die op stel
    en sprong aflossing van een lening verlangde. In plaats van
    betaling wist A deze tot het verstrekken van een extra krediet te
    bewegen. Mensen die in zijn invloedssfeer verkeerden, konden
    moeilijk van hem loskomen. Hij bereikte dat niet via geweld.
    Weliswaar dreigde hij wel eens met fysiek geweld als de zaken niet
    zo liepen als hij wenste, maar tot uitvoering kwam het nooit. Hij
    maakte hun van hem afhankelijk via psychische druk of in financile
    zin.

    Omvang van de fraude

    Hoeveel geld met deze fraude gemoeid is, is ook bij benadering
    niet vast te stellen. Bij fiscus en bedrijfsverenigingen gaat het
    om harde schulden van een kleine 15 miljoen. Via onttrekkingen
    zouden enkele miljoenen zijn verdwenen. Hoeveel er onterecht naar A
    in priv is gegaan, is ook onduidelijk. De andere medeplichtigen
    kregen een ruim salaris. Zoals gezegd, is het geld onder andere
    gebruikt om de activiteiten van zijn eigen en andere ondernemingen
    in enige vorm te continueren, bij welke operaties hijzelf het
    meeste baat had.

    Zelf bleek hij nog een reservepotje van 3,5 miljoen, waarvan 1,9
    miljoen over was, op een afgeschermde rekening in het buitenland te
    hebben. Er is, voorzover bekend, geen geld gegaan naar andere
    criminele activiteiten. In totaal is van hem priv ongeveer 4,3
    miljoen in beslag genomen ter ontneming. De maatschappelijke schade
    was groot in de vorm van vele werknemers die op straat kwamen te
    staan, concurrentievervalsing, schulden bij de fiscus,
    bedrijfsverenigingen en handelscrediteuren. Het is onmogelijk uit
    te rekenen welk deel van die schade op het conto van de fraude is
    te plaatsen: vele, zo niet alle, bedrijven zouden toch failliet
    zijn gegaan.

    3.3.4. Overige verschijningsvormen

    Autodiefstallen

    Enschede heeft weliswaar geen hoog aantal autodiefstallen, maar
    toch zijn er geregeld professionele daders actief die een
    tijdelijke hausse in diefstallen bewerkstelligen. In de beginjaren
    negentig had Enschede last van een groep Joegoslaven (Kroaten) die
    stelselmatig vanuit Hengelo auto’s stalen. De gestolen auto’s
    werden met valse kentekens en valse nummerborden naar Joegoslavi
    gebracht. Nadat hun arrestatie in 1993 in samenwerking met andere
    regiokorpsen had plaatsgevonden, schatte de politie dat deze groep
    in Nederland ongeveer 500 auto’s had gestolen. Tevens werden bij
    aanhouding veel vuurwapens aangetroffen. Hoewel de groep bij de
    diefstallen zeer professioneel te werk ging (met inbraken in
    woningen om ook de originele papieren en autosleutels te krijgen),
    werden als afscherming tegen de politie weinig maatregelen
    ondernomen. Alles werd openlijk besproken en de daders hielden geen
    rekening met taps of observatie. In 1994 kreeg de streek rond
    Enschede in een week te maken met opnieuw een sterke stijging van
    het aantal autodiefstallen. Nu bleek een groep Russen actief, maar
    die verlegde al snel haar werkterrein naar heel Nederland. Na die
    beginperiode zijn door deze groep geen auto’s meer gestolen in
    Enschede. Deze groep werkte gedisciplineerder en had voor ieder
    duidelijk omschreven taken. De afscherming was beter geregeld (zie
    ook het deelrapport van Bruinsma over autodiefstallen). In november
    van het vorig jaar is deze Russische groep door de Twentse politie
    gearresteerd. Het wegvallen van de grenscontroles met Duitsland
    heeft (voorlopig) niet geleid tot een hoger aantal autodiefstallen
    in de stad.

    Mensenhandel

    Als grensstad heeft Enschede te maken met illegalen die na het
    oversteken van de Duits-Nederlandse grens naar de stad komen. Het
    aantal assistenties ten behoeve van de vreemdelingendienst is het
    afgelopen jaar verdubbeld. De komst van illegalen wordt doorgaans
    georganiseerd. De Enschedese politie heeft met een aantal criminele
    groepen te maken gehad die zich inlieten met mensenhandel. In 1990
    en 1991 kwam de politie ter ore dat een groep in Enschede en
    Hengelo gevestigde Syrisch-Orthodoxen uit Syri en Turkije allerlei
    geloofs- en landgenoten illegaal lieten overkomen. Er bestond een
    landlijn en een luchtlijn waarmee de illegalen tegen betaling van
    ongeveer 6.000 DM per persoon Nederland werden binnengesluisd. De
    illegalen vonden een plaats binnen de hier al langer woonachtige
    Syrisch-Orthodoxe gemeenschap. Wanneer zij om de een of andere
    reden werden geweigerd aan de grens, werd ter plekke besloten een
    doorreisvisum aan te vragen naar Canada, Zweden of Belgi. De
    paspoorten waren van Syrische makelij en werden met verdovende
    middelen of wapens betaald. De landroute was vanuit Syri via
    Jordani, Turkije, Roemeni, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland naar
    Nederland. Het laatste deel van de reis werd verzorgd door de leden
    van de gemeenschap en geschiedde met kleine busjes. De luchtroute
    ging via het vliegveld Zaventhem (Belgi) en vervolgens per busje.
    In totaal zijn ongeveer 900 illegalen op deze wijze naar Enschede
    gebracht. Recentelijk werd een groep gearresteerd wegens
    grootschalige hasjhandel. Een tak van deze groep hield zich onder
    leiding van een Pakistaan bezig met de smokkel van Sikhs uit
    Pakistan en India naar Engeland. Daar konden zij gemakkelijk
    illegaal binnen een grote gemeenschap van Sikhs onderduiken. Voor
    de tocht moest flink worden betaald en in veel gevallen werd met
    vervalste of valse reisdocumenten gereisd. De oversteek naar
    Engeland werd met een zeilboot gedaan (zie ook het hoofdstuk over
    de Rotterdamse haven in het deelrapport over de branches).

    Prostitutie en vrouwenhandel

    Begin 1995 overleed op natuurlijke wijze de grootste exploitant
    van Enschede op 43-jarige leeftijd. Met hem werd een tijdperk
    afgesloten waarbij vrijwel de hele prostitutie in een stad door n
    persoon werd gedomineerd. Hij was een ouderwetse pooier die, met
    zoon en een bodyguard, al zijn vrouwen als zijn bezit zag. Hij was
    eigenaar (soms als medevennoot, meestal alleen) van de meerderheid
    van de 14 sexinrichtingen die de stad, volgens de politie, rijk is.
    Iedereen kende hem en op zomeravonden liet hij zich geregeld met
    een aantal dames in een Amerikaanse auto door de stad rijden. Hij
    kocht zijn vrouwen zelf in en heeft voor vrouwenhandel een tijd in
    Brazili vastgezeten.

    In Enschede zijn ongeveer 120-130 vrouwen in de prostitutie
    werkzaam. Het aanbod van vrouwen wordt bepaald door de vraag die
    seizoengebonden lijkt. De meesten (ongeveer 70) zijn afkomstig uit
    Brazili. Dit op zich genomen merkwaardige verschijnsel – vrouwen
    uit Brazili zijn er in Nederland historisch gezien nooit in de
    prostitutie geweest – heeft zeker te maken met deze Enschedese
    pooier. Reislustig als hij was, bezocht hij
    vanuit Suriname waar hij te gast was bij een collega sex-exploitant
    te Paramaribo, geregeld het buurland en ronselde daar vrouwen voor
    de Enschedese prostitutie. Hij is een aantal keren aangehouden voor
    vrouwenhandel maar tot veroordelingen hebben deze aanhoudingen niet
    geleid. De overige vrouwen zijn afkomstig uit heel Nederland, Azi
    en enkelen uit Oost-Europa. De Nederlandse prostitues zijn vaker
    werkzaam in escortbureaus en als zelfstandige op priv-adressen. De
    meeste buitenlandse vrouwen zijn Nederland binnengekomen via een
    toeristenvisum. Na verloop van enkele (drie) maanden worden deze
    weer doorgestuurd naar bordelen in Duitsland en Limburg. Een
    uitgebreide gayprostitutie bestaat er niet. Naast de clubs zijn
    enkele kleine escortbureaus actief.

    Enschede kent in tegenstelling tot bijna alle steden in
    Nederland geen raamprostitutie en geen tippelhoeren.
    Alle prostitutie speelt zich af in besloten clubs, die zijn gelegen
    aan de invalswegen van de stad. In vergelijking met andere steden
    in Nederland is dat opmerkelijk te noemen. De politie heeft zich
    van oudsher stevig bemoeid met de prostitutie in Enschede. Om
    onbekende redenen wilden de korpsleiding en het college van
    B&ampW nooit dat raamprostitutie of tippelprostitutie voet aan
    de grond kreeg in de stad. Vanaf de jaren zestig is hard opgetreden
    tegen elke poging een van deze vormen van prostitutie gevestigd te
    krijgen. Tippelaarsters werd het werken door een intensieve
    surveillance vrijwel onmogelijk gemaakt, zodat zij na kort tijd het
    tippelen maar weer opgaven. De politie heeft ook aan de plaats van
    de sexclubs aan de invalswegen een constructieve bijdrage
    geleverd.

    Enkele jaren geleden probeerden Joegoslaven met geweld een
    plaats in de prostitutie te veroveren. De pooier met zijn companen
    hebben die slag kunnen pareren maar na zijn overlijden vreest de
    politie dat Oosteuropeanen (vooral Russen) opnieuw zullen proberen
    een plaats in de prostitutie te verwerven. De politie heeft altijd
    een goede verstandhouding met de prostitutie in Enschede gehad. Met
    betrokkenen werden afspraken gemaakt om overlast te voorkomen en de
    politie vervulde een soort vertrouwensfunctie voor de prostitues om
    hen enige bescherming te bieden.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken