5.2. Couleur locale
Ook de Arnhemse politie kreeg haar deel van de roerige jaren
zestig. Jongeren hielden demonstraties, scholen samen rond een
fontein in het centrum en verstoorden een Taptoe. De jaren zestig
leven in de herinnering van de politiemensen in Arnhem echter niet
voort als de jaren van de ludieke provocaties en hasjrokende
langharige jongeren. De herinneringen worden beheerst door een
bedreiging uit geheel andere hoek, namelijk de stevige
machtspositie van enkele onderwereldfamilies. Zij zouden de rosse
buurt en het uitgaansleven rondom de Korenmarkt, het
uitgaanscentrum van de stad, geheel in hun greep hebben. Zij
sloegen onmiddellijk munt uit de liberaler wordende opvattingen
over pornografie en betaalde seks. Ook zij tartten op hun manier
het gezag, net zoals de kabouters en krakers na hen. Bovendien
zouden zij regelmatig betrokken zijn bij de vele intimidaties en
gewelddadigheden die in die tijd tegen horecapersoneel en gasten
plaatsvonden. De betrokken zware jongens leken boven de wet te
staan. Zij konden ongestraft opzichtige parkeerovertredingen plegen
met hun even opzichtige auto’s en zij werden niet (meer)
gecontroleerd op vuurwapenbezit. In de plaatselijke krant werd
regelmatig gesteld dat de Arnhemse politie overschrijding van
sluitingstijden van cafs door de vingers zag en bepaalde cafs zelfs
niet langer durfde te betreden. Eind 1969 werd door de korpsleiding
een opmerkelijke stap gezet om de impasse te doorbreken. Er werd
een aparte brigade opgericht onder leiding van een brigadier,
waarvoor een zestal jonge, energieke surveillanten werd uitgekozen.
Zij zouden de groep bijzondere opdrachten (GBO) gaan vormen, met
een directe hirarchische lijn naar de korpsleiding. De groep kreeg
zeer flexibele diensttijden, en diende zich ongeniformeerd te
bewegen door de rosse buurt en het uitgaanscentrum. Zij kreeg het
consigne hard op te treden en geen enkele confrontatie uit de weg
te gaan.
De zware jongens werden stelselmatig op verkeersovertredingen
aangepakt, en in bepaalde cafs werden regelmatig controles gehouden
op illegaal vuurwapenbezit. De harde confrontatie culmineerde in
1970 in een schietpartij tussen GBO-ers en de doelgroep, als gevolg
waarvan een van de criminelen overleed. Twee weken later werd een
horeca-exploitant op de Korenmarkt doodgeschoten.
De Arnhemse politie is na de gebeurtenissen nadrukkelijk
doorgegaan met de agressieve aanpak en heeft daardoor, zo wordt het
alom ervaren, de slag gewonnen Noot . Definitief verlies
van zeggenschap over de stad zou het loon geweest zijn van angstig
terugtrekken in het bureau. Het aantal gewelddadigheden op de
Korenmarkt en in de rosse buurt is sedertdien beperkt gebleven.
De couleur locale wordt meer en meer door de harddrugs bepaald.
Arnhem blijkt een belangrijk knooppunt te zijn geworden in de
import en transito van herone uit Turkije. Hoewel de lokale
gemeenschap op het eerste gezicht niet erg met deze criminaliteit
wordt geconfronteerd, is het voor de insider duidelijk dat de
drughandel een belangrijk misdaadprobleem in Arnhem is geworden.
Hiermee is ook de tegenstand die de politie ondervindt van karakter
veranderd. Een van onze respondenten verwoordt het aldus: Ging het
er in het verleden om de sterkste te zijn, nu gaat het erom wie de
slimste is. In het eerste geval legden de criminelen het af, wij
waren de sterksten; ik ben er nog niet zo zeker van of wij ook de
slimsten zullen blijken te zijn. Ook het in de stad aanwezige
geweld is nauw verbonden met drugs. In de eerste plaats komen in
Arnhem naar het oordeel van de politie opmerkelijk veel ripdeals
voor, die dikwijls met intimidatie en fysiek geweld gepaard gaan.
In de tweede plaats persen leden van de PKK jaarlijks veel Turkse
ondernemers, onder wie ook grote drughandelaren af, om een
financile bijdrage te leveren aan hun vrijheidsstrijd.