3. ENKELE ACTUELE VORMEN VAN TRADITIONELE GEORGANISEERDE
CRIMINALITEIT
In aansluiting op de conclusie van het voorgaande hoofdstuk moet
er hier, om te beginnen, inderdaad aan worden herinnerd dat in het
onderzoek waarvan deze studie deel uitmaakt, een onderscheid wordt
gemaakt
tussen georganiseerde criminaliteit in haar traditionele gedaante:
de winstbeluste systematische toelevering van illegale goederen en
diensten op daarvoor bestaande zwarte markten, en in haar meer
eigentijdse gedaante: de illegale penetratie en manipulatie van
legale sectoren van economische bedrijvigheid. In dit hoofdstuk
wordt een aantal vormen van traditionele georganiseerde
criminaliteit belicht. De vraag naar het bestaan van meer
eigentijdse vormen ervan in Amsterdam wordt beantwoord in het
volgende hoofdstuk. Wat de traditionele georganiseerde
criminaliteit in Amsterdam heden ten dage over de hele linie
precies voorstelt, is moeilijk te zeggen, ook op grond van dit
onderzoek. Maar met name via de analyse van een aantal onderzoeken
die door de Amsterdamse politie zijn verricht, kan wel in grote
lijnen duidelijk worden gemaakt welke de aard en, tot op zekere
hoogte, de omvang en zodoende de ernst van de georganiseerde
criminaliteit in Amsterdam zijn. Dit wil niet zeggen dat enkel via
politie-onderzoeken is nagegaan hoe de traditionele georganiseerde
criminaliteit er momenteel in Amsterdam uitziet. Er zijn ook
gesprekken gevoerd met deskundigen van buiten de politie, evengoed
als van binnen de politie. En bovendien zijn er op een aantal
punten nogal wat gegevens geput uit allerhande zogenaamde publieke
bronnen die liggen buiten de politiesfeer.
Conform het uitgangspunt dat aan dit hoofdstuk ten grondslag
ligt, worden hierna slechts die vormen van traditionele
georganiseerde criminaliteit besproken die in het gehele
onderzoeksproject een rol spelen: drugshandel, vrouwenhandel,
wapenhandel en handel in gestolen (vracht)auto’s. Voor elk van deze
vormen van georganiseerde criminaliteit wordt in beginsel enerzijds
nagegaan wat de markt in Amsterdam voor het desbetreffende goed
respectievelijk de desbetreffende dienst is en anderzijds welke
groepen op welke manieren en met welk resultaat op een of meer van
deze markten opereren. Dat hierbij (on)evenredig veel aandacht
wordt geschonken aan de drugshandel, was onontkoombaar: deze handel
speelt nu eenmaal een doorslaggevende rol in de georganiseerde
criminaliteit van Amsterdam. Zoals er ook weinig aan te doen viel
dat op de rol van sommige autochtone, allochtone respectievelijk
buitenlandse groepen dieper, uitgebreider ook, is ingegaan dan op
die van andere. Deels vormt deze ongelijke accentuering van de rol
van de groepen in kwestie zeker een weerspiegeling van de
opsporingsprioriteiten die in de voorbije jaren zijn gesteld. Deels
beantwoordt zij – evenals deze prioriteitenstelling zelf – wellicht
in zekere mate toch ook aan de verhouding die er in de praktijk
tussen de betrokken groepen onderling werkelijk bestaan.