1. INLEIDING
1.1. Onderzoeksvragen en begripsbepaling
In dit deelrapport wordt aandacht besteed aan illegaal optreden
in legale bedrijfstakken en sectoren. Georganiseerde criminaliteit
wordt al te gemakkelijk vereenzelvigd met de levering van illegale
goederen of diensten (drugs!). Ook in ons onderzoek neemt de
beschrijving van de drughandel een belangrijke plaats in. Maar er
is geen enkele reden om de analyse van de georganiseerde misdaad
hiertoe te beperken. Fraude in het handelsverkeer of oplichting van
banken kan eveneens aan de elementen van onze definitie van
georganiseerde misdaad voldoen. Deze criminele activiteiten, die
worden ontplooid binnen de reguliere sectoren van de economie,
vormen, althans indien zij voldoen aan de elementen van de
definitie, een integraal onderdeel van de problematiek van de
georganiseerde misdaad.
Wij roepen nog eens de drie elementen van de definitie van
georganiseerde misdaad in herinnering.
1. Er is sprake van een bedrijfsmatig opereren dat uitsluitend is
gericht op de verwezenlijking van financieel gewin door illegale
middelen. De organisatie staat volledig in dienst van deze
wederrechtelijke bevoordeling.
2. Het gaat hierbij om naar aard of omvang ernstige misdrijven,
althans om misdrijven die een aanzienlijke inbreuk op de rechtsorde
zijn of een aanzienlijk wederrechtelijk verkregen voordeel
opleveren.
3. Hierbij weet de organisatie zijn positie min of meer
effectief af te schermen tegen de overheid in het bijzonder door
het gebruik van geweld, intimidatie of corruptie. Door de
toepassing van het eerste element vallen de misdrijven af die als
organisatiecriminaliteit of corporate crime kunnen worden
aangeduid. Belasting- of EU-fraude gepleegd door organisaties die
in beginsel niet voor het plegen van illegale activiteiten zijn
opgericht, worden hiermee uitgezonderd.
Illegaal optreden in de reguliere sectoren van de economie
brengt vooral financile schade teweeg en levert financieel voordeel
op voor de misdrijfpleger. Daarom wordt de in dit deelrapport
beschreven criminaliteit ook wel aangeduid als
financieel-economische criminaliteit. Uit de in dit deelrapport
beschreven cases blijkt dat deze criminaliteit zonder twijfel
voldoet aan het tweede element van de definitie. De schade beloopt
in sommige zaken zelfs meer dan enkele tientallen miljoenen
guldens.
De toepassing van het derde element bleek het moeilijkste.
Afwezigheid van afscherming in de vorm van het openlijk vertonen
van geweld of corruptie was voor ons op zichzelf nog geen reden om
de betrokken case geen vorm van georganiseerde misdaad te noemen.
Maar het was dan wel noodzakelijk dat er op enigerlei andere wijze
duidelijk sprake was van intimidatie of onoorbare contacten met
derden.
Hoe verschillend de illegale activiteiten in de reguliere
sectoren van de economie ook zijn, het principe is steeds
hetzelfde: er wordt een valse schijn gewekt, waarbij het vertrouwen
van de ander wordt misbruikt en die ander in de waan wordt gebracht
dat de actor adequaat inspeelt op zijn belangen of behoeften.
De illegale activiteiten, die in dit rapport worden beschreven,
zijn, anders gezegd, vormen van fraude. Wij zullen het begrip
fraude in dit rapport veelvuldig gebruiken, omdat het de
gemeenschappelijke noemer is waaronder allerlei illegale
activiteiten in de reguliere economie kunnen worden samengebracht.
Fraude wordt hier opgevat in de meest brede zin, namelijk als
misbruik van vertrouwen, dat ertoe strekt zichzelf of anderen
wederrechtelijk te bevoordelen. Dit misbruik van vertrouwen vindt
in de legale sectoren op een drietal manieren plaats. Op deze
driedeling is de indeling van dit rapport gebaseerd.
In de eerste plaats vindt het misbruik plaats in de vorm van
allerhande valse activiteiten, die bijvoorbeeld de schijn wekken
dat de actor solvabel is (in geval van flessentrekkerij) of die de
ware herkomst, bestemming of aard van de handelswaar verdoezelen
(bijvoorbeeld EU-fraude). Deze activiteiten kunnen worden
aangemerkt als de grondfeiten van de
financieel-economische criminaliteit. Wij zullen deze strafbare
activiteiten beschrijven aan de hand van de vier hoofdvragen die
ook bij de beschrijving van de andere vormen van criminaliteit zijn
gesteld.
* Welke activiteiten kunnen worden onderscheiden die
beantwoorden aan de operationele definitie van georganiseerde
criminaliteit?
* Hoe zien de criminele groepen eruit die zich aan deze vormen van
georganiseerde criminaliteit schuldig maken?
* Op wat voor wijze worden deze misdrijven gepleegd? Hierbij zal in
het bijzonder aandacht worden besteed aan de wijze(n) waarop de
criminele groepen zich proberen af te schermen van gedupeerden en
opsporingsinstanties.
* Hoe groot is het wederrechtelijk verkregen voordeel en hoe
wordt dit besteed? In de tweede plaats bestaat het misbruik uit het
ontlopen van persoonlijke aansprakelijkheid voor de gewraakte
handelwijzen. In dit verband dient in het bijzonder gedacht te
worden aan de uiteenlopende wijzen waarop misbruik wordt gemaakt
van binnenlandse en buitenlandse rechtspersonen. Deze
rechtspersonen fungeren zowel op het gebied van de
financieel-economische criminaliteit als op dat van de
drug-handel en aanpalende vormen van georganiseerde criminaliteit
veelal als buffer om de hoofdverdachten buiten beeld te houden en
hen te vrijwaren van enige vorm van aansprakelijkheid. Ook kan de
rol van intermediairs, die binnenlandse en/of buitenlandse
rechtspersonen aan criminele groepen ter beschikking stellen, niet
ongenoemd blijven. De volgende twee vragen worden in dit onderdeel
behandeld. * Welke constructies worden gebruikt om
aansprakelijkheid te ontlopen?
* Welke rol is hierbij weggelegd voor dienstverleners?
In de derde plaats verdient een specifieke vorm van misbruik van
vertrouwen aandacht, namelijk het voorwenden van een legale
herkomst van wederrechtelijk verkregen voordeel – de essentie van
wat populair als witwassen wordt aangeduid. Geld verkregen uit de
in deel 1 te behandelen genoemde grondfeiten (en uiteraard ook uit
andere strafbare feiten: drugs!) wordt op deze wijze in de legale
sectoren van de economie gebracht.
De vragen die in dit onderdeel aan de orde komen, zijn:
* Welke patronen van wegsluizen en witwassen kunnen worden
onderscheiden? * Hoe worden criminele gelden in legale sectoren
gesluisd?
In dit deelrapport zal, zoals gesteld, voornoemde driedeling verder
worden aangehouden.