• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage X – 3.5. De voorvallen

    3.5. De voorvallen

    3.5.1. Inleiding

    Evenals bij de advocaat kan de verwijtbare betrokkenheid van de
    notaris bij georganiseerde misdaad eruit bestaan dat hij specifieke
    kennis (informatie, e.d.) levert en afscherming biedt. Als
    bijzonder kenmerk van de notaris komt erbij dat zijn tussenkomst
    wettelijk is voorgeschreven voor het kunnen verrichten van
    rechtshandelingen.

    Voorafgaand aan de presentatie van de gevallen, zal eerst worden
    ingegaan op de bronnen die zijn gebruikt.

    3.5.2. De bronnen

    Hetgeen over de verschillende bronnen en de kwaliteit van de
    gegevens in het hoofdstuk over de advocatuur (2.5.2) is gesteld,
    geldt uiteraard ook overkort voor dit hoofdstuk. Het is even
    moeilijk als bij de advocaat het geval is om ook maar enigszins een
    betrouwbaar beeld te krijgen van de omvang van de verwijtbare
    betrokkenheid van het notariaat. De volgende bronnen zijn
    gebruikt.

    Tuchtzaken

    Uit een onderzoek naar de zaken die door het hof in de periode
    1990 tot 1995 zijn behandeld, komt 1 zaak naar voren die als
    voorbeeld van verwijtbare betrokkenheid bij strafbare gedragingen
    van criminele groepen kan worden aangemerkt.

    Finpolbestand

    Het Finpolbestand (zie voor nadere details hoofdstuk 2.5.2)
    bevatte 51 meldingen, waarbij 45 notarissen betrokken waren. Na
    toelichting van Finpolrechercheurs en de landelijk MOT-officier
    bleven slechts 3 meldingen over die voldoende duidelijkheid gaven
    over de aanwezigheid van verwijtbare betrokkenheid.

    CRI-inventarisatie

    Blijkens deze inventarisatie werd bij 9 van de criminele groepen
    melding gemaakt van bevestigde criminele contacten met notarissen.
    Noot Vier van deze meldingen zijn nagetrokken, waaruit
    naar voren kwam dat 1 melding ten onrechte was geschied, 2 gevallen
    waren twijfelachtig en n geval was voldoende sterk. Deze was ook
    uit andere bron bij mij bekend.

    LCID-bestand

    Na screening van alle meldingen terzake van notarissen in de
    periode 1989-1994 bleven vier meldingen over, waarbij drie
    notarissen betrokken zijn. Twee van deze notarissen zijn ook al via
    de MOT aangemeld bij Finpol.

    Overig

    Uit de verschillende deelstudies, de aangeleverde rapportages
    vanuit de regiokorpsen en bij navraag bij diverse diensten en de
    KNB, kwamen 5 gevallen naar voren van verwijtbare
    betrokkenheid.

    Ten slotte is de inventarisatie van Wilzing vergeleken met mijn
    inventarisatie van gevallen. Deze lijst bevat vier namen van
    notarissen, van wie twee ook in mijn inventarisatie zijn opgenomen.
    De overige twee gevallen zijn niet opgenomen, omdat deze naar mijn
    mening onvoldoende duidelijk zijn.

    3.5.3. De vormen van verwijtbare betrokkenheid

    De aangetroffen voorbeelden van verwijtbare betrokkenheid hebben
    vooral betrekking op de omstandigheid dat de notaris zich leent
    voor het afschermen van misdaadgeld. In een aantal gevallen bestond
    de betrokkenheid uit het verlenen van ambtelijke dienstverlening,
    in andere gevallen uit het simpelweg leveren van een faade (een
    stempel, de kantoorrekening).

    Ambtelijke dienstverlening die niet verricht had mogen
    worden.

    In het volgende voorbeeld bestaat de rol van de notaris uit het
    verschaffen van gereedschap aan een handelaar in rechtspersonen.
    Deze handelaar levert op zijn beurt het gereedschap aan criminele
    organisaties, die zowel in de drughandel als in omvangrijke fraudes
    actief zijn. De notaris vervult hierdoor een faciliterende rol voor
    het maken van misbruik met rechtspersonen. De notaris is ervan op
    de hoogte dat de oprichters van de BV’s strofiguren zijn. Geval 1:
    A is een bekende handelaar in lege BV’s. Veel van de door hem
    opgerichte vennootschappen eindigen vroeg of laat in een
    faillissement, waarna de schuldeisers in de kou achterblijven. De
    vennootschappen hebben nog enkele andere kenmerken met elkaar
    gemeen: kort na de oprichting en kort voor het faillissement vinden
    bestuurswisselingen plaats. Ten slotte is er nog n belangrijk
    gemeenschappelijk kenmerk: de oprichting van deze vennootschappen
    vindt altijd bij dezelfde notaris plaats. In de periode 1991-1992
    zijn door hem vijftig vennootschappen opgericht.

    De gang van zaken is als volgt. A bereidt de oprichting geheel
    voor als ware hij de oprichter. Hij vult het vragenformulier van
    het ministerie in, betaalt de kosten van de oprichting, stort de
    stichtingskosten en regelt alles op de bank. Het enige dat hij niet
    doet, is zijn handtekening onder het vragenformulier van het
    ministerie zetten. A laat zich bij zijn bezoek aan de notaris
    steeds vergezellen door een van zijn secretaresses op wier naam de
    oprichting van de BV wordt gesteld. Deze krijgt hiervoor een extra
    vergoeding van f.1000 per inschrijving. De notaris is op de hoogte
    van het feit dat de oprichters slechts strofiguren zijn en dat A de
    werkelijke oprichter is. Dit blijkt uit het feit dat zowel de
    conceptakte van oprichting als de declaratie naar A worden
    gestuurd.

    Om dergelijke stro-oprichtingen te voorkomen is op het
    vragenformulier van het ministerie van Justitie de vraag opgenomen
    of het in de bedoeling ligt van de oprichter om binnen een jaar na
    de oprichting bestuursmutaties te laten plaatsvinden. Steevast werd
    deze vraag met nee beantwoord. De eerdere ervaringen met A hadden
    anders moeten leren en bovendien bleken soms al voor het passeren
    van de akte de overschrijvingsformulieren klaar te liggen. De
    notaris kon derhalve volledig op de hoogte zijn van het feit dat de
    oprichter slechts tijdelijk een bestuursfunctie zou bekleden, en
    dat het vragenformulier op dit punt onjuist was ingevuld (bron:
    dossier en informatie van rechercheurs).

    Wij zijn met behulp van de bij de afdeling Rechtspersonen van
    het ministerie van Justitie aanwezige gegevens nagegaan of het
    vaker voorkomt dat bepaalde notarissen betrokken zijn bij de
    oprichting van BV’s die korte tijd later failleren (faillissementen
    kort na de oprichting kunnen wijzen op misbruik; zie Landman,
    1994). Hiervoor is de periode 1 mei 92 tot 1 mei 95 genomen. Hierin
    werden door 1.236 notarissen 95.535 verzoeken tot oprichting
    ingediend. Van de in deze periode opgerichte BV’s gingen er binnen
    de periode 548 failliet. Het volgende staafdiagram geeft de
    spreiding weer van het aantal faillisementen over het aantal
    notarissen. Hieruit blijkt dat de zojuist genoemde notaris, die
    zijn werkzaamheden voor mei 1992 verrichtte, tot de grote
    uitzonderingen behoort.

    Het volgende voorbeeld sluit aan op het vorige. Na een
    zogenoemde stromanoprichting (waarbij de echte eigenaar bij de
    oprichting op de achtergrond blijft) wordt ook bij de overdracht
    aan de echte eigenaar diens naam in het verborgene gehouden. Geval
    2: Sedert 1 januari 1993 moet de overdracht van aandelen in een BV
    geschieden bij notarile akte. Doel hiervan is te voorkomen dat de
    eigendom van een BV na een stromanoprichting gemakkelijk onderhands
    kan worden overgedragen aan de man die bij de oprichting achter de
    schermen bleef. Door de verplichting van de overdracht bij notarile
    akte wordt de man achter de schermen echter
    Place text describing image 1 here!
    zichtbaar. Het is gebruikelijk dat de notaris in de akte vermeldt
    welke natuurlijke personen voor hem verschenen en op welke titel
    zij handelden.
    In het voorliggende geval werkte de notaris mee aan het achter de
    schermen houden van de natuurlijke personen bij de
    aandelenoverdracht. De notaris verklaarde in de akte dat er twee
    rechtspersonen voor hem verschenen, koper en verkoper, zonder dat
    de natuurlijke personen die de beide rechtspersonen
    vertegenwoordigden, met naam en toenaam werden genoemd en zonder
    dat er een volmacht aan de akte was gevoegd (bron: CID-rapport en
    toelichting van Finpolrechercheurs).

    Fraude betekent dat een valse schijn wordt opgewekt om de ander
    (fiscus, handelspartner e.d.) op het verkeerde been te zetten. De
    valse schijn kan eruit bestaan dat persoon X feitelijk ten onrechte
    als directeur/aansprakelijke persoon naar voren wordt geschoven of
    dat met de herkomst of bestemming van geld en goederen wordt
    gemanipuleerd. In het handelsverkeer moet men op het adagium een
    man een man, een woord een woord kunnen vertrouwen. Fraude is in
    essentie misbruik maken van dit vertrouwen. De notaris dient er,
    voor zover hij bij transacties betrokken is, op toe te zien dat
    personen gemaakte afspraken niet ten onrechte schenden of
    aansprakelijkheid ontlopen.

    Een bekende manier om misdaadgeld te witten is het uitvoeren van
    een A-B-C(-D) transactie. Op n dag wordt onroerend goed diverse
    keren verkocht met als eindresultaat een groot prijsverschil tussen
    de prijs waarvoor A verkocht en C kocht. De A-B-C-constructie laat
    formeel de winst vallen bij degene die daar, gelet op bijvoorbeeld
    het geven van een legale herkomst aan zijn inkomen, het meeste
    behoefte aan heeft. A-B-C-transacties kunnen echter ook andere
    doelen dienen, zoals uit de volgende twee voorbeelden blijkt. Geval
    3: A bemiddelt als aspirant-makelaar voor de aankoop van onroerend
    goed ten behoeve van een buitenlandse koper, die in Nederland wil
    investeren. A maakt misbruik van het in haar gestelde vertrouwen.
    Zij koopt zelf panden op tegen een veel lagere prijs dan waarvoor
    de investeerder de panden uiteindelijk koopt; tussen A en haar
    clint wordt de vertrouweling van A, de heer B geplaatst. Zo weet de
    buitenlandse investeerder niet dat A eigenaar was en bovendien
    wordt deze in de waan gebracht dat de prijs waarvoor van B gekocht
    wordt, zo gek nog niet is. De winst ligt in de relatie A-B. Het
    nadeel voor de buitenlandse investeerder wordt op circa een miljoen
    gulden geschat.

    Het was steeds dezelfde notaris die door A bij de aankopen door
    A en de verkopen aan respectievelijk B en de investeerder werd
    betrokken. De notaris verleed de akten evenwel zonder vragen te
    stellen of dienst te weigeren (bron: dossier en toelichting van een
    rechercheur). Geval 4: Een drughandelaar koopt met medewerking van
    een notaris een groot aantal huizen op. Hierna worden de huizen
    door een makelaar voor de driedubbele waarde getaxeerd, waarna de
    huizen via dezelfde notaris weer worden verkocht aan personen met
    een criminele achtergrond. Er werd hierbij gebruik gemaakt van
    valse paspoorten, dubieuze hypothecaire akten en transportakten
    werden meermalen op n dag gepasseerd. In veel gevallen werden op
    deze basis hoge hypotheken verstrekt, waarbij de kopers de leningen
    niet aflosten en met de noorderzon vertrokken. De notaris heeft,
    nadat het tot een strafzaak tegen de hoofdverdachte was gekomen,
    zijn praktijk neergelegd (bron: OvJ en rechercheur Finpol).

    In het volgende geval wordt de notaris misbruikt door enkele
    buitenlandse fraudeurs, die een grote bank in het buitenland
    oplichten. Geval 5: Door twee buitenlanders wordt genvesteerd in
    onroerend goed. Nadat aanvankelijk een prijs in een voorlopige
    verkoopovereenkomst was vastgelegd, wordt deze op verzoek van de
    kopers bij het opmaken van de transportakte, in het kader van
    zogenaamde bemiddelingskosten, met ettelijke miljoenen opgehoogd.
    De notaris voldoet aan deze wens – waarbij ook de verkoper nog eens
    enige tonnen extra krijgt – zonder dat hem bekend is waar de
    bemiddeling uit heeft bestaan noch wat een andere aanleiding zou
    kunnen zijn voor deze transactie. Doordat de bemiddelingskosten
    tegelijkertijd in mindering worden gebracht op de koopprijs die via
    de notaris aan de verkoper wordt betaald, blijft de bestemming van
    dit deel van de koopprijs buiten het (toe)zicht van de notaris.
    Uiteindelijk wordt door een buitenlandse bank voor een te hoge
    waarde een lening verstrekt en de bemiddelingskosten zijn
    vermoedelijk doorgesluisd naar een ver land (bron: dossier en
    toelichting rechercheurs).

    In de twee volgende gevallen is sprake van een duidelijke
    witwasconstructie, waaraan een notaris zijn medewerking verleende.
    Geval 6: Het betreft hier het geval dat in het hoofdstuk over de
    advocatuur onder voorval 15 is beschreven. De notaris, maat van een
    gecombineerd notaris- en advocatenkantoor, was formeel de
    verantwoordelijke en op de hoogte van de pogingen van de advocaat
    om een witwasconstructie op te zetten (bron: Finpol).

    Geval 7: Een notaris passeert op n dag driemaal een
    transportakte met betrekking tot hetzelfde pand, waarbij de waarde
    toeneemt van 7 naar 14 naar 21 miljoen gulden. De notaris verricht
    de ambtelijke dienstverlening zonder meer (bron: rechercheur).

    In een aantal recente arresten Noot heeft de Hoge
    Raad aangegeven waar de civielrechtelijke verantwoordelijkheid ligt
    van de notaris bij het meewerken aan A-B-C-D transacties. Curatoren
    van de Tilburgsche Hypotheekbank (THB) verweten de notaris dat hij
    te gemakkelijk akten van eigendomsoverdracht en hypotheek had
    verleden. Er was namelijk sprake van overfinanciering en van
    prijsopdrijving (verdubbeling van de prijs op n dag), waardoor de
    prijs in geen enkele verhouding meer stond tot de marktwaarde. Het
    verwijt was dat hij tekort was geschoten in de jegens de
    schuldeisers van de THB te betrachten zorgvuldigheid. De HR
    oordeelde dat de notaris onder bijzondere omstandigheden ook
    verplicht is tot een zekere zorg voor derden die mogelijkerwijs
    betrokken zijn bij door hem te verrichten diensten. In n geval werd
    de claim van de curatoren afgewezen omdat niet vaststond dat de
    transacties van dien aard waren geweest dat er voor de THB ernstig
    gevaar voor insolventie te duchten viel. In het andere geval werd
    de claim wel toegewezen omdat de notaris op de hoogte was op welke
    de dubieuze wijze de transacties plaatsvonden. Onder deze
    omstandigheden had de notaris zijn medewerking moeten weigeren.

    Hoe gevarieerd de bovenstaande voorvallen ook zijn, zij hebben
    met elkaar gemeen dat de notaris eigenlijk wel weet dat er iets
    niet deugt, maar geen verantwoordelijkheid voelt daar iets tegen te
    ondernemen.

    Ten slotte nog een voorbeeld van een notaris die in contacten
    met een zeer belangrijke druggroep tekortschoot in zijn
    controlerende taak. In de gesprekken die wij met de KNB voerden,
    werd het niet-checken van gegevens zoals in het onderstaande
    voorbeeld gebeurde, een van de doodzondes van de notaris genoemd.
    Geval 8: Een organisatie die zich op grote schaal bezighield met
    handel en produktie van amfetamine, maakte voor het witwassen van
    gelden gebruik van de diensten van notarissen. Onder andere werden
    er gelden van buitenlandse banken overgemaakt op de rekening van de
    notaris die belast was met het passeren van de transportakte van
    aan te kopen onroerende goederen. Voor verschillende activiteiten
    van de organisatie werd gebruik gemaakt van buitenlandse
    rechtspersonen, die in strijd met de voorschriften niet
    ingeschreven stonden in het handelsregister bij de Kamers van
    Koophandel. Wanneer deze rechtspersonen gebruikt werden bij de
    aankoop van onroerend goed, liet de betrokken notaris na de
    inschrijvingen in het handelsregister te controleren (bron:
    dossier).

    De faade van het notariskantoor als ideale
    afscherming

    Na de strafzaak tegen de Amsterdamse notaris S.-S. uit 1983 is
    het volgende voorval zonder enige twijfel de cause clbre van het
    notariaat in de jaren negentig. Geval 9: De notaris, tegen wie
    overigens geen strafrechtelijk onderzoek is gestart, heeft in zijn
    beroepspraktijk altijd veel belangstelling gehad voor werkzaamheden
    die buiten het werkterrein van de klassieke, ambtelijke
    dienstverlening lagen. Gericht als hij naar eigen zeggen is op
    innovatie, besluit hij in 1992 om binnen zijn notariaat
    trustwerkzaamheden aan te bieden. Als trustee beheert hij onder
    meer de op zijn kantooradres gevestigde rechtspersonen en hij voert
    het beheer van bankrekeningen in binnen- en buitenland, die deels
    op naam van de betrokken rechtspersonen en deels op eigen naam zijn
    gesteld, of van zijn voor dit doel opgerichte stichting. Zo heeft
    de notaris zich begin jaren negentig op grote schaal beziggehouden
    met het namens derden aanbieden van leningen aan voornamelijk
    buitenlandse personen. Deze personen dienden voor het verkrijgen
    van de lening 20% van het te lenen bedrag op rekening van de
    stichting van de notaris te storten. In totaal zijn op deze wijze
    door de stichting enkele miljoenen dollars ontvangen. Het verwijt
    dat de notaris wordt gemaakt, is dat hij de legale herkomst van
    deze gelden onvoldoende heeft geverifieerd. Als notaris/trustee is
    hij de vlag geweest die de lading heeft gedekt; dankzij zijn
    tussenkomst bleef verborgen wie de derden waren die de leningen
    verstrekten. Het is zeker niet uitgeslotendat de buitenlandse
    personen van zichzelf leenden en hiermee aan hun geld een legale
    herkomst gaven. Een bijzonderheid van de affaire is dat de notaris
    – eufemistisch uitgedrukt – voor een notaris ongebruikelijke
    contacten heeft onderhouden. Tot de relaties van de notaris
    behoorden onder meer de adviseur van een bekende mafiafamilie uit
    New York en een puissant rijke Italiaanse oplichter,
    gespecialiseerd in afpersingen en het uitschrijven van ongedekte
    cheques. Ook enkele Nederlandse oplichters behoorden tot de
    klantenkring van de notaris.

    Vermeldenswaard is dat de notaris betrokken is geraakt bij de
    overname van een Oostenrijkse bank.
    In oktober 1992 wordt een bedrag van bijna tien miljoen dollar door
    een Italiaanse notaris/advocaat in opdracht van de Italiaanse
    oplichter geboekt op de rekening van de stichting derdengelden van
    de notaris. De notaris boekt een groot deel van dit bedrag door
    naar een holding, waarvan een (thans gedetineerde) Nederlandse
    oplichter directeur is. De holding sluist dit bedrag door naar een
    priv-bankrekening van de notaris in Luxemburg. Daar wordt het geld
    door de notaris opgenomen. De paper trail wordt op dat moment
    afgebroken. Vermoedelijk staat de contante opname van het
    geldbedrag in verband met de aankoop van de Oostenrijkse bank. Op
    verzoek van de Italiaan koopt de notaris in oktober 1992 voor
    vijftig miljoen gulden de aandelen van deze bank. Er bestaan
    aanwijzingen dat de vastgestelde contacten tussen de notaris en de
    New Yorkse consigliere eveneens met de overname van de Oostenrijkse
    bank verband hielden. De Oostenrijkse autoriteiten stellen de bank
    evenwel kort na de overname onder toezicht als zij aanwijzingen
    krijgen dat de Italiaanse mafia de bank heeft overgenomen. Korte
    tijd later (februari 1993) gaat de bank failliet (bron: tuchtzaak,
    LCID, Finpol , toelichting van Finpol).

    Naar alle waarschijnlijkheid is de notaris slachtoffer van zijn
    eigen dadendrang geworden. Hij heeft tijdens enkele buitenlandse
    escapades grote financile risico’s gelopen, waarvan hij zich
    vermoedelijk niet eens bewust is geweest. Hoewel de notaris ver
    buiten de grenzen van het eigenlijke werkterrein van de notaris
    heeft geopereerd, hebben hij en zijn klanten misbruik gemaakt van
    de parafernalia van het notarisambt (de status van onkreukbaarheid
    en degelijkheid; de geheimhouding). De notaris is inmiddels uit het
    ambt gezet. Hieronder volgen enkele minder spectaculaire
    voorbeelden van notarissen die zich ervoor lenen om als faade te
    fungeren. Geval 10: In een advanced fee oplichtingszaak werd een
    notaris benaderd door een vertegenwoordiger van een Luxemburgse SA
    die zou bemiddelen bij zogenaamde internationale
    leningstransacties. De opzet was dat deze vennootschap miljarden
    dollars van beleggers bijeen zou brengen die vervolgens weer zouden
    worden uitgeleend aan derden. Na verloop van een bepaalde tijd
    zouden de ingelegde bedragen weer met winst aan de beleggers worden
    teruggestort. De rol van de notaris bestond er uit deze gelden via
    zijn kantoorrekening te ontvangen en weer terug te betalen.
    Daarnaast diende hij zijn kantoor ter beschikking stellen voor het
    tekenen van de contracten met de deelnemers. Een bedrag van 750.000
    dollar dat op de rekening van de notaris binnenkomt, wordt in
    opdracht van de notaris door de bank cash aan de bemiddelaar
    uitbetaald. Daarna blijkt het geld verdwenen. Van inhoudelijke
    bemoeienis met de transacties door de notaris was geen sprake. Hij
    heeft alleen als uithangbord gediend om een schijn van
    betrouwbaarheid te geven aan de transacties. (bron: dossier
    KNB)

    Geval 11: In opdracht van een belangrijke buitenlandse
    hasjtransporteur zou door tussenkomst van een notariskantoor
    getracht zijn een bedrag van ruim twee miljoen buitenlandse valuta
    om te wisselen in dollars. Hiertoe zou het geld giraal op een
    rekening van het kantoor zijn binnengekomen, waarna door de notaris
    een zogenaamde dollarrekening is geopend waarop het geld dan weer –
    gewisseld en wel – verder geboektmoest worden. Op deze wijze
    verleende het kantoor zijn diensten bij een wisseltransactie, die
    normaal gesproken op een veel eenvoudiger – namelijk rechtstreeks
    via de bank – en voordeliger wijze plaats had kunnen vinden (bron:
    Finpol).

    Geval 12: Door een drugsorganisatie wordt getracht via een
    Nederlandse bank een bedrag van 16 miljoen dollar over te boeken
    naar een bank in Zuid-Amerika. Een Zwitserse bank zou garant staan.
    Een notaris waarmerkt de handtekeningen op het leencontract voor
    authentiek, zonder de gegevens van de betrokkenen te verifiren,
    waarmee een schijn van betrouwbaarheid aan het contract wordt
    gegeven die niet gerechtvaardigd is (bron: Finpol).

    Ten slotte nog een geval dat gezien mogelijke consequenties voor
    een getuige slechts summier kan worden weergegeven. Geval 13:
    Koper, een gewelddadige man met een breed crimineel verleden, koopt
    een pand met de afspraak dat een deel van de koopsom onder de tafel
    door wordt betaald. Ten overstaan van de notaris vindt deze
    betaling plaats. Hierbij doet zich een incident voor, waaruit het
    ook voor de notaris zonneklaar moest zijn dat in zijn aanwezigheid
    onder de tafel door werd betaald (bron: mondelinge informatie
    rechercheur, CRI).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken