Het Parool, 31-10-2001
DEN HAAG – In de strijd tegen het terrorisme overweegt minister Benk Korthals van Justitie met een wetsvoorstel te komen dat infiltratie door criminele burgers toestaat. Hij zei dat vanmiddag in een debat in de Tweede Kamer. Infiltratie door criminelen is zeer omstreden sinds de zogeheten IRT-affaire in de jaren negentig.
De methode zorgde destijds voor ophef omdat de infiltranten niet in de hand te houden waren en ze van de mogelijkheid profiteerden misdrijven te plegen zonder dat ze daarvoor vervolgd konden worden.
De Tweede Kamer nam in 1998 een motie aan waarin het gebruik van criminele burgerinfiltranten in beginsel werd verboden. Alleen het CDA stemde tegen deze motie.
Daarna is het nog een enkele keer voorgekomen dat een burger in een criminele organisatie infiltreerde. Dat mag alleen nog onder strenge voorwaarden gebeuren. Het college van procureurs-generaal moet toestemming verlenen, na advies door de Centrale Toetsingcommissie. Ook moet de minister van Jus-titie ermee instemmen. Dit jaar is dat niet één keer voorge-komen, vorig jaar twee keer.
Infiltratie door politiefunctionarissen is weinig succesvol geweest, concludeerde onderzoekers twee jaar geleden. Een zaak waarbij een burger infiltreerde, slaagde wel.
Korthals bracht zijn voorstel vandaag in voorzichtige bewoordingen, omdat het onderwerp zeer gevoelig ligt in de Kamer. Hij zei dat de Kamer de motie uit 1998 misschien zou moeten heroverwegen.
Volgens het huidige schema wordt de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden pas in 2003 geëvalueerd. ”Maar er is natuurlijk nog wat te doen rondom terrorisme. Ik heb er nog geen mening over. Maar misschien moeten we toch eens nadenken of criminele burgerinfiltratie moet worden toegestaan,” zei Korthals vanmiddag in de Kamer.