Diverse studentendemonstraties van de afgelopen jaren werden in potentie als het plegen van een misdrijf beschouwd, zo blijkt uit documenten die J&J in handen kreeg via de Wob. Bescherming van de openbare orde komt steeds meer in het teken te staan van het verzamelen van inlichtingen zonder dat hierbij duidelijk wordt waarvoor, en wat er mee gebeurt. Burgemeesters, College van B&W’s en gemeenteraden weten niets van deze operaties af.
Van eind 2009 tot de zomer van 2011 demonstreerden studenten en docenten tegen de bezuinigingen in het onderwijs. In die periode werden diverse actieve studenten in Utrecht en Amsterdam benaderd door de inlichtingendienst.
In het eerdere artikel ‘Gaan we stenen gooien?’ worden deze benaderingen in verband gebracht met het persbericht van de operationele driehoek van Den Haag van 20 januari 2011. De avond voorafgaande de demonstratie meldde burgemeester Van Aartsen namelijk dat ‘de gemeente Den Haag aanwijzingen had dat radicalen de studentendemonstratie van vandaag willen verstoren’. De burgemeester zei dat de politie die aanwijzingen baseerde op informatie afkomstig van ‘open en gesloten bronnen’.
Tijdens de demonstratie op die dag vonden er enige schermutselingen plaats op het Plein voor het Tweede Kamergebouw en op het Malieveld. De NOS meldde dat volgens de driehoek de 27 verdachten (cijfers van de politie) leden zouden zijn van de linkse groep Anti-Fascistische Aktie (AFA). Van de 27 verdachten werden er nog op dezelfde dag 22 vrijgelaten.
Inlichtingenoperatie
Naast deze benaderingen bleek het politie-apparaat een inlichtingenoperatie op touw te hebben gezet waarbij niet alleen studenten, maar ook politieke partijen in de gaten werden gehouden. Namen van sprekers en ‘bekende’ actievoerders werden aan het dossier toegevoegd om de ‘radicale’ claim van burgemeester Van Aartsen te onderbouwen.
Al die inlichtingen bleken echter boterzacht, zoals Van Aartsen in de operationele driehoek van donderdag 20 januari 2011 moest toegeven: “De burgemeester geeft aan dat hij de verstrekte informatie van de AIVD onbevredigend vindt en schorst het driehoeksoverleg.” De burgemeester belde de baas van de AIVD die meldde dat hij “niet meer informatie kan verstrekken, anders dan dat het om personen van AFA zou gaan die naar Den Haag zouden willen komen.”
De chef van de AIVD zou tijdens het telefoongesprek met Van Aartsen hebben gezegd dat “Zij [antifascisten, red.] de neiging zullen hebben om zich te mengen onder de demonstranten en gewelddadig willen optreden.” Zodra het driehoeksoverleg werd hervat, deed een van de directeuren van politie Haaglanden er nog een schepje bovenop: “Daaruit (diverse open bronnen) blijkt dat meerdere personen zich mogelijk radicaal willen manifesteren.”
Eerst vond Van Aartsen de AIVD-informatie onbevredigend, wist de politie van niets en enkele minuten later was er sprake van dat de horden “van een vijftal groepen met een verschillende achtergrond, maar alle van linkse signatuur” de volgende dag de stad zouden bestormen. “Daaronder zijn anarchistische en antiglobalistische groeperingen met een extreem karakter”, voegde de politie er nog aan toe.
Scenario’s werden aangescherpt. Tijdens het driehoeksoverleg werd een persbericht opgesteld. ‘De Haagse Driehoek heeft aanwijzingen dat radicale groeperingen de studentendemonstratie van vrijdag willen aangrijpen om de openbare orde in Den Haag te verstoren.’ De bronnen van de Driehoek waren ‘gesloten en open bronnen.’ Dit suggereerde dat de inlichtingendienst over informanten beschikte en dat er actief op internet en in actiecentra was gezocht naar oproepen om te gaan rellen.
Uit de laatste alinea van het verslag van de driehoek van 20 januari 2011 blijkt echter dat er geen enkele aanwijzing was dat radicalen de demonstratie zouden verstoren: ‘De driehoek besluit voorts dat de burgemeester een noodbevel zal uitvaardigen, indien er concrete aanwijzingen zijn dat bepaalde personen die op de demonstratie afkomen de orde daadwerkelijk gaan verstoren en de politie voorts verwacht dat het uitvaardigen van een noodbevel ondersteunt bij het aan kunnen houden van dergelijke personen.’
Een opruiend persbericht van de gemeente Den Haag over ‘radicalen en een studentendemonstratie’, insinuaties van de AIVD, een politie die gespannen de demonstratie tegemoet trad en volgens de rechter weinig hoffelijk met de demonstranten omging en benaderingen van studenten door inlichtingendiensten in diverse steden. Wat ging er vooraf aan de demonstratie van 21 januari 2011 en wat speelde zich af in 2010 en 2011 rond de protesten van studenten en docenten tegen bezuinigingen in het onderwijs?
Anarcho-extremisten
Jaarlijks slaat de inlichtingendienst AIVD alarm over het gevaar voor de democratische rechtsorde door toedoen van Antifascistische Actie (AFA). In het jaarverslag over 2009 wordt gemeld dat ‘de dreiging uit de kleine kring extremisten rond Antifascistische Actie onverminderd hoog blijft. Die kern is in 2009 niet gegroeid, maar de aanhang die zij weet te genereren wel. De harde kern van AFA omvat enige tientallen personen.’
In 2010 maken de antifascisten deel van een groter contingent van activisten: ‘De AIVD heeft in 2010 geconstateerd dat sprake is van toenemende samenwerking tussen de verschillende linkse actiegroepen. Dat wil zeggen dat het onderscheid tussen de groeperingen die zich richten op antifascisme, antiglobalisering, milieu, dierenrechten en – in mindere mate – op asiel- en vreemdelingenbeleid, vervaagt.’
Het jaar daarop heeft de dienst een term gevonden voor deze multi-activisten: ‘anarcho-extremisten’. ‘Anarcho-extremisten zijn op vele terreinen en in diverse samenstellingen actief. Zo waren begin 2011 Amsterdamse anarchisten met AFA-Den Haag nauw betrokken bij de uit de hand gelopen studentendemonstratie in Den Haag’ (jaarverslag AIVD 2011).
In 2012 wordt het anarcho-extremisme direct gekoppeld aan een nieuwe ideologie, het vandalisme. ‘In 2012 zag de AIVD uit anarcho-extremistische hoek voornamelijk vandalisme bij diverse objecten in verband met hun ‘antikapitalistische’ strijd. Anarcho-extremisten hebben in 2012, in het kader van hun ‘internationale solidariteit’, diverse activiteiten ondernomen.’
Het noemen van de studentendemonstratie in Den Haag in het jaarverslag van 2011 past naadloos bij de term ‘multi-activisten’ dat voortkomt uit AFA, of in ieder geval de antifascisten. De dienst is ook trots op haar informatie-positie en geeft zichzelf een schouderklopje: ‘De AIVD heeft in het onderzoek naar antifascisme nauw contact gehad met de RID.’ [Regionale Inlichtingendienst, red.]
De activiteiten van de AIVD en RID resulteerden in het in goede banen leiden van de verschillende dreigende confrontaties tussen antifascisten en extreem-rechts (AIVD jaarverslag 2009). Niet alleen de RID wordt bij de strijd tegen de anarcho-extremisten betrokken, ook de wetenschap: ‘De AIVD heeft in 2010 gewerkt aan een grotere doelmatigheid door middel van systematische prioritering van onderzoeken, een betere samenwerking met enerzijds de Regionale Inlichtingendiensten en anderzijds buitenlandse diensten, en door vaker aansluiting te zoeken bij de wetenschap (academic outreach).’ (AIVD jaarverslag 2010)
Daarnaast werd het onderscheid tussen het verzamelen van informatie ten behoeve van het openbare orde- en inlichtingenbeleid ten aanzien van politiek actieve groeperingen steeds diffuser. Dreiging is het toverwoord in het project RID 2015: ‘De vorming van de nationale politie en de organisatorische veranderingen die hiervan het gevolg zijn hebben mede geleid tot een heroriëntatie op de samenwerking met de Regionale Inlichtingendiensten. Het project RID2015 moet ertoe leiden dat de inzet van de RID ten behoeve van het vroegtijdig onderkennen van opkomende dreigingen in de regio efficiënter wordt.’ (AIVD jaarverslag 2011).
Zoals verschillende studentenorganisaties zich voorbereidden op de landelijke demonstraties in Den Haag en Amsterdam, zo werkten de politie en de inlichtingendiensten aan het koppelen van studenten aan antifascisten of anarcho-extremisten. Regiopolitie Utrecht PL0910 2010295357-1: ‘Vandaag was er een studenten demonstratie op de Uithof tegen de bezuinigingsplannen op het onderwijs. De demonstratie begon om 12.30 uur voor het Minnaert gebouw op de Leuvenlaan. Vanaf daar liepen ongeveer een kleine 200 demonstranten, voornamelijk studenten en een handjevol linkse betogers (type anarchist/kraker), in optocht in de richting van de Heidelberglaan.’
Het feit dat die ‘linkse’ demonstranten misschien ook studenten hadden kunnen zijn, kwam niet bij de functionarissen op. Enkele agenten ‘hebben een auto gecontroleerd met linkse demonstranten, geen studenten. In de auto, een Volkswagen Golf met het kenteken … zaten drie mannen en de bestuurder was … geboren in 1978. Zij kwamen vanuit Rotterdam om te demonstreren en liepen met een groot stuk karton met daarop een tekst (PL0910 2010295357-1).’
Geen incidenten
In het hele land werden in 2010 betogingen georganiseerd. Zoals op 21 mei op het Amsterdamse Museumplein waar rond de 5.000 mensen op afkwamen. De manifestatie en mars verliepen rustig. Er waren enkele ‘tegen demonstranten’ die pleitten voor afschaffing van de basisbeurs voor studenten.
Hoewel de demonstratie door de Amsterdamse Driehoek benaderd werd met termen als ‘dreigingsanalyse’, ‘Conflict en Crisisbeheersing’ en ‘Capaciteitsmanagement bewaken en beveiligen’ verliep het protest gemoedelijk. Er bleek in Amsterdam nog geen sprake van het opzetten van een inlichtingen-operatie, maar dit was wel de periode waarin de eerste studenten werden benaderd om als informant voor de inlichtingendiensten te komen werken.
Met een inlichtingen-operatie was men in Den Haag al wel begonnen. Op 10 februari 2010 demonstreerde een groep MBO-studenten in de hofstad waar 100 personen aan deelnamen. Het Haagse Bureau Regionale Informatie (BRI) had een informatierapport over de organisatoren en deelnemers samengesteld dat niet openbaar werd gemaakt door de Haagse politie. Ook voor een demonstratie op 25 maart 2010 (400 deelnemers) werd een zogenoemd verstrekkingsrapport opgesteld door BRI Haaglanden. Ook dit rapport werd niet openbaar gemaakt.
In het plan van aanpak voor de ‘manifestatie comité SOS 25 maart 2010’ wordt verwezen naar een spontane blokkade van het ministerie van OC&W enkele dagen eerder: ‘Op donderdag 18 maart 2010 vond een spontane demonstratie plaats van ongeveer 50 studenten. […] Hierop besloten het paraat Peloton in te zetten. […] Er hebben zich bij deze demonstratie geen noemenswaardige incidenten voorgedaan.’ Of deze spontane actie een trigger is geweest voor de politie om meer inlichtingen te kunnen verzamelen, is niet duidelijk.
Eigenlijk is het vreemd. Al geruime tijd vonden er geen incidenten plaats bij protesten tegen de bezuinigingen. Ook niet op 18 maart 2010: ‘Ik verbalisant vroeg aan … of het om een aangemelde demonstratie ging. Hij verklaarde dat het om een niet aangemelde, maar spontane demonstratie ging. Vervolgens heeft collega … telefonisch contact opgenomen met bureau Conflict en Crisisbeheersing van politie Haaglanden, welke op haar beurt middels de directie van politie Haaglanden in overleg met de burgemeester trad. De Burgemeester besloot dat de demonstratie per direct beëindigd diende te worden. Tevens besloot de burgemeester dat er proces-verbaal moest worden aangezegd, terzake het niet hebben kennis gegeven van een demonstratie. Persoon verklaarde: ‘Dit is een spontane en vreedzame demonstratie, om aandacht te vragen voor de kwaliteit van het onderwijs en het behoud van studiefinanciering’ (PL1512 2010059606-1 donderdag 18 maart 2010 omstreeks 08.30 uur).’
De student kreeg een boete voor het uiten van zijn mening, omdat de burgemeester van Den Haag niet tijdig op de hoogte was gesteld. Dat is naast een enkele bezetting (vaak met toestemming van de schoolbesturen) de enige ‘zware overtreding’. Het aantal demonstraties was aanzienlijk, ook de opkomst, maar incidenten bleven dus uit. Op 29 november 2010 demonstreerden 1.500 studenten op het Plein in Den Haag, op 8 december 200 docenten. In Utrecht demonstreerden op 10 december 200 studenten, op 16 december 30. In Arnhem gingen 10 december 500 studenten de straat op, in Amsterdam 5.000.
Internet surveillance
Waarom er inlichtingen worden verzameld rondom het buitenparlementaire protest van studenten en docenten, wordt ook niet duidelijk. De regiopolitie Gelderland Midden schrijft in het proces verbaal PL0745 2010137777-1 over een demonstratie van de Wageningse Studenten Organisatie dat ‘de sfeer goed was en er geen incidenten waren.’ Een deel van het proces-verbaal wordt echter geweigerd op grond van ‘toezicht, controle en inspectie’ en ‘opsporing en vervolging’.
Volgens de Arnhemse politie is ‘het optreden van de politie erop gericht de demonstratie in goede banen te leiden en het handhaven van de openbare orde (brief primaire beslissing 6 februari 2012).’ Waarom dan informatie achterhouden over een gemoedelijk verlopen manifestatie? Ook het mutatierapport en het journaal/de mutaties van het protest in Amsterdam op 10 december 2010 wordt niet verstrekt.
En waarom worden in het mutatierapport over een demonstratie in Nijmegen de namen van de sprekers vermeld? ‘Op vrijdag 10 december 2010 omstreeks 13:30 uur heeft er een demonstratie plaatsgevonden door het centrum van Nijmegen. De studenten zijn gestart op het stationsplein te Nijmegen. … [weg gelakt] heeft het openingswoord gedaan. Hierop volgend heeft meneer … (weg gelakt) gesproken (PL081A 2010123893-1).’
Bij protesten en maatschappelijke onrust kijkt de overheid steeds vaker naar ontwikkelingen op het internet, met name sociale media. In de loop van 2010 wordt ook dit een belangrijke informatiebron in verband met de studentenprotesten. Dit gaat soms fout waardoor de politie een verkeerde inschatting maakt van de omvang van een manifestatie.
Op 29 november 2010 komt de operationele Driehoek van Den Haag samen en concludeert: ‘Visser (van politie Haaglanden) dat door oproepen op het internet het aantal verwachte deelnemers aan de demonstratie aan de LSVB-SP en Studentenraad TU aanzienlijk is toegenomen: van oorspronkelijk 50 naar ruim 1000.’ Deze conclusie is vreemd aangezien er in een eerder stadium overleg is geweest met de organisatoren.
Ook bij andere demonstraties worden sociale media en het internet afgestruind voor aanvullende informatie. In combinatie met een vooringenomen inlichtingen- en politie-apparaat kan het volgende bericht op het Forum voor de Vrijheid (FvdV) de trigger zijn geweest voor het persbericht van de Burgemeester van Den Haag om radicalen en studenten aan elkaar te verbinden. ‘Laatste nieuws: de AFA komt ook, om te rellen’, bericht het forum op 20 januari 2011 om 16:07 uur. (http://forum-voor-de-vrijheid.nl/vrijheid/archive/index.php/t-24493.html)
Drie dagen later stellen Anarchistische Groep Nijmegen en Anti-Fascistische Actie in een gezamenlijk persbericht dat zij niet hebben opgeroepen om geweld te gebruiken bij de demonstratie tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs van 21 januari 2011 in Den Haag. Het persbericht kwam echter te laat om de spin van de operationele Driehoek (politie, justitie en openbaar bestuur) van Den Haag nog in het voordeel van de studentendemonstratie te laten draaien.
Politiek en anarcho-extremisme
De scheiding tussen het ‘handhaven van de openbare orde’ en ‘inlichtingen inzamelen in verband met de bescherming van de democratische rechtsorde’ is flinterdun. RID Gelderland Zuid maakte bijvoorbeeld een verstrekkingsrapport openbare orde op. Het rapport met het nummer 0018762 en betrouwbaarheidscode informatie B3 (meestal betrouwbaar, gehoord/bevestigd) gaat over een actieweek met een informatiemarkt, een publiciteitsact, een discussie- en filmavond en een menselijke ketting. Nu kan de openbare orde in het geding zijn geweest, maar om studentenprotest tegen bezuinigingen in het onderwijs meteen op te schalen naar een risicowedstrijd in het betaald voetbal is nogal overdreven. Een publiciteitsactie van Red Bull belandt ook niet op het bord van de RID.
Een jaar later, eind januari 2011 gebeurt eigenlijk hetzelfde in Den Haag. Nu met meer consequenties voor enkele studenten dan in februari 2010 in Nijmegen. Vanaf begin januari 2011 krijgt de Haagse politie vanuit heel Nederland informatierapporten over studenten die willen deelnemen aan de manifestatie op het Malieveld op 21 januari 2011.
Regiopolitie Twente RID rapportnummer 2011…, betrouwbaarheidscode A (toelichting code Waar): ‘In de maand januari 2011 werd informatie ontvangen dat: Er op 21 januari ongeveer 18000 studenten naar Den Haag zullen vertrekken om deel te nemen aan de studentendemonstratie. Er vanuit Twente ongeveer 1500 studenten zullen vertrekken.’
Politie Gelderland Zuid verstrekkingsrapport 19893, betrouwbaarheidscode informatie A: ‘In verband met de studentenmanifestatie die gehouden wordt op 21 januari 2011 te Den Haag is bij de RID Gelderland-Zuid de navolgende informatie binnengekomen. In het totaal hebben 500 studenten van de Radboud Universiteit zich aangemeld voor het busvervoer naar genoemde manifestatie. Er zullen ook nog studenten reizen met een OV-kaart, deze zijn niet in het aantal opgenomen. Vanaf HAN (Hogeschool Arnhem/Nijmegen) zullen ook bussen met studenten vertrekken naar Den Haag. Op dit moment zijn er bij de RID nog geen aantallen bekend.’
Opvallend is dat de RID ook politieke partijen in de gaten houdt en meldt dat ‘door een Nijmeegse politieke partij ook een busregeling naar Den Haag wordt aangeboden.’ Waarom de RID dit in een verstrekkingsrapport opneemt, is onduidelijk.
Al eerder vielen politiek getinte opmerkingen in de documenten rond het studentenprotest op. De Amsterdamse politie schreef in het draaiboek van de demonstratie op 21 mei 2010 dat ‘de LSVb zijn achterban daarom inmiddels heeft opgeroepen niet op de PvdA te stemmen. Door de LSVb wordt dit ontkend; dit geluid is echter wel veelvuldig in de media te horen.’ De PvdA had in de periode voorafgaande de demonstratie aangegeven de bezuinigingen in het onderwijs van het kabinet Rutte 1 te zullen steunen. Waarom de politie het stemadvies van het LSVb in het draaiboek opneemt is onduidelijk.
Ditzelfde geldt voor de opmerkingen over de SP in de stukken met betrekking tot de demonstratie van 21 januari 2011. In het algemene draaiboek van de demonstratie van politie Haaglanden staat vermeld: ‘Binnen deze groep deelnemers is er de mogelijke deelname aan de manifestatie van diverse politieke partijen. … [weg gelakt] deze politieke partij heeft aangegeven bij de LSVb om de manifestatie te ondersteunen. De SP staat bekend als zeer aktie bereid en steunt daarin diverse demonstranten.’
Binnen de operationele driehoek van Den Haag van 19 januari 2011 wordt opgemerkt dat: ‘De SP wel de gelegenheid zal krijgen om in de demonstratie te participeren, maar niet de kans krijgt om de demonstratie ‘over te nemen’, zoals in het verleden nog wel eens gebeurde.’ Wie deze laatste opmerking heeft gemaakt, is onduidelijk. Het zal iemand van de politie of van de bestuursdienst van de gemeente zijn geweest. Opnieuw is onduidelijk waarom ambtenaren van het bevoegd gezag opmerkingen over bepaalde politieke partijen menen te moeten maken.
Opmaat
Na een jaar van protesten die allemaal zeer gemoedelijk zijn verlopen, lijkt de gemeente Den Haag het roer om te gooien. Er moet een stevig politie-apparaat worden neergezet en het liefst wil de driehoek de protesten uitsluitend op het Malieveld toestaan. Het LSVb gaat daarmee akkoord, maar de Haagse Studentenvakbond wil door de stad lopen om haar mening te kunnen uiten.
Dat Den Haag wil opschalen naar ‘oorlogssterkte’ blijkt uit een bijstandsaanvraag aan de commissaris van de Koningin van Zuid-Holland. De driehoek wil een peloton KMar (Koninklijke Marechaussee, militaire politie) inzetten op 21 januari 2011. De commissaris van de Koningin, Jan Franssen, wijst de aanvraag af: ‘Gelet op het feit dat de gevraagde bijstand kan worden geleverd door regiopolitiekorps(en) binnen de eigen provincie, zie ik geen aanleiding voor bijstandsverlening door de Kmar. Ten aanzien van de geldende wet- en regelgeving kan ik daarom geen akkoord geven op bijstandsverlening door de Kmar.’
Militaire politie op betogende studenten afsturen, de toon lijkt gezet. Korpschef Van Essen is verbolgen, burgemeester Van Aartsen geeft geen tegengas en ook het openbaar ministerie blijft stil. Van Essen is van oordeel dat ‘het kabinetsbeleid gericht is op een veel ruimere inzet van de KMar dan de Politiewet mogelijk maakt.’ De volgende keer zal hij dan ook opnieuw om bijstand van de KMar vragen.
De toon van de driehoek lijkt niet in relatie te staan met het relaxte studentenprotest tegen de bezuinigingen in 2010, maar met het profiel dat vooral de politie van de demonstranten heeft samengesteld. In een brief van 6 januari 2011 aan de leden van de operationele driehoek schrijft directeur opsporing en informatie over 21 januari dat ‘een demonstratieve tocht door de stad de interventiemogelijkheden door de politie bemoeilijkt.’ Bij deze opmerking in het kader van de risico inschatting maakt zij onderscheid tussen burgers en demonstranten: ‘De noodzaak bij een eventueel politieoptreden de demonstranten te scheiden van goedwillende burgers en evenementen.’
‘Goedwillende burger’ en ‘demonstranten’ lijken binnen het politiejargon niet te combineren. De demonstranten zijn op het moment van schrijven van deze brief nog geen anarcho-extremisten, maar de opschaling en de wijze van presentatie van het ‘probleem’ demonstranten, lijken wel een opmaat voor het radicale persbericht van 20 januari 2011.
In de dagen voorafgaande de demonstratie van vrijdag 21 januari komt de driehoek dagelijks bij elkaar. De samenwerking met het LSVb, de studentenvakbond die een statisch protest wil, lijkt goed. ‘… [weg gelakt] geeft aan dat de politie rond deze demonstratie actief gebruik maakt van de sociale media in nauwe samenwerking met de organisaties (operationele driehoek 19 januari 2011).’ Over de Haagse studentenvakbond is men minder te spreken: ‘… [weg gelakt] heeft bij deze demonstratie enige zorg bij het gebrek aan ervaring bij de organisatie. Het grootste risico rond deze tocht zit in het deel waarbij men in de buurt van de Malietoren komt.’ En de eerste tekenen van rellen die gaan plaatsvinden op vrijdag worden ingeluid: ‘… [weg gelakt] laat weten dat recente informatie binnen is gekomen, dat mogelijk Rotterdamse hooligans van plan zijn om bij de demonstratie aan te sluiten om zo de confrontatie met de politie aan te kunnen gaan. … [weg gelakt] meldt dat de voetbal eenheden bezig zijn om deze informatie te verifiëren …’
Opvallend aan de bewering dat er hooligans onderweg zouden zijn naar Den Haag, is dat het in de verdere berichtgeving niet meer terugkomt. De Haagse politie weigert wel de verstrekkingsrapporten van 17, 19 en 24 januari 2011 openbaar te maken, maar binnen zowel de mediacommunicatie als de operationele driehoek komt het onderwerp hooligans slechts één keer ter sprake. Was de komst van de Feyenoord-supporters op dezelfde manier aangekondigd als de komst van AFA? In de trant van: ‘Laatste nieuws: SCF komt ook!’ Ergens op Facebook of een forum post iemand deze tekst, kennelijk om te stoken. De Rotterdamse hooligans komen ook niet terug, en of het bericht geverifieerd is, wordt niet duidelijk uit de stukken.
Radicalen komen
In het ‘algemeen SGBO (Staf Grootschalig Bijzonder Optreden) draaiboek’ van de manifestatie lijken de radicalen nog geen plek te hebben gekregen. Alleen de SP wordt uitdrukkelijk vermeld. De beschrijving van de stand van zaken rond de protesten tegen de bezuinigingen lijkt ontspannen: ‘Na een serie kleine studentendemonstraties tegen de bezuinigingen in het onderwijs slaan diverse grote studentenorganisaties de handen ineen om een grote landelijke demonstratie te houden.’
Er wordt een demonstratie van rond de 15.000 studenten verwacht, waarvan het zwaartepunt vooral op het Malieveld zal komen te liggen. Een fluitje van een cent zou je zeggen, voor een gemeente die stelselmatig beweert jaarlijks duizenden demonstraties in goede banen te leiden. In het SGBO-draaiboek wordt gezinspeeld op mogelijke rellen: ‘Ondanks de uitgebreide voorbereidingen in samenspraak met de organisatoren, valt een kans op verstoringen van de openbare orde, intimidaties, kans op fysiek letsel en materiële schade voor publieke eigendommen niet uit te sluiten. Een confrontatie met de politie valt dan ook niet uit te sluiten.’
Waarom men geweld verwacht, wordt niet duidelijk. De Rotterdamse hooligans lijken niet te komen, van anarcho-extremisten is geen sprake in het draaiboek… nee, louter protesterende studenten. Draaiboeken worden gekenmerkt door een standaard-opzet die per evenement wordt ingevuld. Het is dan ook niet onlogisch dat specifieke calamiteiten niet in het draaiboek zijn verwerkt. Als er inlichtingen zijn afkomstig van inlichtingendienst die wijzen op verstoringen van de openbare orde, worden die opgenomen in het draaiboek. De verschillende commandanten kunnen daarop anticiperen. Bij de scenario’s zal duidelijk worden vermeld waar verkennings- en arrestatie-eenheden op moeten letten. Hoewel diverse passages zijn weg gelakt, straalt het draaiboek een sfeer uit van een nog nader te volgen relaxte demonstratie.
Onder de oppervlakte borrelt er echter iets. De Haagse politie lijkt een hekel te hebben aan demonstrerende studenten (‘het zijn geen goedwillende burgers’), men wilde aanvankelijk het liefst de militaire politie inzetten en bij de inlichtingen lijkt de focus te zijn gericht op ‘linkse betogers (type anarchist/kraker)’, al dan niet georganiseerd. Binnen deze context meldt de AIVD dat leden van AFA aan de demonstratie zullen deelnemen. Of deze informatie te herleiden valt aan de posting op het Forum voor de Vrijheid is niet langer na te gaan, maar de bewering is niet erg substantieel, gelijk die over de deelname van hooligans.
‘De burgemeester geeft aan dat hij de verstrekte informatie van de AIVD onbevredigend vindt en schorst het driehoeksoverleg”’, vermeldt het verslag van de operationele driehoek van 20 januari 2011. Zodra de vergadering wordt voortgezet stelt de politie dat ‘uit (diverse open bronnen) blijkt dat meerdere personen zich mogelijk radicaal willen manifesteren.’ Tijdens dit overleg wordt in alle haast een persbericht in elkaar gezet. ‘De Haagse driehoek heeft aanwijzingen dat radicale groeperingen de studentendemonstratie van vrijdag willen aangrijpen om de openbare orde in Den Haag te verstoren door zich te mengen tussen de demonstranten en de confrontatie te zoeken.’ Een noodbevel wordt uitgevaardigd, de Haagse politie staat op scherp. De sfeer wordt dusdanig opgestookt dat het wachten is op rellen.
Mandarijnen
Die rel komt er ook, zowel op Het Plein voor de Tweede Kamer en bij het ministerie van OC&W. De politie beweert dat er met van alles is gegooid en dat daarbij drie politiefunctionarissen gewond zijn geraakt. Er wordt een foto verspreid van een gat in het wegdek, maar of daar stenen uit zijn verwijderd, blijft onduidelijk.
Een van de arrestanten verklaart: ‘”Ik zag dat deze jongens ineens de stenen uit de straat gingen halen. Ik vond dat geen goed idee. […] Mijn vrienden en ik en nog een aantal andere studenten liepen naar de jongens toe en zeiden dat zij niet de stenen moesten pakken. […] Ik zag dat de jongens de stenen los lieten (PL1551 2011015630-4)”.’ Een andere demonstrant beschrijft hetzelfde tafereel: “‘Ik zag dat er mensen toen stenen uit de straat haalden om deze te gaan gooien. We hebben toen een jongen daar nog voor belet. Daarna kwamen de politiepaarden eraan en toen zijn we met z’n allen terug gelopen (PL1532 2011015619-4)”.’
Vervolgens beweert de politie dat agenten werden belaagd met vuurwerk. Dat er vuurwerk is gegooid, is duidelijk. Een politiefunctionaris hierover: ‘”Ik verbalisant hoorde een harde knal die afkomstig was van vuurwerk. Ik verbalisant ben gaan zoeken naar degene die vuurwerk aan het gooien waren. […] Ik verbalisant zag dat een persoon het voorwerp richting de collega’s van de Mobiele Eenheid gooide (PL1561 2011015692-4)”.’ Of het vuurwerk echter de politie of demonstranten heeft geraakt, is niet duidelijk.
Een andere agent over het vuurwerk: ‘”Wij zagen dat het voorwerp gelijkende op een langwerpig voorwerp door de lucht vloog. Wij zagen dat het voorwerp tussen de rennende demonstranten viel (PL1512 2011015692-2)”.’ Wat is er dan wel gegooid? Enkele demonstranten gooiden met etenswaar. ‘”Werd de verdachte tijdens de studentendemo aangehouden terzake het gooien van eieren naar de Mobiele Eenheid. Werd besloten de verdachte hiervoor een mini pv te geven terzake baldadigheid (PL1551 2011015667-1)”.’
De eieren komen terug in het politiejournaal van 21 januari 2011: ‘”Politie bij het Mauritshuis worden bekogeld met eieren”.’ En een lunchpakket: ‘”Vervolgens voerde de ME een charge uit. Dus iedereen in paniek en rende door elkaar heen. Dus toen heb ik uit baldadigheid een boterham uit mijn tas gepakt en die heb ik toen in de richting van de ME gegooid (PL1532 2011015653-4)”.’ En ten slotte een serie mandarijnen. De vrienden die de stenengooiers tegenhielden, hebben elk een mandarijn naar de politie gegooid. ‘”Ja, mandarijnen, een per persoon, we waren met z’n drieën. Om de bus te besmeuren (PL1532 2011015619-4)”.’ Een agent bevestigt het smijten met fruit: ‘”Ik zag dat deze mandarijn op ongeveer een halve meter achter de ME hard op de grond terecht kwam (PL1551 2011015630-5)”.’
Waarom gooien mensen die protesteren mandarijnen, eieren, vuurwerk, boterhammen en plastic flessen naar de Mobiele Eenheid? Wie de beelden bekijkt van de charges van de ME, is getuige van opgefokte agenten, klaar om welke student dan ook te slaan. Over het gooien van etenswaar wordt weinig in de stukken van de Haagse politie vermeld. In Amsterdam lijkt de mate waarin met fruit en groenten wordt gesmeten van belang voor het ingrijpen. ‘Het gooien van eieren, tomaten, appels naar objecten en gebouwen kan, wanneer dit op grotere schaal plaatsvindt, kunnen leiden tot aanhouding’, vermeldt het operationele draaiboek van de demonstratie van 21 mei 2010 van de Amsterdamse politie.
De spanning in Den Haag bleek dusdanig groot dat een paar mandarijnen genoeg was om over te gaan tot charges. De rechter oordeelde achteraf dat het optreden van de politie tijdens de demonstratie van 21 januari in Den Haag bepaald niet de schoonheidsprijs verdiende. De Amsterdamse politie ging een stap verder. Hier werd een directe link gelegd tussen de heersende onvrede onder de studenten en het optreden van de politie. ‘Naar aanleiding van de demonstratie in Den Haag (21 januari 2011) is de sfeer onder een deel van de studenten grimmiger geworden. Het optreden van de politie en de houding van het kabinet met betrekking tot de studiefinanciering ligt hieraan ten grondslag (Deeldraaiboek demonstratie 4 februari 2011).’
AFA-sympathisant
De self fulfilling prophecy van de Haagse driehoek werd op 21 januari 2011 bewaarheid. De burgemeester had vooraf beweerd dat radicalen zich zouden mengen onder de demonstranten om de openbare orde te verstoren. De inlichtingendienst had beweerd dat het om leden van AFA zou gaan. De politie sprak ‘van een vijftal groepen met een verschillende achtergrond, maar alle van linkse signatuur. Daaronder zijn anarchistische en anti-globalistische groeperingen met een extreem karakter’, meldde de politie.
De anarcho-extremisten hadden het gemunt op het vernietigen van de hofstad, zo leek het wel, maar afgezien van wat eieren, mandarijnen, boterhammen, een enkel flesje en vuurwerk dat tussen de demonstranten terecht kwam, bleef het rustig. Alle arrestanten bleken studenten. Hoe zat het dan met die anarcho-extremisten en AFA leden?
Tussen de processen-verbaal bevindt zich het verhaal van aanhouding van een jongeman door stillen. Hij werd aanvankelijk als minderjarig behandeld, maar bleek dat nét niet meer te zijn. De politie beweert dat hij agenten heeft geslagen, maar de verklaringen van de diverse betrokken functionarissen zijn dusdanig verwarrend dat daarbij vraagtekens moeten worden gezet. Iedereen, inclusief verdachte, zijn het er over eens dat hij een vriend die werd gearresteerd te hulp is geschoten. Hij kreeg daarbij flinke klappen van diverse agenten.
In het verhaal van deze jongeman komt AFA ter sprake. ‘”U vraagt mij wat ik vervolgens deed. Ik heb gelijk […] (zijn vriend) bij zijn middel gegrepen, om hem los te kunnen trekken van die mannen. U vraagt mij waarom ik zo reageerde. Ik dacht dat die onbekende mannen neonazi’s waren en met hen heb ik geen goede verstandhouding. Ik ben namelijk een AFA-sympathisant. U vraagt mij of ik heb gehoord dat die onbekende mannen zich kenbaar maakten als politie zijnde. Nee, dat heb ik niet gehoord en ik had dat ook niet kunnen weten (PL1561 2011015672-6)”.’
De agenten in burger die de jongeman voor neonazi’s aanzag, waren leden van een arrestatie-eenheid. Het enige gearresteerde AFA-lid, die volgens de Haagse driehoek de orde zou komen verstoren, probeerde slechts de aanhouding van een vriend te voorkomen. De participerende radicalen van 21 januari in Den Haag lijken niet onder de demonstranten te moeten worden gezocht, maar in kringen van de politie en de Driehoek.
Echter, na afloop van de demonstratie blijkt de deelname van AFA-sympathisanten een vaststaand feit te zijn geworden. ‘Ook het feit dat de driehoek koos voor een persbericht vooraf over de mogelijke komst van radicalen, is naar de mening van de korpschef een goede geweest’, vermeldt het verslag van de operationele driehoek van 24 januari 2011. ‘Bij de protesttocht van de studenten van de Haagse Hogeschool van het Johanna Westerdijkplein naar het Malieveld, bleek de staart door een groep gevormd, welke in gedrag en uiterlijke kenmerken, sterk afweek van de Haagse Hogeschool studenten’, aldus het informatierapport van Bureau Regionale Informatie 24 januari 2011. Dit rapport werd opgesteld in het kader van de evaluatie van het politieoptreden en omdat er vragen zijn gesteld in de gemeenteraad over het politiegeweld.
In het evaluatierapport worden feiten geconstateerd die in het mutatierapport PL1581 2011015635-1 van vier verbalisanten die de demonstratie van de Haagse studentenvakbond hebben begeleid niet voor komen. De opstellers reppen over veel stokken, ‘soms metalen pijpen’, die de agenten in beslag hebben genomen voordat de demonstratie op gang kwam. De functionarissen schrijven dat ‘voorkomen moest worden dat lieden linksaf naar OCW zouden afbuigen.’ Deze opmerking wordt gevolgd door ‘geen bijzonderheden.’
Gedurende de betoging bleek in de praktijk slechts één persoon staande te zijn gehouden met opruiende dvd’s in zijn rugzak. Alle overige personen van deze groep studenten die werden aangesproken (in totaal vier) of die een proces-verbaal hebben gekregen, bevonden zich al op het Malieveld. Van een groep die ‘niet de uiterlijke kenmerken van studenten hadden’ is in de rapportage van de begeleidende agenten geen sprake.
Radicale studenten of studentikoze radicalen?
De radicalen blijken echter al binnen de studentenmassa’s te zijn geïnfiltreerd. Vanaf 21 januari staat de politie op scherp en worden mensen die in het profiel van ‘links’, ‘anarchist’ of ‘kraker’ passen vermeld als zijnde onderdeel uitmakend van het studentenprotest. ‘Opvallend was dat er nagenoeg geen studenten aanwezig waren. Betroffen veelal krakers figuren onder andere … (weg gelakt) gespot (PL0910 2011034542-1, 9 februari 2011 studentenprotestutrecht.nl).’
Op 4 februari 2011 wil een groep studenten een lawaaidemonstratie houden in Amsterdam. Zij willen in de binnenstad diverse gebouwen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) bezoeken om daarmee hun ongenoegen te uiten over de bezuinigingen in het onderwijs. Tijdens het SGBO-overleg voorafgaande de demonstratie meldt de inlichtingendienst van de politie: ‘Op dit moment is er niet meer informatie bekend over de demonstratie. Er zijn wel aanwijzingen dat er zich radicaliserende personen in de groep studenten zullen bevinden, maar dat is nog niet zeker.’
In het kader van de risicoanalyse wordt gesteld dat er ‘nog niets bekend is over het mogelijk aansluiten van krakers bij de demonstratie.’ Wel zijn er ‘aanwijzingen dat er radicaliserende personen onder de studenten bevinden’, maar niets is zeker en van aansluiting van krakers is niets bekend. Een dag eerder werd bij het subdriehoek overleg in Amsterdam geconstateerd dat ‘de sfeer bij studentendemonstraties steeds grimmiger wordt.’ Welke demonstraties, naast die van 21 januari in Den Haag, dit dan zijn geweest, wordt niet duidelijk gemaakt.
Binnen de SGBO-studentendemo wordt de sfeer nog eens onderstreept: ‘De sfeer onder de studenten is grimmiger geworden. Dit naar aanleiding van het politieoptreden in Den Haag en het standpunt van het kabinet. Er dient rekening mee gehouden te worden dat zich onder de demonstranten enkele tientallen zullen bevinden die het geweld niet schuwen.’ Gezien de hoeveelheid documenten zou je verwachten dat de politie rekent op duizenden demonstranten, maar de schattingen lopen uiteen tussen 100 en 250 studenten. In het deeldraaiboek ordehandhaving wordt echter een directe link met 21 januari gelegd: ‘Eerdere soortgelijke demonstratie in Den Haag leidde tot openbare orde problemen waarbij 27 personen zijn aangehouden (Historie).’
Een dag voorafgaande de demonstratie doet de chef informatie (CHIN) er nog een schepje bovenop: ‘Er is info dat binnen het Comité SOS de mening is dat een confrontatie met de ME ook media aandacht kan geven, dus mogelijk confrontatie niet echt als negatief wordt gezien (03-02-11 16:36 chef informatie).’
Verkenningseenheden (Victor00) verspreiden zich op de dag van de demonstratie over de stad. Bij het Centraal Station moeten ze op groepen studenten letten, bij kraakpanden in het oosten en westen van de stad op activiteiten en bij de verzamelplek op de ‘radicalen’. ‘Victor00: Binnengasthuisstraat groepje van 15 studenten met enkele krakers (vier krakers). Dragen borden met tekst ‘wij gaan de crisis niet betalen’ en ‘oprutte’ (04-02-11 14:43 distributie centrum).’
Diverse personen worden specifiek in de gaten gehouden. Dit zijn naar alle waarschijnlijkheid de studerende ‘vier krakers’. ‘Om 14:46 meldt Victor00: … [weg gelakt] en … [gelakt] gezien … [gelakt] op Binnengasthuisterrein … [gelakt] is druk aan het bellen. Signalement volgt.’ Blijkbaar werd er getwijfeld: ‘Victor00: … [gelakt] is 100% positief herkend. Victor00: Bij … [gelakt] fon.) loopt … [gelakt] (04-02-11 15:10).’ De ‘radicalen’ worden scherp in de gaten gehouden, maar op basis waarvan wordt volstrekt niet duidelijk.
In een item van Pownews beklaagt de verslaggever zich over de belabberde opkomst. Zelfs hem wordt geen duimbreed in de weggelegd om mensen te interviewen. De verkenningseenheden volgen de ‘radicalen’ tot het eind van de demonstratie. ‘Victor00 om 16:11: Stuk of 20 personen, plus … [gelakt] gaat UVA-gebouw aan het Binnengasthuisterrein in, niet zijnde het Crea Café. Victor00 om 16:15: … [gelakt] is het pand weer uit samen met een ander persoon … [gelakt].’
De Haagse politie geloofde heilig in de gecreëerde radicale illusie. In een brief van 17 maart 2011 over de aankondiging van een demonstratie op 25 maart 2011 door het platform ‘Onderwijs is een recht’ wordt impliciet de relatie met de schermutselingen van 21 januari gelegd. ‘Het vorenstaande zou erop kunnen duiden dat deze demonstratie wordt georganiseerd vanuit links activistische organisaties, die mogelijk uit zijn op openbare orde verstoringen.’ Tijdens het Driehoeksoverleg van 23 maart 2011 voegt de politie daaraan toe: ‘Voorts is de organisator voornemens om een geluidswagen mee te nemen. Deze zelfde wagen is eerder door krakers gebruikt tijdens een demonstratie.’
Dat de politie de studenten stigmatiseert door hen als ‘radicalen’ te omschrijven, is vreemd, want men geeft ook toe dat er goede afspraken zijn gemaakt met de organisatoren. Een dag voorafgaande de demonstratie werd er een spandoek opgehangen in de Hofvijver. De politie wist meteen wie het gedaan had: ‘Op de Lange Vijverberg twee demonstrant uitziende personen aangesproken die verklaarden er niks mee te maken te hebben (PL1512 2011061722-1).’
Een dag later, na afloop van de demonstratie in Den Haag, schreef de directeur opsporing en informatie van de politie Haaglanden: ‘Op of omstreeks woensdag 9 maart 2011 kwam een verzoek binnen tot het houden van een demonstratie onder de noemer ‘Onderwijs is een recht’. De aanvraagster is gelieerd aan de krakerscene in Utrecht. In uw vergadering heeft u daarop besloten om naar aanleiding van deze informatie extra politiemaatregelen te nemen en een SGBO in te stellen. Er zijn geen verdachten aangehouden. Tijdens de demonstratie bleek een groot aantal deelnemers gelieerd is aan de krakersbeweging in den lande.’
Voorafgaande deze demonstratie, waaraan in totaal 150 studenten deelnamen, werd door het Bureau Regionale Informatie een informatierapport en een dreigingsinschatting opgesteld. Informatie van de RID Utrecht werd door de Haagse politie verwerkt. ‘… [weg gelakt] geeft aan dat de vrouw die de demonstratie organiseert, dat ook vrijdag in Utrecht heeft gedaan. Daar waren slechts 25 deelnemers. Het is dan ook denkbaar dat komende vrijdag ook weinig deelnemers komen (operationele driehoek Den Haag 21 maart 2011).’
Geen openbare maar ideologische orde
De inlichtingendienst van de politie heeft in het kader van haar taak ten aanzien van de openbare orde de bevoegdheid informatie te verzamelen ter voorkoming van verstoringen van de openbare orde. De burgemeester kan op basis van concrete aanwijzingen een demonstratie verbieden. Bij betogingen van extreem-rechts gebeurde dat in het verleden regelmatig. De burgemeesters oordeelden dan dat de kans op een tegendemonstratie en confrontatie met tegenstanders de orde zou verstoren.
Keer op keer oordeelden rechters dat de veronderstelling dat de orde verstoord zou gaan worden niet voldoende reden is om een demonstratie te verbieden. De aanwijzingen waren niet concreet. Bij de protesten van studenten tegen de bezuinigingen op het onderwijs valt op dat er op geen enkel moment concrete aanwijzingen zijn geweest dat er ordeverstoringen zouden plaatsvinden.
Wat wel zichtbaar is geworden, is dat de overheid een complete inlichtingenoperatie op touw heeft gezet om een relatie te leggen tussen krakers, anarchisten, linkse types en andere anarcho-extremisten enerzijds, en de protesten van studenten anderzijds. Deze operatie ging in het geheel niet over de openbare orde, maar om het identificeren van zogenaamde radicalen. De RID Den Haag en de AIVD vervulden bij deze operatie een sleutelrol.
Hoeveel informatie hiervan daadwerkelijk in allerlei dossiers is aanbeland, blijft onduidelijk. Wel is duidelijk dat er sprake is van een innig contact tussen de landelijke inlichtingendienst en de politie. ‘Meldingsformulier van het hoofd van de RID Haaglanden, 15 Haaglanden, RID referentie-nr 1414/11, Formulier met betrekking tot studentendemonstratie 25 maart 2011 te Den Haag.’
Dat deze relatie niet altijd vlekkeloos verloopt, wordt ook duidelijk aan de hand van inzage in de correspondentie tussen burgemeester Van Aartsen en het hoofd van de AIVD. ‘De burgemeester geeft aan dat hij de verstrekte informatie van de AIVD onbevredigend vindt en schorst het driehoeksoverleg (driehoeksoverleg 20 januari 2011).’ De burgemeester belt de baas van de AIVD die echter beweert dat hij ‘niet meer informatie kan verstrekken, anders dan dat het om personen van AFA zou gaan die naar Den Haag zouden willen komen.’ Daarbij is onduidelijk of de AIVD meer feitelijke informatie in handen heeft en die men niet prijs wil geven.
Het gaat bij protesten allang niet meer om de openbare orde, maar om de ideologische orde. Dit ligt in het verlengde van het concept ideologische misdaad dat het landelijk parket en de nationale politie hanteren. Hierbij ontwikkelt de politie zich als een soort inlichtingendienst die buitenparlementair verzet in de gaten houdt en de RID blijkbaar naar zich toetrekt. De openbare orde informatie wordt vermengd met de informatie over mogelijke staatsondermijnende activiteiten, lees ideologische groepen.
Slechts weinig bestuurders hebben zicht op deze activiteiten van de politie. De driehoek van Nijmegen, Enschede, Arnhem en Utrecht zijn allemaal buiten de inlichtingencommunicatie van de politie gehouden. ‘De gemeente Arnhem is noch beleidsmatig noch uitvoerend noch handhavend bij de door u genoemde studentenacties en/of studentengroep KSNA betrokken geweest. Ook op de agenda van de zogenaamde Driehoek komt het onderwerp studentenprotesten en/of studentengroepen in de door u genoemde periode (2009 – heden) niet voor’, schrijft de gemeentesecretaris van Arnhem.
Waarom informatie over politieke partijen en vreedzaam protesterende studenten dan in inlichtingendossiers belanden, is onduidelijk. Het feit dat iemand kraakt en student is en ook nog demonstreert tegen de bezuinigingen is blijkbaar voldoende om hem of haar aan te merken als ‘radicaal’. Als zo iemand dan ook nog deelneemt aan demonstraties van AFA, is er al snel sprake van anarcho-extremisme. Daarbij speelt de AIVD dan weer een rol.
In dit schimmenspel lijkt het allang niet meer om waarheid en feiten te gaan. De spin, het bespelen van de media en de gemeenteraad is het uitgangspunt. De rechtsorde is in dit verband door de driehoeken in verschillende steden vervangen door de ideologische orde. Een ieder moet hetzelfde denken, anders wordt je gebrandmerkt als ‘radicaal’ of ‘anarcho-extremist’. Protesteren als student tegen bezuinigingen in het onderwijs kunnen dan al snel worden omschreven als staatsgevaarlijke activiteiten.