Vragen van het lid Halsema (GroenLinks) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over inzage BVD in dossiers vreemdelingen.
(Ingezonden 6 december 2000)
1
Heeft u kennisgenomen van het WOB-onderzoek van het Buro Jansen & Jansen van 6 oktober 2000 om een overzicht van het aantal vreemdelingendossiers tussen 1992 en 2000 ingezien door de BVD en van het antwoord van het Ministerie van Justitie van 15 november jl.?
2
Bent u op de hoogte van de uitspraak van de voormalig minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw I. Dales, dat vanaf 1 januari 1992 nauwkeurig wordt bijgehouden van welke personen de BVD bij het Ministerie van Justitie dossiers opvraagt? 1)
3
Kunt u een verklaring geven voor het niet kunnen overleggen van een overzicht als bedoeld in vraag 1, zoals blijkt uit het antwoord van het Ministerie van Justitie? Bent u bereid de Kamer een overzicht te verschaffen van het aantal vreemdelingendossiers van het Ministerie van Justitie dat de BVD vanaf 1992 jaarlijks heeft opgevraagd en/of ingzien?
4
Is het waar dat het aantal vreemdelingendossiers waarin de BVD inzage heeft in de loop der jaren aanzienlijk is toegenomen? Kunt u een verklaring geven voor deze stijging?
5
Kunt u uiteenzetten welke criteria gelden bij het indienen en het toekennen van dergelijke inzageverzoeken? Vormt het benaderen van vreemdelingen als mogelijke informant voor een inlichtingendienst een criterium op grond waarvan een vreemdelingendossier door de BVD mag worden ingezien?
6
Bestaat de mogelijkheid om de BVD inzage in vreemdelingendossiers te weigeren? In hoeveel gevallen heeft het Ministerie van Justitie een verzoek van de BVD voor inzage afgewezen?
1) Handelingen II, Vergaderjaar 1991-1992 nr. 65, blz. 4030.