Sinds een aantal weken begint het verzet tegen het voorstel voor de Koppelingswet steeds grotere vormen aan te nemen. In verschillende steden zijn groepen aktief tegen het wetsvoorstel. Een aantal groepen, deels betrokken bij het SNIN, hebben diskussiebijeenkomsten georganiseerd.
In Den Haag werd door het Haags Initiatief tegen Fascisme en Diskriminatie een bijeenkomst georganiseerd waar 80 mensen aanwezig waren. In Amsterdam organiseerde de Balie in samenwerking met het Autonoom Centrum op 29 november een avond die door 150 mensen werd bezocht. Op 3 december was er een informatiebijeenkomst georganiseerd door `Ons Suriname’, bezocht door 50 mensen, waar ,,n van ons een inleidend praatje hield. Op 8 december was er een soortgelijke bijeenkomst in Rotterdam, op 10 december in Alkmaar. Op beide bijeenkomsten werd door ons uitleg gegeven over de Koppelingswet.
Vanuit de kampagne tegen de identifikatieplicht zijn twee werkgroepen gevormd. Zowel weigeraars werkzaam in de gezondheidszorg als in het onderwijs zijn bij elkaar gaan zitten om te kijken wat zij binnen hun eigen beroepsgroep kunnen doen. Door een aantal mensen zijn ingezonden brieven gestuurd naar vakbladen. Verder zijn in Amsterdam de medezeggenschapsraden van een groot deel van de middelbare scholen en de ondernemingsraden van ziekenhuizen en andere zorginstellingen aangeschreven. In december staan weer drie bijeenkomsten op stapel waarin bekeken zal worden hoe verder moet worden gegaan.
De Koppelingswet is nog niet aangenomen. Veel vertrouwen dat het nog tot ingrijpende veranderingen in het voorstel komt hebben we niet. Weliswaar is er vanuit de Kamer veel kritiek op de voorgestelde uitsluiting van mensen met een niet-definitieve verblijfsstatus, deze kritiek raakt echter juist de kern van de wet. Het is immers de expliciete bedoeling van het voorstel ook bij deze groep ‘de schijn van legaal verblijf’ tegen te gaan. En zelfs al wordt de wet op dit punt wel gewijzigd, dan zal Nederland vervolgens gekonfronteerd worden met een voorstel binnen de EU.
Onder Frans voorzitterschap is in de eerste helft van 1995 een voorstel ingediend dat als belangrijkste doelstelling heeft het tegengaan van illegale migratie en illegale tewerkstelling. Het voorstel behelst richtlijnen voor identiteitskontroles en voor het verstrekken van verblijfsvergunningen. Het komt er op neer dat de gevallen waarin ‘vreemdelingen’ zich moeten identificeren verder worden uitgebreid. De uitbreiding van identiteitskontroles in Frankrijk zelf door Pasqua (minister van Binnenlandse Zaken) twee jaar geleden heeft geleid tot meer racistische kontroles door de politie, een aantal doden onder migrantenjongeren en het middels massale kontroles bestraffen van hele gemeenschappen (bv. identiteitskontroles bij Noord-Afrikanen na aanslagen in Parijs). Daarnaast wordt in het voorstel de definitie van ‘illegaal’ uitgebreid en worden zo meer mensen tot ‘illegaal’ bestempeld.
Het verstrekken van voorzieningen wordt afhankelijk van de verblijfsstatus. Werkgevers worden strafbaar bij het in dienst hebben van illegalen. Alle afzonderlijke lidstaten moeten een bestand aanleggen met gegevens over de statussen van alle ‘vreemdelingen’ die op hun grondgebied aanwezig zijn. Detentie ter uitzetting van illegale arbeiders wordt verplicht, in ‘niet-penitentiaire’ inrichtingen, zodat zij kunnen worden teruggestuurd nadat hun identiteit is vastgesteld. Wie geen identiteitsdokument kan verschaffen of ‘zelf schuldig’ is aan het ‘illegale’ verblijf wordt gedetineerd in een ‘echte’ gevangenis. Zoals je ziet, voor Nederland weinig nieuws onder de zon. Alle aangekondigde maatregelen zijn al ingevoerd of staan op het punt van kracht te worden. Het Franse voorstel levert het kabinet wel een extra argument op om de Koppelings- wet aanvaard te krijgen. Het lijkt ons daarom zinvol onze inspanningen niet alleen te richten op het voorkomen dat het wetvoorstel wordt aangenomen, maar om nu al die mensen te mobiliseren die uiteindelijk de wet moeten weigeren uit te voeren; in het onderwijs, de gezondheidszorg en aan de loket- ten van instellingen.