De Groene Amsterdammer 07/07/1995
Niet iedereen doet mee aan de Wet op de Identificatieplicht, ‘het onmogelijke kindje van Hirsch Ballin’. Per 1 juni is de wet van kracht. Het worden spannende tijden voor al die mensen die weigeren een kopie van hun paspoort bij hun werkgever in te leveren. Maar met hoevelen zijn ze eigenlijk?
door Stella Braam
‘IK STA VIJF, ZES, tachtig keer geregistreerd. Wat willen ze nog weten?’ zegt David Barnouw, medewerker van het Riod (Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie). Hij past ervoor een verlengstuk van justitie te worden in de jacht op illegalen en zwartwerkers. Per ingezonden brief in de NRC maakte hij eerder al bekend dat hij weigert een kopie van zijn paspoort bij zijn werkgever in te leveren. Zijn directeur zei: ‘Je doet maar.’ Collega’s keken hem meewarig aan. Slechts twee van de 35 ambtenaren op het Riod volgden zijn voorbeeld. Er werd niet over gediscussieerd. ‘Ik had werkelijk de lust niet om mijn collega’s te mobiliseren’, zegt Barnouw. ‘Het zijn per slot van rekening volwassen mensen.’ Het principe komt hem duur te staan. Hij wordt nu geplaatst in het tarief van zestig procent loonbelasting, het zogeheten ‘anoniementarief’. Zijn trouwe arbeidsjaren ten spijt, is hij in één klap ‘anoniem werknemer’ geworden – Kafka had het niet kunnen verzinnen. Het tarief kost hem duizend gulden netto per maand. ‘Maar gelukkig hoef ik geen bloedjes van kinderen te onderhouden’, zegt hij lachend.
Hoeveel weigeraars zijn er? Niemand weet het. Bij het Autonoom Centrum in Amsterdam, het coördinatiepunt, hebben zich honderdzeventig weigeraars ingeschreven. Het centrum vermoedt desondanks dat het er enkele duizenden zijn, misschien wel achtduizend – iedereen kent weer anderen die geen kopie hebben ingeleverd.
Het is menens. Bij eventuele controle van bedrijfsvereniging, politie of belastingdienst mag de werknemer zonder papiertje in principe meegenomen worden naar het politiebureau; desnoods volgt hechtenis en worden vingerafdrukken gemaakt. Werkgevers die per 1 juni niet over een administratie met kopietjes beschikken, kunnen worden beboet. De straf kan oplopen tot een gevangenisstraf van vier jaar en/of een geldboete van vijfentwintigduizend gulden. Minder bekend is dat weigerende werknemers niet alleen in het anoniementarief vallen, maar ook precies dezelfde straf als werkgevers kunnen krijgen. Of de werkgever bedenkt zelf een sanctie, zoals David Barnouw ondervond. Vorige week ontving hij een brief van De Vries Lensch, hoofd personeelszaken van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, waar het Riod onder valt. De Vries Lensch vraagt zich af waar Barnouws kopietje blijft, neemt aan dat ‘e.e.a. aan uw aandacht is ontsnapt’ en dreigt over te gaan op het hoogste belastingtarief. Dan: ‘Indien u ook vervolgens zou blijven verzuimen, loopt u het risico van verdergaande sancties, zoals het opleggen van een geldboete.’
Welke geldboete heeft De Vries Lensch voor haar principiële ambtenaar in petto? Op personeelszaken van Onderwijs en Wetenschappen vermoedt men dat De Vries Lensch (met ouderschapsverlof, tevens vakantiedagen) op een disciplinaire straf bij plichtverzuim doelt. Over de hoogte van de boete is niets bekend. Er wordt bewust gedreigd opdat de ambtenaar aan zijn verplichting voldoet.
LOOPT BARNOUW echt het risico van een geldboete van vijfentwintigduizend gulden en/of vier jaar gevangenisstraf? In principe wel, zegt Philip van Veller, persvoorlichter van de belastingdienst, nadat hij in zijn klappertje met de wettekst heeft gebladerd. ‘Maar de sanctie voor iemand die te goeder trouw is, is minder: ten hoogste zes maanden en maximaal tienduizend gulden.’ Maar zo’n vaart zal het wel niet lopen, voegt hij eraan toe, ‘want wij werken klantgericht. Dat betekent dat zij die erom vragen, hard aangepakt worden, en de rest niet.’
Van Veller licht toe dat een inspecteur ‘op gevoel’ zal merken of de klant te goeder trouw is. Die krijgt nog de kans om de kopietjes te verzamelen dan wel in te leveren. Vallen gewetensbezwaarden in de categorie te kwader trouw? Dat moet de rechter maar uitmaken, vindt Van Veller.
Welke rechter? Mr. Anneke van Baalen, bestuurskundige aan de Universiteit van Amsterdam, tevens gewetensbezwaarde, heeft deskundigen hierover geraadpleegd. ‘Ieder heeft een andere mening’, zegt Van Baalen in haar woonboot in Amsterdam. ‘Ga je naar de burgerlijke rechter, dan is de kans groot dat deze zegt: u moet niet bij mij wezen want in deze zaak is de werkgever een verlengstuk van de belasting. De belastingrechter kan op zijn beurt weer naar de bestuursrechter verwijzen en vice versa.’
Het kan, kortom, nog wel een tijdje duren voordat er een uitspraak ligt. En dan staat de eerste weigeraar misschien al op straat – want ook dat kan een consequentie zijn. Op de werkgeversorganisatie VNO-NCW komen dagelijks paniektelefoontjes binnen van werkgevers die op ‘weigerachtige’ werknemers stuiten en die de bui – boete? gevangenisstraf? – al voelen hangen. Wat te doen? Rob van den Hoven van Genderen, secretaris informatiebeleid: ‘Heel hard gesteld: je zult ze moeten ontslaan.’ Toch zijn er ook werkgevers die weigeren aan de nieuwe wet te voldoen. Een ondernemer in Rotterdam die om onmiddellijke controle te voorkomen anoniem wenst te blijven: ‘Wat, in godsnaam, is de diepere zin van dat paspoort? Ik heb van mijn werknemers een werknemersverklaring, een arbeidsovereenkomst, e Arbeid Buitenlandse Werknemers) controleert de ondernemer bovendien allang de verblijfsstatus van zijn werknemers: ‘Nu moet ik ook nog kopietjes van hun paspoorten verzamelen? Daar pas ik voor. Het lijkt hier wel een Duitse Feldwebelstaat. Boete? Dat zie ik dan wel weer. Ik zal me lijdelijk verzetten tegen een overheid die van ons een verlengstuk maakt in het kader van politieke beheersing.’
DE WEIGERAARS hebben uiteenlopende bezwaren tegen de Wet op de Identificatieplicht. Het is een motie van wantrouwen tegen werknemers die al jaren in dienst zijn en zich nu opeens moeten identificeren, zegt weigeraar Berend Vis, docent bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Rian Verhoeven, medewerkster van de Anne Frankstichting, past ervoor om ingeschakeld te worden als opsporingsmiddel voor illegalen. ‘Werkgevers worden op die manier een verlengstuk van de overheid’, zegt ze. Veel weigeraars noemen de wet discriminatoir, ‘omdat het mensen op huidskleur selecteert’, zegt Arno van Deurzen, van de Rechtskundige Dienst FNV. Bij controles zullen de buitenlanders eruit worden gepikt, is zijn stellige overtuiging. Van Deurzen spant volgende maand een kort geding aan tegen zijn werkgever, de FNV. Inzet: werknemers mogen niet verplicht worden een kopie van het paspoort in te leveren. Het anoniementarief mag niet worden toegepast. De wet is discriminatoir en in strijd met internationale verdragen.
Kan de wet juridisch door de beugel? Nee, vindt jurist Anneke van Baalen. Ze heeft daarover een brief gestuurd aan haar werkgever, de Universiteit van Amsterdam. Als de universiteit haar voor de berekening van de loonbelasting als anoniem indeelt, handelt ze in strijd met de wet. ‘Men kan niet van een bij name bekende werkneemster een anonymus maken. Het gebruik van ficties is de wetgever niet toegestaan’, schrijft ze in haar brief. Verder meent ze dat het gebruik van belastingmaatregelen in plaats van strafrechtelijke sancties niet zuiver is. Het kan toch nooit de bedoeling zijn, schrijft ze, ‘de aanwezigheid van ”criminele”, ”frauderende” en ”illegale” werknemers toe te staan onder voorwaarde dat zij zestig procent van hun inkomen als inkomstenbelasting betalen.’ Daarbij is het inhouden van een vast percentage van het inkomen in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Hoe hoger het inkomen, des te minder verschil maakt de anoniemenmaatregel. Wie het minimumloon verdient, komt onder het bestaansminimum terecht. ‘Dat kan een run op de sociale dienst opleveren’, voegt Van Baalen eraan toe.
Ten slotte worden volgens haar de beginselen van het sanctierecht overschreden, en wel de evenredigheid tussen de zwaarte van de wetsovertreding en de daarop volgende sanctie: ‘Het niet overleggen van een paspoort kan moeilijk als een zwaarwegend delict worden aangemerkt, maar voor deze nalatigheid krijg ik wel een boete van 1250 gulden per maand.’ Wat voor de vermoedelijke duur van haar dienstverband op 100.000 gulden neerkomt. Van Baalen: ‘Het parlement heeft echt zitten slapen. Hoe kon zo’n monsterlijke wet worden aangenomen, met zo’n enorme wanverhouding tussen daad en sanctie?’
Op de achtergrond spelen ook minder rationele bezwaren tegen de maatregel. Rob van den Genderen van Hoven van het VNO-NCW verwijst daarnaar door weigeraars te betitelen als ‘oorlogsslachtoffers of tweede generatie-oorlogsslachtoffers’. Wrang is wat dat betreft de gang van zaken bij uitgerekend de Anne Frankstichting. Terwijl veel bedrijven genoegen nemen met het inleveren van een kopietje, is de Anne Frankstichting naar de letter van de wet te werk gegaan, zegt Rian Verhoeven. ‘Wij moesten éérst ons paspoort laten zien. En daarna een kopie inleveren.’
De stand bij de Anne Frankstichting: drie weigeraars op negentig personeelsleden. Rian Verhoeven wijt die magere stand aan de financiële consequenties. Zelf redt ze het maximaal drie maanden. ‘Principes zijn mooi, maar als ze geld kosten, zijn ze snel weg’, zegt ze. Ook gewenning speelt volgens haar een rol: ‘Mensen worden zo vaak geregistreerd, ze doen het zonder nadenken.’
Nederland lijkt zich erbij te hebben neergelegd dat registratie altijd en overal erbij hoort. Anneke van Baalen zocht steun bij collega’s die in 1971 tegen de volkstelling waren. Destijds was er sprake van een brede maatschappelijke discussie. Er weigerden drieëntwintigduizend mensen. De weigeraars van toen, ontdekte Van Baalen, hebben nu keurig een kopietje ingeleverd. ‘Maar wel met het grootste onbehagen’, zegt ze. Dat ze het toch deden, komt volgens haar voort uit het idee dat ze voor gek staan als ze ophef maken over het zoveelste bewijsstuk dat nodig is voor je baan – en dan een met zo’n zware sanctie.
De Koninklijke Bijenkorf Beheer haalde vorig jaar de pers omdat de holding, vanwege haar joodse achtergrond, principiële bezwaren had tegen de allochtonenregistratie. Nu zegt KBB-hoofd personeelszaken Teravest: ‘Wij zijn aan het registreren, omdat wij ons aan de wet houden.’ Hoe valt de Wet op de identificatieplicht, de andere loot aan de stam van de registrerende overheid? Teravest ziet geen bezwaren. ‘Alle personeelsleden van de holding doen mee.’
WAT LEVERT DE WET op in het kader van de illegalenjacht? Iedereen die iets weet van de werkelijkheid van illegale werknemers, zal meewarig glimlachen bij deze vraag. Op een slinkend groepje na zijn de illegalen allang het witte ciruit uit gerookt. Sofinummers zijn voor hen niet meer te krijgen. Werkgevers zijn kopschuw geworden vanwege de scherpere controles en hogere boetes. De confectiewereld, traditioneel de arbeidsvoorziening voor illegalen, is naar de lage-lonenlanden uitgeweken. De tuinders in het Westland hebben de uitzendkracht ontdekt: supergoedkoop, omdat voor hem weinig premies betaald hoeven te worden. Een beetje illegaal is òf werkloos, òf probeert rozen in het uitgaanscircuit te slijten, òf werkt in het ondergrondse circuit waar niemand om papieren vraagt. De illegaal die nog wel in het witte circuit werkt, draagt al jaren keurig premies af of is in het bezit van een gehuurd sofinummer en een vals paspoort. Maar de zwartwerkers met uitkering dan? Zouden inspecteurs dan niet ook de huizen van particulieren moeten bezoeken? Daar maken ze schoon, witten ze de muur of spitten ze de tuintjes.
Nu de magische datum van 1 juni is verstreken, nemen veel werkgevers een afwachtende houding aan. Sommigen zoeken de oplossing in een administratie die enerzijds bestaat uit kopietjes van paspoorten, anderzijds uit brieven van weigeraars met de mededeling dat zij principiële bezwaren hebben. De rechter moet maar bepalen of zo’n administratie deugdelijk is.
Vorige week stelde GroenLinks kamervragen. Is de regering bereid een bezwaardenregeling voor de weigeraars te treffen? PvdA-kamerlid Ella Kalsbeek, die eerder liet weten dat er in individuele gevallen van de regel kan worden afgeweken, weet nog niet of zij voor zo’n regeling zal pleiten: ‘Ik wacht liever af. Hoeveel mensen weigeren, welke sancties leggen werkgevers op?’ Ze heeft, zegt ze, begrip voor gewetensbezwaarden. ‘Het zijn mensen die zich zeer betrokken voelen bij de vluchtelingenproblematiek. Hoewel ik hun standpunt niet deel. Als je afspreekt om een goed vreemdelingenbeleid te voeren, moet je ook consequent zijn en illegalen afwijzen.’ Maar illegalen zitten nauwelijks meer in het witte circuit. Van Kalsbeek: ‘Het is toch ook tegen zwartwerkers bedoeld? En daarvoor is het een goed middel. De ervaringen van de Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen zijn nu al positief. Vroeger moesten ze afgaan op het huidskleurtje of op het gebrekkige Nederlands. Nu kunnen ze iedereen om een legitimatiebewijs vragen.’
De sancties vindt ze terecht. ‘Als je een verplichting oplegt, is een sanctie toch logisch? We hebben het bovendien over de maximale sanctie. Ik ga ervan uit dat een rechter een gewetensbezwaarde anders zal behandelen dan een zwartwerker die willens en wetens zijn kopie niet heeft ingeleverd.’ Als dat zo zou zijn, biedt dat weer kansen voor de zwartwerker: die beroept zich gewoon op gewetensbezwaren. Voor wie verder kwaad wil: in Den Haag zijn deugdelijke valse paspoorten te koop voor tweeduizend gulden per stuk.
Hoe ver zal justitie uiteindelijk moeten of willen gaan in de strijd tegenr het onuitroeibare kwaad? Arno van Deurzen voorziet dat het CDA-kamerlid De Hoop Scheffer zijn zin zal krijgen met een algehele identificatieplicht: ‘Alle bestanden gekoppeld. Alles geregistreerd. Het is één stap verder richting Big Brother, waarbij kantoormedewerkers elke deur moeten openen met een pasje, zodat de werkgever van minuut tot minuut weet waar je bent. En waar het eindigt, weet je nooit.’
Misschien in de bak? David Barnouw, geconfronteerd met de vijfentwintigduizend gulden boete en vier jaar gevangenisstraf: ‘Ik laat me daardoor niet afschrikken. Een tijdje in de gevangenis lijkt me heerlijk: geen telefoontjes en veel boeken.’