In de loop van 2005 besloot Buro Jansen & Janssen onderzoek te doen naar uitvoering van de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht. Dit besluit was mede een gevolg van de stroom verhalen die sinds 1 januari 2005, de dag dat de wet in werking trad, op gang was gekomen. We besloten vooral verhalen te verzamelen, zowel actief als passief. In een jaar tijd hebben wij honderden (op dit moment rond de 350) ervaringen gedocumenteerd. Deze ervaringen lopen uiteen, van mensen die ons een email sturen met een kort verhaal dat ze gecontroleerd zijn, tot uitgebreide telefoon en email uitwisseling. Ook zijn wij op pad gegaan om dak-, en thuislozen en druggebruikers te vragen naar hun ervaringen. De verhalen in deze krant zijn exemplarisch voor de ervaringen van deze en vele andere mensen. Wij pretenderen geen wetenschappelijk onderzoek te hebben uitgevoerd. De verzamelde getuigenissen zijn dan ook geen echte steekproef.
De verhalen laten bij ons een indruk achter dat de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren willekeurig controleren op de identiteit van inwoners van Nederland. Om hier zicht op te krijgen is aan Groenlinks en SP gevraagd vragen te stellen in de gemeenteraden in Nederland. Dit is gebeurd in een tiental gemeenteraden (ongeveer 20). Erg veel zicht op de uitvoering en toepassing van de wet werd niet verkregen. In een poging de onderste steen boven te krijgen is besloten met behulp van de Wet Openbaarheid van Bestuur (de WOB) bij 25 politieregio’s en de bijbehorende parketten alles met betrekking tot de toepassing en uitvoering van de wet op te vragen. Dit leverde veel statistieken, ambtelijke stukken, stroomschema’s en interne notities op. Op dit moment loopt het bezwaar in de WOB procedure. Voor een volledig overzicht van de stukken zie www.identificatieplicht.nl.