Dupont op justitie en veiligheid
Wij deden het al. Een reactie op het NOS-artikel van 8 maart 2018 waarin de KNMV oproept het woord motorclubs niet meer te gebruiken voor ‘motorbendes’. Maar wij vinden het nodig er toch nog eens iets over te zeggen. Los van de uitspraak over ‘motorbendes’, wat de voorzitter van de KNMV, Patrick Assendelft, doet in plaats van de rechter.
‘Maar “criminelen die zich toevallig voortbewegen op een motorfiets” hebben volgens Assendelft niets te maken met de tienduizenden leden die de KNMV vertegenwoordigt.’, en het is eigenlijk dit zinnetje dat pijn doet. Pijn, omdat het een schandalige ontkenning is van wat er aan de hand is. In Nederland is er een grote motorscene van veelal Amerikaanse motorfietsen. Een motorscene met eigen tijdschriften, motorzaken, kleding, evenementen, feesten, bijeenkomsten, clubs en clubhuizen.
Wij schreven al in het artikel ‘Het begon met het verbieden van motorclubs,…..’ hoe de Outlaws MC al werd opgericht in 1935, de Hells Angels in 1948, de Mongols in 1960 en de Blue Angels in 1963. Deze clubs zetten een hele wereld neer van bikers, toertochten en een levenswijze.
Hoe ging dat in Nederland? Er waren in tal van steden Harley-dagen. Veel bezocht, gezellig en nooit waren er incidenten. Bijna alle clubs, en dat waren er nogal wat, hadden hun eigen clubhuis. Met heel veel moeite bij elkaar gespaard door de leden, verbouwd en ingericht. De clubhuizen werden een middelpunt van bijeenkomsten, feesten, barbecues, verjaardagen familie-uitjes en vertrekpunten van toerritten naar binnen- en buitenland.
Motorclubs werden opgericht door tal van bijzondere groepen. Zo was er natuurlijk de Trailer Trash die bestond uit voornamelijk woonwagenbewoners, er was Satudarah opgericht door Zuid-Molukkers, er waren clubs tegen kindermisbruik (Bikers Against Child Abuse), en Bikers for Christ. Er waren zelfs gedecoreerde veteranen die hadden deelgenomen aan tal van militaire missies in het buitenland, Veterans MC.
Maar wat gebeurde er? Clubhuizen werden gesloten door burgemeesters, Harley-dagen werden verboden, vergunningen werden geweigerd en clubs werden belasterd. De burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen, weigerde zelfs de Veterans MC deel te laten nemen aan het veteranendefilé op hun eigen officiële Nationale Veteranendag. Dezelfde burgemeester spreekt als burgervader van Amsterdam wel met aanstaande salafisten. In NRC.nl van 22 februari 2018 zegt hij dat hij jongeren die in aanraking komen met het salafisme de hand wil reiken. En dat is heel mooi van Jozias. De motorrijder krijgt geen handreiking, maar een middelvinger.
We hebben even een paar Harley-dagen op een rijtje gezet die nooit problemen kenden, maar ondertussen wel verboden zijn. De Harleydag in Arnhem op 2011 werd verboden wegens ‘de dreiging van een veldslag tussen motorclubs’, in Nijmegen in 2001 werd de Harley-dag ook verboden wegens een politietekort, de Harleydag in Annen mocht geen logo’s van motorclubs meer hebben, de Harleydag in Breda ging om verschillende redenen niet door, In Rotterdam werd de Harleydag van de Goodfellas afgezegd in 2016 in verband met de dreiging van een veldslag, in Valkenswaard werd het ook afgezegd in 2014 wegens de dreiging van een veldslag, in Haarlem ging het in 2014 niet door, in Apeldoorn ook niet in 2014, in Tilburg werd het verboden in 2011, in Helmond in 2014. We hebben het dan nog niet eens over tal van andere motorevenementen die niet door mochten gaan. Streetparties, samenkomsten, feesten enzovoort.
Dus ja, waar heeft meneer Assendelft van de KNMV het over? Er is een grote enthousiaste motorscene in Nederland die de nek om wordt gedraaid, terwijl er op al die evenementen nooit problemen zijn geweest. De politie zegt dat er een spanning is tussen verschillende motorclubs, de media staan paraat om zoiets kleurrijks in kaart te brengen, de politici duiken erop in verkiezingstijd, de politie voelt zich gesterkt en komt met allerlei weinig waarheidsgetrouwe rapportages en zo gaat de zaak rollen.
Motorrijders worden te pas en te onpas aangehouden, ze worden geregistreerd, ze worden in horeca geweigerd, ze verliezen hun baan, hun zaak, hun legale inkomsten, hun toekomst. Een hele wereld, een subcultuur, wordt de nek omgedraaid. En wat zegt de KNMV? Criminelen die toevallig een motor hebben? De clubs waarvan hij wil dat ze OMG worden genoemd, leven helemaal rondom die motorfiets, en organiseren ritten naar verre oorden in het buitenland, zogenaamde run’s. De motor is geen excuus, maar een voorwaarde voor de clubs waar hij het over heeft.
Op 27 maart 2016 schreef Dupont in zijn blog ‘Branche-organisaties’ hoe de RAI en de KNMV als branche-organisaties feitelijk de commerciële belangen van de motorbranche op het oog hebben. U weet nu dus wie meneer Assendelft is. Het gaat niet om motorrijders of motorclubs. Nee, het gaat om de verkoop van motorfietsen en meneer Assendelft behartigt de belangen van de grote merken. Niet van de motorrijder. En daarom draagt hij graag bij aan de stigmatisering en rechteloosheid van een groep motorrijders in plaats van hun belangen te behartigen.