Vanwege zijn betrokkenheid bij netwerken die in Nederland protestacties organiseren uit steun voor onderdrukte Marokkanen in het land van herkomst, werd ‘Daan’ diverse keren door de AIVD benaderd. Op een manier die door hem als intimiderend werd ervaren.
Net als in andere landen in de regio raakten begin 2011 burgers in Marokko in de ban van wat de Arabische lente wordt genoemd. Sinds de eerste grote demonstratie op 20 februari 2011 in Rabat gingen regelmatig een paar duizend mensen de straat op. Deze ’20 februari-beweging’ streefde naar vrijheid en rechtvaardigheid. Ook in Nederland werden destijds hier en daar demonstraties georganiseerd uit solidariteit met de beweging in Marokko. Daan was erbij.
‘Daan’ is een maatschappelijk betrokken man van Marokkaanse afkomst en woonachtig in Nederland. Hij geeft een stem aan mensen die moeilijk gehoord worden en neemt deel aan manifestaties en demonstraties tegen onrecht. De politieke ontwikkelingen in Marokko volgt hij nauwgezet. Er gebeurt daar van alles wat het oog niet mag zien en het oor niet mag horen. De AIVD heeft hem inmiddels diverse keren benaderd voor het verschaffen van informatie. Daan begrijpt niet waarom.
benadering om 20 februari-beweging
Het was midden in de zomer van 2011 dat Daan gebeld werd op zijn werk. De vrouw aan de lijn noemde zichzelf Najat. Ze kende zijn voor- en achternaam en zei dat ze bij de politie werkzaam was. Ze wilde met hem praten: “Het gaat niet over jou, er is niets ernstigs.” Daan herinnert zich dat het geen open vraag was. Hij moest direct zijn werk verlaten en zich begeven naar een café aan de overkant van de straat.
Daar trof hij twee personen aan, Najat en een man zonder naam. Najat legde hem nu uit dat ze van de inlichtingendienst waren. De anonieme man stelde zich niet voor en zat er bij als een soort van bodyguard; hij was voor Daan de belichaming van de intimidatiemethode van de AIVD. Daan voelde zich zeer ongemakkelijk. Najat vertelde dat hij als de “extra oren en ogen” van de inlichtingendienst moest gaan fungeren. Daan kende de Marokkaanse gemeenschap goed en kon informatie verschaffen die voor de geheime dienst van belang was.
Wat het nut van deze inlichtingen was, bleef tijdens het veertig minuten durende gesprek mistig. Het ging namelijk niet over mensen die van terrorisme werden verdacht of andere criminele activiteiten. Waarover het dan wel ging, wilde Najat niet duidelijk benoemen.
Het ging volgens Najat over wat zich op dat moment in Nederland afspeelde. Daan zou in de gaten moeten houden wie wat en waar organiseerde en welke netwerken er werden gevormd. Gezien de netwerken waarin Daan zich in die periode begaf, kon het niet anders zijn dan dat ze doelde op de Nederlandse tak van de 20 februari-beweging. Daan weigerde beleefd maar kordaat zijn medewerking.
benadering om Rif protesten
Begin januari van dit jaar bevond Daan zich met griep thuis toen ‘s middags rond een uur of drie werd aangebeld. Er stonden twee onbekende personen voor de deur, een man en een vrouw. De vrouw groette Daan amicaal, alsof ze oude bekenden waren, wat de verwarring slechts groter maakte. Daan antwoordde gemeten met “hoi”. “Ik ben Tonnie”, zei de vrouw, terwijl ze haar portemonnee pakte en het pasje met foto en blauwe kroontje liet zien. “Ik ben van de AIVD”, vervolgde ze.
De man sprak hem niet aan, herkenning alom. “We willen graag met je praten”, klonk het gedecideerd. Daan vroeg waarover, maar daar kwam geen antwoord op. Enkel wanneer hij hen binnen zou laten of een afspraak met ze zou maken voor een gesprek, zouden ze het onderwerp benoemen en toelichten. Daan vroeg herhaaldelijk naar de aanleiding van hun bezoek. Uiteindelijk gaf Tonnie toe dat het geen persoonlijke benadering was, maar dat ze met hem wilden praten over een aantal ontwikkelingen die gaande zijn.
Daan zag overeenkomsten met het gesprek met Najat en haar anonieme kompaan in de zomer van 2011. Daan is thans wederom bekend met de Nederlandse tak van de volksbeweging in het Rif-gebied in het noorden van Marokko die (opnieuw) oproept tot vrijheid en rechtvaardigheid. In Marokko is momenteel een grootschalige onderdrukking gaande van deze beweging, waarvan meer dan 400 mensen zijn gearresteerd en verdacht worden van oproepen tot een verboden demonstratie.
Daan werd boos over de onbeschofte en intimiderende AIVD-benadering. “Als de overheid informatie wil van mensen uit de Marokkaanse gemeenschap, kunnen ze gewoon een brief sturen met een uitnodiging waar iemand rustig in zijn eigen tijd op kan reageren. Dit hebben jullie een paar jaar geleden ook gedaan en is helemaal niet nodig. Zo ga je niet met burgers om.”
“Hoe komen jullie eigenlijk aan mijn adres en waarom staan jullie zo dwingend bij mij op de stoep?”, wilde hij weten. Tonnie antwoordde dat ze Daan’s gegevens uit de BRP (Basisregistratie Personen) afkomstig zijn en beaamde dat ze wist van de eerdere benadering: “Daarvan zijn we op de hoogte.” De man achter haar stond er zwijgend en met een zelfde gelaatsuitdrukking bij, als een soort van robot. Daan schudde zijn hoofd: “Ik wil hier niets mee te maken hebben, ik vind dit onbeschoft.”
Tonnie bleef herhalen dat ze met Daan wilde praten en benadrukte de vertrouwelijkheid van het gesprek. Ze wilden het discreet houden. Er was niets wat Daan kon uitbrengen om tot ze door te dringen. Wat moest hij doen? De deur dicht gooien, schreeuwen, ze weg duwen? Waartoe waren deze AIVD’ers in staat? Daan voelde zich onveilig. Uiteindelijk gaf Tonnie haar visitekaartje met mobiel nummer en eindigde het gesprek met de woorden: “We bellen je wel een keer.” Het klonk als een waarschuwing waarna ze vertrokken.
Onder druk
Op zijn smartphone zag Daan dat hij eerder die dag gebeld was door hetzelfde nummer als op het visitekaartje. Ze hadden zijn 06-nummer klaarblijkelijk al in bezit. Plots herinnerde Daan zich dat een collega op zijn werk hem verteld had dat er iemand voor hem langs gekomen was, terwijl er geen afspraken vast stonden. Na een telefonisch onderhoud met zijn collega werd het duidelijk dat het dezelfde persoon betrof als die bij hem zojuist voor de deur had gestaan.
Tonnie was al op zijn werk langs geweest om informatie te vergaren. Daan werd misselijk van wat hij ervoer als bedreiging en mishandeling.
Een paar weken later, halverwege januari, belde Tonnie inderdaad op, maar Daan nam niet op. Hetzelfde herhaalde zich eind januari. Tonnie belde opnieuw op. Later die dag werd er bij hem thuis aangebeld. Daan liep naar het raam om te kijken wie er voor de deur stond maar zag niemand. Vertwijfeld deed hij de deur open en zag verderop Tonnie en haar partner de straat oversteken en in een auto stappen.
Die avond nam Daan contact op met Buro Jansen & Janssen. Daan wil niet met de AIVD praten, maar heeft het gevoel geen keus te hebben. Ze blijven aandringen, duwen en poken en zijn erg naargeestig. In 2011 had Daan ook al contact opgenomen met Buro Jansen & Janssen maar wilde destijds niets doen met zijn verhaal. Hij had Najat en haar AIVD tijdens dat gesprek afgepoeierd en vond het wel goed zo. Maar ditmaal voelt het anders.
Daan is woedend over de intimidatiepraktijken van de AIVD. “Wat hebben zij tegen mensen die gebruik maken van hun recht en betrokken zijn bij negatieve kwesties die zich in de wereld afspelen? Het gaat hier om mijn vrijheid van meningsuiting en vrijheid om mensen te ondersteunen die zich bewegen in een repressief regime zoals dat van Marokko. Mag dat niet in Nederland?”, vraagt hij zich af. “Mag je niet maatschappelijk betrokken zijn en boos zijn over wat er gebeurt in het land van herkomst?”
Daan, een gefingeerde voornaam, wenst anoniem te blijven en wil ook niet dat zijn woonplaats bekend wordt om eventuele repercussies te vermijden, zowel hier als in Marokko. Buro Jansen & Janssen is in het bezit van opnames, het telefoonnummer dat door de AIVD aan Daan is gegeven en de gegevens van de auto die Tonnie en haar collega gebruikten.
Interesse AIVD voor Marokkaanse solidariteitsnetwerken (pdf)
Gehele Observant #71 Niet Transparante Overheid en Wetenschap (pdf)