Samen met het Autonoom Centrum zijn in de jaren negentig diverse artikelen gepubliceerd over de Koppelingswet.
De laatste jaren is het Nederlands vreemdelingenbeleid aan alle kanten aangescherpt. Strengere normen voor gezinshereniging, ‘gate-checks’ bij Schiphol, mobiel vreemdelingentoezicht aan de grenzen, ‘beperkte’ identificatieplicht, slechts een paar voorbeelden van maatregelen die tot doel hebben asielzoekers en migranten te ‘ontmoedigen’ naar Nederland te komen. Binnenkort wordt in de Tweede Kamer een volgende stap genomen in de afsluiting van Nederland: de Koppelingswet.
Het ‘recht’ op bijna alle voorzieningen wordt direct gekoppeld aan de verblijfsstatus. Door middel van het koppelen van alle overheidsbestanden met die van de vreemdelingenpolitie wil de regering de controle op buitenlanders aanscherpen. Ambtenaren zullen als verlengstuk van de vreemdelingenpolitie de controles moeten uitvoeren. Zwarte en gekleurde mensen, mensen met een ‘vreemde’ naam zullen hierdoor veel vaker gecontroleerd gaan worden.
In principe gaan de controles plaatsvinden bij alle voorzieningen, zowel van de rijksoverheid, van de gemeente als van volksverzekeringen en werknemersorganisaties. De Koppelingswet sluit alle mensen die geen ‘perfecte’ verblijfsvergunning hebben, uit van het recht op die voorzieningen. Niet alleen migranten zonder verblijfsvergunning, ook mensen die nog in procedure zitten, gedoogd worden of onuitzetbaar zijn.