• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Aanpak van de cocainesmokkel vanuit Latijns-Amerika

    In aansluiting hierop en gelet op de conclusies,van het rapport ever georganiseerde criminaliteit over 1995 en het belang van de samenwerking met de Latijns Amerikaanse regio, stelt het Nederlands voorzitterschap voor binnen de werkgroep Drugs and Organized Crime aandacht te besteden aan een tweede belangrijke dreiging waar het de smokkel van verdovende middelen betreft, de cocainesmokkel vanuit Latijns-Amerika.

    Situatieschets

    De smokkel van cocaine vanuit Latijns-Amerika is in handen van een klein aantal Latijns Amerikaanse organisaties uit met name Colombia. Venezuela, Panama, Argentinië, Ecuador en Suriname worden door EDU/Europol in het rapport “European Union Situation Report on Drug production and trafficking” genoemd als belangrijke doorvoerlanden voor de smokkel van cocaine vanuit Latijns-Amerika naar Noord-Amerika en Europa. Daarnaast speelt het Caribisch gebied onder andere als gevolg van zijn geografische ligging tussen de produktieregio, Latijns-Amerika en de consumptiemarkten Noord-Amerika en Europa een belangrijke rol als doorvoerregio.

    Smokkel van cocaine door Latijns-Amerikaanse organisaties vindt plaats via een groot aantal verschillende zee- en luchthavens, zowel in de lidstaten van de Europese Unie als in de landen van Midden- en Oost-Europa. Criminele netwerken maken in de landen van Midden- en Oost-Europa gebruik van het gebrek aan technische controleapparatuur op de luchthavens en in zijn algemeenheid, het ontbreken van adequate wetgeving en goed opgeleid personeel van opsporingsdiensten.

    Europa wordt door de Latijns-Amerikaanse organisaties die zich bezighouden met de smokkel van cocaine beschouwd als een markt. De plaats waar de smokkelwaar Europa wordt binnengebracht is voor deze organisaties sterk afhankelijk van de mogelijkheden op een bepaald moment. Dit is onder andere af te leiden uit de verscheidenheid aan lidstaten van de Europese Unie waar grote hoeveelheden cocaine in beslag wordt genomen en uit de aanvoerroutes. Land van bestemming en modus operandi lijken te verschuiven al naar gelang de mogelijkheden voor smokkel zich voordoen. Bestemmingen van smokkelwaar wijzigen veelal nog tijdens de reis. Dit, en het gegeven dat de aanvoer in handen is van een relatief klein aantal Latijns-Amerikaanse organisaties leidt ertoe dat organisaties in meerdere landen tegelijk actief zijn. Uit het bovenstaande is op te maken dat deze, organisaties een zeer flexibel karakter hebben, waardoor talloze mogelijkheden bestaan voor de smokkel van cocaine naar de EU. Het is als gevolg van deze Pan-Europese strategie niet efficiënt om opsporingsinspanningen te concentreren op een beperkt aantal punten van aanvoer.

    Het is van het grootste belang binnen de EU eenzelfde strategie te ontwikkelen op het gebied van de controle en de opsporing van ladingen die cocaine bevatten en vooral de opsporing van netwerken die zich met smokkel bezighouden. Het verkrijgen en vooral het voortdurend vergroten van het strategisch inzicht in de werkwijze van genoemde criminele netwerken en de gebruikte smokkelroutes is daarbij essentieel.

    Overigens zou mede gezien de constatering uit het rapport over georganiseerde criminaliteit dat groepen die zich bezig houden met drughandel vaak ook andere criminele activiteiten ontplooien, de aandacht niet beperkt moeten blijven tot cocainesmokkel alleen. Bij het bepalen van een strategie zou eveneens de bestrijding van aanverwante criminele activiteiten van Latijns- Amerikaanse organisaties zoals witwassen en mensensmokkel moeten worden meegenomen.

    Hiervoor is al opgemerkt dat de smokkel van cocaine door Latijns-Amerikaans organisaties zowel via de grote Europese zeehavens als via de Europese luchthavens plaatsvindt. De controle door de Europese douanediensten aan de buitengrenzen van de Europese Unie is dan ook van groot belang. Hier ligt een belangrijk raakvlak met het actiepunt inzake de buitengrensstrategie van de drugsactiepuntenlijst van de Europese Raad van Madrid. (cordrogue 49 rev 1 actiepunt 18 e.v.) De versterking van de buitengrenzen is mede van belang om de bestrijding van smokkel van cocaine door Latijns-Amerikaanse organisaties te intensiveren. Deze versterking vindt zowel plaats door de individuele lidstaten als door een betere samenwerking van de gezamenlijke lidstaten. Risico-analyse bijvoorbeeld op basis van ladingbescheiden, is een van de manieren om de versterking van de buitengrenzen gestalte te geven. Op die manier kunnen risicovolle transporten voordat zij bij de buitengrens arriveren, worden onderscheiden en kan controlecapaciteit worden ingepland en ingezet. De informatie die beschikbaar komt door analyse van de cocainesmokkel door Latijns- Amerikaanse landen kan dienen ter versterking van de uit te voeren dreigingsanalyse en de analyse van ladingsbescheiden door de douane. Daarnaast kan de informatie die beschikbaar is inzake aangehouden drugskoeriers worden ingebracht.

    Ontwikkelingen in het opsporingsbeleid

    In diverse Europese landen wordt reeds gewerkt aan het optimaliseren en vooral beter structureren van de aanpak van de Latijns-Amerikaanse criminele organisaties. Het gaat daarbij vooral om een aanpak op landelijk niveau waarbij verbeterde mogelijkheden voor opsporing, informatievergaring en samenwerking tussen de diverse opsporingsdiensten worden onderzocht.

    Een eerste aanzet tot gestructureerde samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie bij de bestrijding van cocainesmokkel vanuit Latijns-Amerika werd gegeven met de Europolconferentie over de aanpak van georganiseerde criminaliteit vanuit Zuid-Amerika die in april 1995 in Den Haag werd gehouden. Geconcludeerde werd dat de samenwerking tussen Europese lidstaten niet beperkt dient te blijven tot het uitwisselen van informatie. Wanneer gestreefd wordt naar structureel resultaat ten aanzien van deze problematiek zal ook op het operationele en het beleidsmatige vlak dienen te worden samengewerkt. Mede om die reden pleit het rapport van EDU/Europol inzake de betrokkenheid van Turkse handelaren bij drugsmokkel in de EU, voor gebruikmaking van de uitkomsten van inventarisaties en studies in lidstaten bij het selecteren van de belangrijkste criminele organisaties, het laten verrichten van internationale onderzoeken door multidisciplinaire teams van de lidstaten, gebruikmaking van de liaison-officers bij EDU/Europol en de liaison-officers van de lidstaten in de betreffende regio en het regelmatig uitwisselen van informatie met de autoriteiten ter plaatse.

    Het vergroten van het inzicht in de Zuidamerikaanse netwerken door het uitwisselen van de in de diverse lidstaten beschikbare strategische informatie kan hiertoe een eerste aanzet zijn. Door EDU/Europol kan onder Nederlands voorzitterschap in samenwerking met experts uit de lidstaten een dreigingsanalyse worden opgesteld.

    Het is daarom van belang dat deskundigen op dit terrein bijeenkomen. Het Nederlandse voorzitterschap neemt zich voor hiervoor experts van politie en douane uit te nodigen die zich op nationaal niveau bezighouden met de combinatie van strategisch en operationeel beleid.

    Tijdens deze bijeenkomst kan een eerste aanzet worden gegeven voor het ontwikkelen van een dreigingsanalyse voor de Europese Unie met betrekking tot de cocainesmokkel vanuit Latijns-Amerika en aanverwante criminele activiteiten van Latijns-Amerikaanse organisaties. Het doel daarvan is het verkrijgen van inzicht in de situatie in Latijns-Amerika en de verbanden met de EU en het verbeteren van de samenwerking tussen de EU lidstaten onderling. Daarbij zal] zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de bij EDU/Europol en de WDO op dit terrein beschikbare expertise. Deze dreigingsanalyse zou moeten resulteren in aanbevelingen voor een Europese aanpak van de problematiek en het aan de hand hiervan op elkaar afstemmen van operationele activiteiten tussen de lidstaten van de Europese Unie.

    Samengevat leidt dit tot de volgende conclusies:

    1 Op initiatief van de werkgroep Drugs and Organized Crime zal EDU/Europol in samenwerking met experts uit de verschillende lidstaten een strategische analyse opstellen van de dreiging van Latijns-Amerikaanse georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder de smokkel van cocaine, voor de Europese Unie.

    2) Bij het opstellen van het dreigingsbeeld zal mede gebruik gemaakt worden van bestaande analyses, zoals het rapport over de georganiseerde criminaliteit in de EU over 1995 en het “European Union Situation Report on Drug production and trafficking” zoals opgesteld door EDU/Europol. Waar nodig zal samenwerking worden gezocht met organisaties of diensten die over relevante informatie beschikken. Daarnaast zal rekening worden gehouden met de conclusies en aanbevelingen uit het rapport van de expert-missie naar Latijns-Amerika.

    3) De liaison-officers die door de lidstaten zijn gestationeerd in Latijns-Amerika zullen nauw bij de werkzaamheden van de werkgroep op dit terrein worden betrokken. Een en ander in aansluiting op het Gemeenschappelijk Optreden inzake liaison-officers.

    4) De conclusies en aanbevelingen worden neergelegd in een rapport dat door EDU in samenwerking met experts uit de lidstaten zal worden voorbereid. Dit rapport wordt voorgelegd aan de werkgroep Drugs and Organized Crime en de Groep Douanesamenwerking. Gestreefd zal worden naar het up to date houden van de door de expertgroep opgedane ervaring zo mogelijk in de vorm van een permanent platform of netwerk van op dit terrein gespecialiseerde praktijkfunctionarissen.

    5) Op basis van de dreigingsanalyse zal eerst stappenplan worden opgesteld om te komen tot het op elkaar afstemmen van beleid op het terrein van de aanpak van georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder de smokkel van cocaine vanuit Latijns-Amerika, binnen de Europese Unie en tot het op elkaar af stemmen van operationele activiteiten