1) DOELSTELLING
Nadere voorzieningen treffen om de politiële samenwerking te verzekeren bij gebeurtenissen waarbij grote aantallen mensen uit meerdere lidstaten zich verzamelen en het politieoptreden primair gericht is op de handhaving van de openbare orde en veiligheid en het voorkomen van strafbare feiten.
2) MAATREGEL VAN DE UNIE
Gemeenschappelijk Optreden 97/339/JBZ van 26 mei 1997 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie met betrekking tot de samenwerking op het terrein van de openbare orde en veiligheid.
3) INHOUD
1. Lidstaten verstrekken gevraagd en ongevraagd – door tussenkomst van de centrale instanties – aan de desbetreffende lidstaten informatie indien zich groepen van enige omvang, die de openbare orde en veiligheid kunnen bedreigen, naar andere lidstaten verplaatsen om aldaar aan manifestaties deel te nemen. De informatie wordt in een zo vroeg mogelijk stadium verstrekt aan alle betrokken lidstaten ongeacht of zij aan elkaar grenzen, met inbegrip van lidstaten die als transitland worden gebruikt.
2. De informatie dient zo uitvoerig mogelijke gegevens te bevatten met betrekking tot:
de betrokken groep
te gebruiken routes en verblijfplaatsen
middelen van vervoer
overige relevante informatie
betrouwbaarheid van de informatie
De te verschaffen informatie wordt met inachtneming van de nationale wetgeving verstrekt.
3. Lidstaten kunnen tijdelijk liaisonofficieren zenden naar andere lidstaten die daarom vragen. De liaisonofficieren vervullen een adviserende en assisterende taak. Zij oefenen geen bevoegdheden uit en zijn ongewapend. Zij verstrekken inlichtingen en voeren hun opdrachten uit in het kader van de instructies die hun zijn gegeven door de lidstaat waaruit zij afkomstig zijn en in overeenstemming met de richtlijnen van de lidstaat waar zij zijn gedetacheerd. De ontvangende lidstaat zorgt voor de bescherming van de liaisonofficieren.
De bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat bepalen de activiteiten van de liaisonofficieren. De liaisonofficieren moeten de richtlijnen van de bevoegde autoriteiten opvolgen.
4. Teneinde de samenwerking tussen de lidstaten op het niveau van de bevoegde centrale instanties te bevorderen, worden de volgende voorzieningen getroffen:
elk voorjaar organiseert het voorzitterschap een bijeenkomst voor de hoofden van de centrale instanties voor openbare orde en veiligheid. De hoofden bespreken alsdan onderwerpen van gemeenschappelijk belang;
de gegevens omtrent deze centrale instanties worden elk voorjaar geactualiseerd door tussenkomst van het voorzitterschap. De centrale instanties brengen elkaar op de hoogte van tussentijdse wijzigingen;
met het oog op het verbeteren van de kennis van elkaars organisatie bevorderen de hoofden van de centrale instanties het houden van oefeningen en uitwisselingen en stages voor hun personeel.
4) EINDDATUM VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE WETGEVING IN DE LID-STATEN
5) DATUM VAN INWERKINGTREDING (indien verschillend van 4))
06.06.1997
6) REFERENTIES
Publicatieblad L 147, 05.06.1997
7) VERDERE WERKZAAMHEDEN8) UITVOERINGSMAATREGELEN