De onnavolgbare berichtgeving over het onderzoek naar de wet op de uitgebreide identificatieplicht
Op 2 oktober 2007 mailden wij een persbericht rond over ons onderzoek naar de praktijk van de wet op de uitgebreide identificatieplicht. Dezelfde dag stuurden wij aan ongeveer 500 redacties een aantal fysieke exemplaren van de krant die wij hebben samengesteld. De kop van het persbericht luidde ‘Ruim 40.000 identiteitscontroles in 2005 en 2006 in Nederland’. Misschien enigszins populistisch geformuleerd, maar het dekte wel de lading van ons onderzoek. Niet één van 25 miljoen enquêtes op het internet per jaar, maar gedegen onderzoek waarbij met behulp van de wet openbaarheid van bestuur stukken van 25 politieregio’s, even zovele parketten, ministeries, Colleges van Burgemeesters en Wethouders en gemeenteraden zijn opgevraagd. In totaal tien ordners vol en 500 verhalen van slachtoffers van de wet zijn de basis van het onderzoek.
Een gepikeerde leraar maatschappijleer uit Gouda vond dat de krant eenzijdig was, dat voorstanders niet aan het woord kwamen. In zijn klas was niemand zomaar gecontroleerd en de burgers vonden de wet toch goed. Toegegeven in de krant komen geen voorstanders aan het woord en er is geen enquête gedaan onder de Nederlandse bevolking. Fred Teeven, kamerlid van de VVD, is maanden van tevoren gevraagd een column te schrijven, maar blijkbaar zijn oneliners in de media makkelijker dan een gefundeerd stuk over de noodzaak van de wet. De deadline van de krant is zelfs opgeschoven om de heer Teeven, die had toegezegd een stuk te zullen schrijven, meer tijd te geven. Het mocht niet baten.
Daar lagen 100.000 kranten in het kantoor van Jansen & Janssen en onze inschatting was dat het persbericht toch enige roering zou geven. Identiteitscontroles, dat was toch niet de bedoeling van de wet geweest. Op 3 oktober 2007 bladerden we alle kranten door. Niets. Alleen de Telegraaf plaatste een artikel van 296 woorden op pagina 9. De krant van wakker Nederland nam de kop van ons persbericht over. Ondanks de plaats op pagina 9 verwachtten we toch dat Alexander Pechtold kamervragen zou gaan stellen. Per slot van rekening past het in de waan van de dag in de Kamer dat bij elk incident op het terrein van politie en justitie er kamervragen worden gesteld. Niets. De media en de politiek gingen over tot de orde van de dag. Vanaf 4 oktober 2007 was het stil. De krant over de identificatieplicht zorgde nog niet eens voor een golfje in de hofvijver, geen rimpeling.
Wat deden we verkeerd vroegen we ons af? Hadden we de 100.000 krant op het Plein voor de Tweede Kamer moeten stortten om aandacht te krijgen? We wisten het niet. Uit het hele land druppelden wel de reacties van burgers binnen. Iedereen was enthousiast en wilde kranten bestellen voor de verspreiding onder familie, vrienden en collega’s. In zeer korte tijd was de stapel van 100.000 geslonken tot een klein stapeltje van 4.000.
Twee weken na de presentatie van de krant werden we gebeld door het radio 1 journaal. Het persbericht was ontvangen en men wilde er wel aandacht aan besteden. Probleem was dat er geen kamervragen waren gesteld waardoor het geen nieuws was. Daar hadden wij natuurlijk geen antwoord op. Geen nieuws omdat er geen kamervragen waren gesteld? Sinds wanneer wordt het nieuws door de politiek bepaald? Op het terrein van politie en justitie zijn enquêtes onder de Nederlandse bevolking heel gewoon. De resultaten worden uitgebreid op radio, televisie en in de krant uitgemeten. Op 6 januari 2005 presenteerde het TNS/NIPO haar cijfers over de wet op de uitgebreide identificatieplicht. Drie vragen waren aan 601 personen gesteld. Twee vragen gingen over het wel of niet op zak hebben van een identiteitsbewijs en de laatste van de drie vragen was ‘of men weet wat het doel van de identificatieplicht is.’ Ruim 80% van de respondenten, 480 mensen in het onderzoek, vonden de wet een goede maatregel. Dit nieuws werd uitgebreid in de media gepresenteerd. Drie vragen en 601 respondenten. TNS/NIPO is een bekend onderzoeksbureau, Buro Jansen & Janssen niet. Is dat de reden? Misschien is het bekend, maar is het ook betrouwbaar en gedegen. Op 23 november 2006 schrijft Cees Banning in NRC- Handelsblad: ‘Uit recent onderzoek van TNS NIPO in opdracht van RTL Nieuws blijkt dat de keuze voor een politieke partij vooral wordt bepaald door het partijprogramma (40 procent), ideologie (37 procent) en door het gegeven dat de partij opkomt voor de groep waartoe de kiezer behoort (29 procent). De lijsttrekker (28 procent) komt op een vierde plaats. In het onderzoek konden de ondervraagden meer dan één antwoord geven, de antwoorden tellen op tot 241 procent.’ Wij hebben geen statistici in huis, maar er is toch iets aan de hand met die 241 procent of zijn wij gewoon onwetende onderzoekers? Het radio 1 journaal zou er nog over nadenken, maar kamervragen bleven uit, dus geen nieuws.
Al willen wij wel dat ons gedegen onderzoek onder de aandacht wordt gebracht van het Nederlandse publiek, we gaan ons niet opdringen. De kranten waren verspreid en allerlei nieuwe onderzoeken zijn in gang gezet. Naar aanleiding van de krant stroomden nieuwe verhalen van slachtoffers binnen. Wij hebben de wet geëvalueerd, iets waar de overheid blijkbaar veel te bang voor is. Om ons onderzoek netjes af te ronden stuurden we de krant, het persbericht en het artikel ‘iets te verbergen’ mee met onze elektronische nieuwsbrief de observant van 3 december 2007. Op 4 december 2007 explodeerde de telefoon bij Buro Jansen & Janssen. Van Sallands Dagblad tot de Zeeuwse Courant, De Gelderlander, Dagblad Flevoland allemaal openden met schreeuwende koppen. ‘ID-plicht levert rijk miljoenen op’, ‘willekeur bij controle ID-kaart’ en ‘zorgen GroenLinks om identificatieplicht’. Lokale radio’s en televisie zenders besteedden aandacht aan de krant. Twee maanden na het verschijnen. Wat was er gebeurd? Een journalist van het Brabants Dagblad had het persbericht van 2 oktober 2007 wel gezien, maar het was op de redactie blijven liggen. De voorpagina van de Gelderlander ‘ID is melkkoe voor justitie’ haalde de trekker wel over. Een week lang werd ons onderzoek breed uitgemeten in de regionale media. Kamervragen bleven uit, ook van SP zijde. En dan is het geen nieuws voor de nationale media.
Het Ikon programma De Andere Wereld op zondag ochtend wilde in haar uitzending van 9 december 2007 aandacht besteden aan de uitvoering van de wet op de uitgebreide identificatieplicht en waren op zoek naar slachtoffers. We benaderden de 500 respondenten in ons onderzoek, maar niemand reageerde snel genoeg om deel te nemen aan de uitzending. We hoorden niets meer van de Ikon en veronderstelden dat het item uit de uitzending was geschrapt. Op 10 december 2007 stond wederom de telefoon roodgloeiend. Nu zowel de regionale als de landelijke media. Gerrit van de Kamp, voorzitter van de politievakbond ACP was in het programma De Andere Wereld geïnterviewd. Zijn uitspraak dat de ‘agent baalt van het uitdelen van kleine boetes’ was groot nieuws. De uitspraak van Gerrit van de Kamp was een reactie op het onderzoek van Buro Jansen & Janssen naar de uitvoering van de wet op de uitgebreide identificatieplicht. Opnieuw schreeuwende koppen ‘te veel boetes klein vergrijp’, ‘agenten balen van verplicht boetes uitdelen’ en ‘politie baalt van boetes – vakbond: bekeuren is meer doel dan middel geworden.’ De aanleiding van de aandacht voor ons onderzoek was nu duidelijk te herleiden tot een interview in het programma De Andere Wereld en het radio 1 journaal kon opgelucht ademhalen. Ronald van Raak van de SP zegde op 10 december 2007 toe kamervragen te gaan stellen.
De aanleiding was niet meer ons onderzoek naar de uitvoering van de wet. Het was het feit dat politieagenten balen van het uitdelen van boetes. Van Raak zegt in het AD: ‘Als agenten niet uit de voeten kunnen met de Wet op de Identificatieplicht, en het vervelend vinden dat ze alleen maar boetes mogen uitdelen, moet de wet worden aangepast.’ Twee weken lang hebben wij de media te woord gestaan over ons onderzoek. Alles uitgelegd, verwezen naar alle stukken die wij via de Wet Openbaarheid van Bestuur boven tafel hebben gekregen en op het internet geplaatst en aangegeven dat het belangrijkste punt toch echt is dat bij 40.000 van de 100.000 boetes er geen overtreding of strafbaar feit heeft plaatsgevonden. Zo moeilijk is het toch niet. De Telegraaf schrijft het al op 3 oktober 2007, ‘meer dan 40.000 legitimatieboetes; alleen door willekeurige id-controles in weerwil belofte kabinet.’ Dat is de essentie van onze conclusie. Niet de agenten balen, maar de slachtoffers balen. En blijkbaar vinden veel agenten het geen probleem om mensen op de bon te slingeren zonder dat er aanleiding daartoe is. Waarom wordt de heer van de Kamp dat dan niet gevraagd? In de prestatiecontracten van de politie staat per 1 januari 2007 niet langer een quotum voor het aantal bekeuringen. Waarom dan toch bekeuren als er geen overtreding of strafbaar feit is gepleegd? Waarom wordt iemand dan überhaupt staande gehouden? Het gaat hier niet om enkele procenten, maar om bijna de helft! Schrikt onze conclusie aan het eind van het artikel ‘iets te verbergen’ af? In dat artikel in de krant analyseren we de data die zijn verzameld. Wij concluderen: “De voorbeelden uit deze krant, maar ook de andere verhalen die wij hebben ontvangen, maken duidelijk dat willekeur wel degelijk op de loer ligt. En daar waar willekeur voorkomt staat de deur naar discriminatoir optreden open.”
Geen ongenuanceerde conclusie, maar wel een schokkende, want als de politie discriminatoir zou optreden dan is er iets grondigs mis met de rechtsstaat. Niet dat die conclusie gedeeld hoeft te worden. Wel zou je verwachten dat de roep om een evaluatie van de wet juist harder zou klinken. Dat de media daar meer op zouden duiken om politici aan de tand te voelen. Of is de reactie van het radio 1 journaal niet alleen een symptoom van het huidige mediaklimaat, maar exemplarisch. Het is geen nieuws omdat er geen kamervragen worden gesteld. Daar hebben wij niet van terug, maar wees gerust, Buro Jansen & Janssen zal geen enquêtes van drie vragen gaan houden. Wij blijven gedegen, langdurig en moeizaam onderzoek uitvoeren of de media en de politiek dat nu wel of niet begrijpen.