• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • De Telegraaf, Milieudefensie, en de oud papier-affaire.

    Ravage

    Lekker tekeer gaan tegen links Nederland, de Telegraaf kan het niet laten. Suggestief gepresenteerde feiten worden op onnavolgbare wijze aaneen geassocieerd tot een groot complot, of tot een geheel eigen interpretatie van de waarheid. De grote vraag is waar de krant het basismateriaal vandaan haalt voor deze creatieve hoogstandjes. Goede contacten bij politie en inlichtingendiensten voldoen niet altijd. De Telegraaf blijkt nòg een vaste leverancier van informatie te hebben. Die verzamelt zijn materiaal met behulp van infiltratie en oplichting. De Telegraaf voert een hetze tegen Milieudefensie. De timing is goed. Vorige week, vlak voor de geplande actie om ballonnen op te laten bij de luchthaven kopt de krant ‘BVD vreest terreur op Schiphol’. Campagneleider Wijnand Duyvendak -‘Een leven vol verzet’- is geen onbekende van politie en inlichtingendiensten, weet het ochtendblad. Als kraker en bij Onkruit ging hij geweld niet uit de weg. ‘Hij was de uitvinder van het onherkenbaar actievoeren’ zegt een anoniem opgevoerde inlichtingenman. Bivakmutsen, geheime groepjes, inbraken, en dat zit nu bij Milieudefensie! Belangrijkste troef van de Telegraaf is een oude lijst met mogelijke daders van RaRa-aanslagen. Wijnand Duyvendak staat hooggenoteerd op deze Makro Top-40, op nummer 4.
    Wijnands weerwoord, dat hij zich juist altijd tegen gewelddadige acties heeft verzet, mag niet baten. De toon is gezet. De politiefoto’s – afgebeeld naast die van RaRa-verdachte nummer 1. Ren‚ R. – maken meer indruk. Dat blijft hangen. En de Tweede Kamer zet vraagtekens bij de subsidie van Milieudefensie.

    Waar kwam die informatie vandaan?
    Wijnand Duyvendak is er aanvankelijk van overtuigd dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) er achter zit. Hij vertelt hoe de confrontatie met Martijn Koolhoven van de Telegraaf verliep. Halverwege een interview over de acties van Milieudefensie kwam er ineens een heel pak papier op tafel.
    Duyvendak: ‘Die journalist had veel meer informatie dan hij in zijn artikelen heeft gebruikt. Hij had allerlei interne stukken, maar het was nogal hapsnap door de jaren heen. Er zat een artikel bij dat ik voor Bluf! heb geschreven in 1985, over de rol van Heineken in Uruguay. Maar dat zat vastgeniet achter een brief van vakbondsleden onderling over die kwestie. Wie verzamelt zoiets nou? Een ander voorbeeld. Eind jaren tachtig ben ik een tijdje lid geweest van de adviesraad van het XminY Solidariteitsfonds. Daar had de Telegraaf notulen van. Dat kàn toch alleen maar van de BVD afkomstig zijn?’
    ‘Onzin,’ zegt Wil van der Schans van buro Jansen & Janssen, ‘waarom zou de BVD iemand in diskrediet willen brengen met notulen van XminY, een fonds dat subsidies verleent? Hooguit de timing van de artikelenreeks zou beïnvloed kunnen zijn. Maar de hapsnap-combinatie van stukken wijst in een heel andere richting. Die verzameling weerspiegelt de carrière van iemand die zich Marcel Knotter noemde. Hij infiltreerde de actiebeweging, en werkte voor het bedrijf Algemene Beveiligings Consultancy (ABC) van Peter Siebelt in Vinkeveen. Twee jaar geleden is hij ontmaskerd na een onderzoek van buro Jansen & Janssen.’
    ABC is opgericht halverwege de jaren tachtig, de tijd van de Rara-aanslagen en de Shell-acties. Nederlandse bedrijven met belangen in Zuid Afrika wilden weten wat hen te wachten stond. Het aanbieden van interne informatie of risico-analyses bleek een gat in de markt. Interviews uit de begintijd van ABC laten weinig aan duidelijkheid te wensen over. Discretie leek toen nog niet zo belangrijk. Tegen het Parool zei Siebelt in 1986: ‘Je hebt natuurlijk organisaties die door beleggingen in en contacten met bepaalde landen in de belangstelling staan van terroristische groepen. (..) Het kan ook zijn dat een bedrijf ten onrechte denkt gen risico te lopen, maar intussen staan ze er niet bij stil dat ze geld hebben geïnvesteerd in een omstreden project in Zuid- Afrika of Israël, om maar iets te noemen. Dan staan ze opeens wel op een lijst.’ Siebelt waarschuwde een half jaar later in een artikel over bedrijfsspionage in Het Parool voor kopietjes die in de prullenbak terecht komen. Hij kwam met het verhaal van ‘mensen, soms zelfs de directeur, die ‘s avonds in de containerbak van de concurrent kruipen om gegevens te pakken te krijgen.’
    Twee jaar geleden werd duidelijk dat Siebelt hier de werkmethoden van zijn eigen bedrijf beschreef. Bij meer dan dertig actiegroepen en Derde-Wereldorganisaties werd het oud papier jarenlang opgehaald door ene Marcel Knotter, zogenaamd voor een school in Amsterdam. In werkelijkheid bracht hij de dozen met originelen van faxen, foute fotokopieën en afgekeurde uitdraaien naar het kantoor van ABC in Vinkeveen. Marcel Knotter bleek in werkelijkheid Paul Oosterbeek te heten. Hij ging op gezette tijden langs bij onderzoeksorganisaties die zich bezighielden met het internationale bedrijfsleven zoals Somo, Transnational Institute en het Oecumenisch Studiecentrum Osaci (nu Oikos). Ook Kairos (Christenen tegen Apartheid) en Pax Christi in Utrecht, en het XminY Solidariteitsfonds behoorden tot zijn klantenkring.
    Wil van der Schans was zelf betrokken bij het onderzoek naar de infiltrant: ‘De eerste keer dat Paul Oosterbeek opdook in linkse kringen was in 1985, bij een vergadering van de solidariteitsgroep Uruguay. Het onderwerp was Heineken. Na een staking bij de brouwerij in Uruguay had Heineken iedereen ontslagen. De solidariteitsgroep wilde die mensen ondersteunen en probeerde de vakbond in Nederland er bij te betrekken. Correspondentie daarover is op die bewuste vergadering uitgedeeld, ook aan Paul Oosterbeek. Omdat de solidariteitsgroep hem intuïtief niet vertrouwde, is daarna nooit meer een vergadering aangekondigd in Bluf! Dat die vakbondscorrespondentie nu weer opduikt, bevestigt het vermoeden dat Paul Oosterbeek vanaf het allereerste moment met voorbedachte rade bijeenkomsten bezocht.’

    Ook als infiltrant heeft Paul Oosterbeek zijn sporen verdiend. Hij werkte als vrijwilliger bij Osaci en breidde vandaaruit zijn netwerk uit. Niemand kwam ooit zijn echte naam of zijn adres te weten. Wantrouwen werd weggenomen omdat hij genoegen nam met rotklussen. Als computerdeskundige automatiseerde hij het ledenbestand en kreeg hij inzage in archieven. Hij wist zich van bovenaf te parachuteren bij het Shipping Research Bureau, waar geen journalist of actievoerder ooit rechtstreeks op bezoek kon gaan. Vanwege het gevoelige onderzoek naar illegale olietransporten bleef de locatie van het kantoor met grote geheimhouding omkleed. Niet voor Paul Oosterbeek.
    ‘De hoeveelheid informatie die zo bij ABC terechtkwam is enorm,’ zegt Wil van der Schans van buro Jansen & Janssen, ‘Toch was de schade voor de betrokken organisaties moeilijk in te schatten. Wie niet direct met een informatielek geconfronteerd was, probeerde het belang van de ontmaskering van Paul Oosterbeek te bagatellisen. Dat is te begrijpen omdat bijna nooit onmiddellijk duidelijk is wat er met de informatie gebeurt.’
    Een goed voorbeeld daarvan is de brief van Wijnand Duyvendak aan van de internationale milieu-actiegroep A Seed, die in het pakketje van de Telegraaf-journalist zat. Duyvendak schreef de ongeveer zestig leden van A Seed in 1993 aan, met de vraag of ze wilden meedoen aan een actie van Milieudefensie. A Seed is gevestigd in Archipel, een verzamelgebouw aan de Amsterdamse Minahassastraat waar meerdere organisaties kantoor houden (onder andere het Nicaragua Comité, de FNV-jongeren en de stichting Verbiedt de Kruisraketten). Paul Oosterbeek had toegang tot de opslagplaats van oud papier van de Minahassastraat.
    Van der Schans: ‘Een infiltrant is niet nodig, A Seed merkt niets van de diefstal en de brief komt terecht in het ABC-dossier over Wijnand Duyvendak. En als de tijd rijp is in de Telegraaf.’

    De Telegraaf maakte al vaker gebruik van informatie afkomstig van ABC. Met name ‘onze speciale verslaggever’ Joost de Haas weet wel weg met de dossiers van Siebelt. Waar nodig combineert hij zijn gegevens met de bronnen van verslaggever John van den Heuvel, diens voormalige collega’s bij de Haagse politie.
    De waarnemersdelegatie van Parlementariërs tegen Apartheid (Awepaa), die de verkiezingen in Zuid Afrika ging volgen, werd in het voorjaar van 1994 door de Telegraaf valselijk beschuldigd van misbruik van subsidies. Blijkens een hetze-achtig artikel beschikte de krant over correspondentie tussen Awepaa-president Jan Nico Scholten en Livi, directeur van de afdeling Ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie.
    Awepaa was in hetzelfde gebouw gehuisvest als het Shipping Research Bureau. Na dit incident kwam er een ander sleutelbeleid en een papierversnipperaar. Paul Oosterbeek is nog twee keer langsgeweest om de zakken snippers op te halen, en werd daarna niet meer gesignaleerd.

    Spectaculair was het stuk De tentakels van RaRa, een produkt van het duo Joost de Haas en Martijn Koolhoven. Een paginagroot artikel in de zaterdagkrant, geïllustreerd met een ingewikkeld schema, suggereert een directe lijn tussen de RAF en de RaRa.
    Verbanden tussen een verzameling organisaties en het bestuur van hun stichtingen wijzen op de voorbereiding van een ‘ondergronds solidariteitswerk’. Met illegale vluchtelingen wel te verstaan. Dit netwerk wordt, sinds de jongste aanslagen op onder andere staatssecretaris Kosto, door de BVD aangeduid als het Umfeld van de RaRa – alles volgens de Telegraaf.
    Grondig speurwerk in het stichtingenregister van de Kamer van Koophandel aangevuld met moeizaam bijeengesprokkeld commentaar van betrokkenen vormt de basis van dit artikel. De gegevens van ABC maken het geheel compleet. Een hoofdrol is toebedacht aan het Autonoom Centrum, waar Paul Oosterbeek een tijdlang regelmatig over de vloer kwam als vrijwilliger voor een andere organisatie in dezelfde ruimte. Tevens wordt suggestief geciteerd uit een interne notitie van het XminY Solidariteitsfonds.
    En in deze constructie figureert naast de onvermijdelijke RaRa- verdachte Ren‚ R. ook ‘de bekende activist Hans Krikke’. Omdat hij een van de weinigen was die de Telegraaf te woord stond, is zijn aandeel in de tekst onevenredig groot. Hans Krikke was nadien anderhalf jaar lang slachtoffer van een dwaling van het recht, verdenking van betrokkenheid bij de RaRa. Uiteindelijk moest Justitie toegeven dat er geen enkel bewijs was, de zaak tegen het journalistencollectief Opstand werd geseponeerd.
    Uit de politiedossiers bleek dat het Telegraaf-artikel De Tentakels van RaRa een belangrijke bron voor de verdachtmaking was geweest. Op een persconferentie van Opstand uitte advocaat Ties Prakken het vermoeden dat de politie met de Telegraaf onder één hoedje speelt. Die coöperatie werkt twee kanten op. Prakken: ‘In dit geval werd het Tentakel-stuk opgevoerd als ‘bewijsmateriaal’. Maar omgekeerd kan ook. Joost de Haas en consorten publiceren regelmatig details afkomstig uit opsporingsdossiers. Dat is mij in verschillende zaken gebleken, en ook nu weer. De politie gebruikt de Telegraaf om cliënten van mij verdacht te maken. Het wachten is op het moment dat ik die informatie weer in dossiers tegenkom.’

    Dat Siebelt kon beschikken over de Makro Top-40 van de Centrale Informatiedienst, de CRI, is voor buro Jansen & Janssen niet verrassend. Uit hun archief komt een stuk uit Stavast, uit 1988. In het blad van het Oud-Strijders Legioen (OSL) staat: ‘Al geruime tijd circuleert in (laat ik maar noemen) “kringen van de particuliere inlichtingendienst, belast door de directies van bedrijven met de bewaking tegen onder meer groepen als Rara” een lijst met 30 ­ 34 namen van lieden die met de branden en de sabotage aan benzinepompen te maken hebben. Dat lijstje met namen is ook aan de politie bekend. Ik zou zelfs denken dat het van de politie afkomstig is.’
    Auteur van dit stuk, fulminerend tegen de vrijlating van de toenmalige RaRa-verdachten, is J.G. Heitink, tot halverwege de jaren tachtig in de hoofdredactie van de Telegraaf. Heitink is een uitgesproken voorstander van het apartheidsregime, hij schreef ook voor het propagandablad van de Zuidafrikaanse ambassade, en is persoonlijk bevriend met Siebelt van ABC. Het OSL-blad Stavast had in 1994 een eigen stuk over de Parlementariërs tegen Apartheid en Jan Nico Scholten. Daarin stonden meer details afkomstig uit interne correspondentie, dan in het oorspronkelijke artikel in de Telegraaf.

    Het Algemeen Dagblad refereert al eerder, kort na een serie Makro aanslagen eind 1986 en begin 1987, aan het bestaan van deze lijst. De doorgaans goed ingevoerde journalist Michel Thomassen schrijft dat de BVD en de CRI vrij nauwkeurig weten in welke hoek de daders moeten worden gezocht. Het probleem is de bewijsvoering. ‘De groep verdachten telt enkele honderden leden, maar justitie concentreert zich op 20 tot 25 man van wat ‘de harde kern’ van De Beweging, een verzamelnaam voor verschillende groepen activisten, wordt genoemd. Allen weten dat zij op het verlanglijstje van de politie staan en houden er rekening mee dat zij in de gaten worden gehouden.’

    Wijnand Duyvendak: ‘Het was niet zozeer een lijst, maar meer een boek. Met drie foto’s per persoon, vanuit verschillende posities gefotografeerd. Wat ik gezien heb waren kopieën van kopieën, vier mensen op een bladzij.’ Nu de Telegraaf een deel uit dat boek heeft gepubliceerd, is eindelijk duidelijk over welke lijst het gaat. En dat verklaart een hoop.
    Wil van der Schans van buro Jansen & Janssen: ‘Deze lijst is buitgemaakt bij een inbraak bij het Observatieteam Rijkspolitie West II, vlak voor kerst in 1985. De actiegroep noemde zich daarom Stille(n) Nacht, Heilige Vracht.’ Het meest opzienbarend toen was de onthulling dat het observatieteam hengelde in de brievenbus van Radio Stad, om persverklaringen van aanslagen te onderscheppen. Maar de buit bevatte veel meer gegevens over observatie van actievoerders verdacht van Rara, onder andere het boek met de zogenaamde Makro Top-40.
    Van der Schans: ‘Na de inbraak lag de informatie bijna letterlijk op straat. Dat maakte de lijst een stuk minder geheim. Het ligt voor de hand dat het boek daarna is verspreid onder belanghebbenden, zoals de beveiligingsdiensten van SHV en Shell. Kennelijk heeft Siebelt hem ook op die manier gekregen.’
    Een vraag die blijft liggen is waarom de Telegraaf de foto’s van Hans Krikke, op nummer 25 naar nu blijkt, niet eerder heeft gebruikt.

    Pikant detail. De Makro Top-40 stamt volgens de Telegraaf uit 1984. Dat klopt niet, want toen was er nog geen Makro-aanslag geweest. Veel waarschijnlijker is de datum op het document dat in de Telegraaf staat afbeeld: 2 oktober 1985.
    Wil van der Schans: ‘Het observatieteam heeft deze lijst twee weken na de Makro-brand in Duivendrecht op 17 september gekregen van de BVD, via de Bijzondere Zaken Centrale van de CRI. Dat werpt een heel nieuw licht op de geschiedenis van de opsporing van de RaRa. Hieruit blijkt dat René R. onmiddellijk na
    De meeste RaRa-aanslagen zijn van na die tijd: juli 1986 brand bij Van Leer in Amstelveen, december 1986 twee op ‚‚n nacht, de Makro Duiven en herbouwde vestiging Duivendrecht, en nog geen maand later de Makro in Nuth, januari 1987.
    Het zou tot april 1988 duren voor René R. en andere hooggenoteerden op de lijst werden gearresteerd. Zeven van hen werden de dagen daarna weer vrijgelaten. René R. werd alleen veroordeeld voor de brand bij de paspoortenfabriek Elba. Het weinige bewijs dat er tegen hem was in de Makro-zaken, was onrechtmatig verkregen. Na het hoger beroep kwam hij vrij.

    XminY deed met zes andere benadeelde organisaties aangifte van oplichting en deelname aan een criminele organisatie. Andere mogelijkheden iets te ondernemen tegen deze alternatieve vorm van bedrijfsspionage bood het wetboek niet. De politie nodigde Siebelt en Oosterbeek uit voor een gesprek aan het bureau. Wil van der Schans: ‘Echt vrijblijvend was dat niet, beiden werden formeel aangehouden. De verhoren stelden niet veel voor. Uit de processen verbaal blijkt dat ze een aantal vragen kregen voorgelegd, gebaseerd op het onderzoek door buro Jansen & Janssen. Waarop de heren alle aantijgingen ontkenden. En dat was het. Een echte reconstructie is niet gemaakt, de politie nam genoegen met warrige en tegenstrijdige verklaringen.’ De officier van Justitie besloot niet tot vervolging over te gaan.

    Na de ontmaskering van ABC bleef het een tijd stil. Paul Oosterbeek lijkt van de aardbodem verdwenen, maar Peter Siebelt heeft het vak nog niet verleerd.
    De directeur van ABC probeerde dit voorjaar in Kroatië vraag te creëeren voor zijn informatiehandel. Hij meldde zich bij het dagblad Vjesnik om in een interview te waarschuwen voor het links-radicale complot dat het nieuwe land bedreigt. Dat gaat ongeveer zo. Verdedigers van mensenrechten en de vrijheid van de pers, zoals Press Now en het Helsinki Comité‚ zijn in feite dekmantels om zieltjes te winnen. Grote man achter de schermen is Jan ter Laak van Pax Christi. Hij misbruikt al jaren de kerk als platform voor politieke activiteiten. Nu Nicaragua en Chili uit de mode zijn verschuift zijn aandacht naar voormalig Joegoslavië, want daar willen mensen nog wel geld voor geven. Onder het mom van lessen in democratie, rekruteert Jan ter Laak nieuwe activisten!
    De verbindingen die Siebelt legt zijn voor het lezerspubliek van Vjesnik misschien wat moeilijk te volgen, maar de grote lijn past goed in de campagne van de Tudjman-regering tegen onafhankelijke NGO’s in Kroatië.
    Siebelt is de schaamte voorbij. Hij laat zich nu in de Telegraaf met naam en toenaam opvoeren als ‘internationaal deskundige op het gebied van actiegroepen’. Op de golven van de Dutroux-affaire pakte Joost de Haas onlangs uit tegen de pedofielenvereniging Martijn. Uitvalsbasis van dit zogenaamde ‘ondergrondse pornonetwerk’: Archipel aan de Minahassastraat. Siebelt ziet meteen een schandalige connectie met Wemos, een groep die actie voert tegen Nutricia en Nestlé vanwege ongezonde babymelk gevestigd op het zelfde adres. ‘Wemos zit wèl samen met Martijn in het bestuur van Archipel. Alsof die pedofielen zo goed voor kinderen zijn…’

    Begin dit jaar dook Peter Siebelt op bij een picketline voor de Heinekenbrouwerij tegen de investeringen in Birma, georganiseerd door XminY. Dit keer in de rol van provocateur. Hij duwde iedereen een kopie in handen van het interview met hem uit de Arubaanse editie van het Algemeen Dagblad. Onderwerp: linksradicale complottheorieën. Hij lokte ruzie uit met mensen die hem herkenden en probeerde te beletten dat hij werd gefilmd. Jerry van Small World kreeg zijn eigen camera in zijn gezicht geduwd: ‘Het was duidelijk Siebelt’s bedoeling met zijn aanwezigheid het geweldloze karakter van het protest te verstoren. Als dat was gelukt had de actie nooit zoveel positieve publiciteit gehad.’ De beveiligingsdienst van Heineken stond achter de ramen, en zag geen reden tot ingrijpen.

    ‘ABC als bron van informatie klinkt mij bij nader inzien zeer plausibel in de oren,’ zegt Wijnand Duyvendak, ‘Het verklaart de willekeur van documenten waar Martijn Koolhoven mee kwam. Het enige verband tussen die stukken was de oud papier-affaire.’ Maar echt een geruststelling is het niet te weten dat de inlichtingen op particulier initiatief bij elkaar zijn gesprokkeld. Duyvendak: ‘Voor mij is bovendien nog steeds niet uitgesloten dat de BVD iets met deze artikelen te maken had. De Telegraaf citeert immers ook iemand van de Politieke Inlichtingendienst. Ik wil met mijn advocaat uitzoeken of die anonieme opgevoerde politie-functionaris echt bestaat.’